In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 een nadere beschikking gegeven over de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2010. De minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige], wordt overgeplaatst naar een andere accommodatie voor gesloten jeugdhulp. Dit besluit is genomen na een mondelinge behandeling die op 8 november 2023 heeft plaatsgevonden via een Teamsverbinding, waarbij verschillende betrokkenen aanwezig waren, waaronder de advocaat van [minderjarige], vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de overplaatsing van [minderjarige] noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die haar ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter heeft de samenwerking tussen de betrokken instanties geprezen en benadrukt dat het van belang is dat [minderjarige] in een veilige omgeving kan stabiliseren. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, tot 12 februari 2024, en heeft het belang van goede communicatie en samenwerking tussen alle betrokkenen onderstreept.
De kinderrechter heeft ook de zorgen van de (pleeg)ouders en de biologische moeder gehoord, die beiden achter de overplaatsing staan. De Raad voor de Kinderbescherming heeft positief geadviseerd over de overplaatsing en de noodzaak van verdere hulpverlening benadrukt. De kinderrechter heeft het vertrouwen uitgesproken dat [minderjarige] de komende periode positieve stappen zal zetten en dat de betrokkenen hun inzet moeten voortzetten om haar te ondersteunen.