5.2.De kinderrechter is op basis van de stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke vereisten zoals genoemd in artikel 1:255 BW. [minderjarige] wordt op dit moment ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. Na een eerdere ondertoezichtstelling die in augustus 2022 positief is afgesloten, zijn de zorgen over [minderjarige] in het afgelopen jaar weer toegenomen. [minderjarige] heeft een moeilijke periode achter de rug, waarbij zij na conflicten in de thuissituatie bij de vader is weggelopen naar de moeder. Vervolgens is zij voor korte periode naar de vader teruggekeerd, waarna zij opnieuw naar de moeder is gegaan. Inmiddels verblijft [minderjarige] gedurende enkele maanden in de thuissituatie bij de moeder. [minderjarige] heeft aangegeven dat zij het met momenten als erg onrustig en chaotisch bij de moeder thuis ervaart. Hierdoor komt [minderjarige] onvoldoende toe aan haar eigen ontwikkelingstaken. Daarnaast benoemt [minderjarige] dat zij de ernstig verstoorde situatie tussen haar en haar vader ingewikkeld vindt. [minderjarige] staat open voor contactherstel maar weet niet goed hoe zij dit moet aanpakken. Dat de ouders onderling niet goed met elkaar communiceren maakt het extra lastig. Met de Raad is de kinderrechter van oordeel dat deze situatie niet goed is voor [minderjarige] en een ernstige bedreiging voor haar ontwikkeling vormt. Het is belangrijk dat [minderjarige] in staat wordt gesteld zich positief te ontwikkelen, dat zij betekenisvol contact met beide ouders kan onderhouden en dat zij bezig kan zijn met haar eigen toekomst. Daarvoor is een stabiele en rustige woon- en opvoedingsomgeving als basis noodzakelijk. Het is de moeder in de afgelopen periode – binnen het vrijwillige kader – niet gelukt om [minderjarige] dit te bieden. De moeder is welwillend, maar onvoldoende in staat gebleken om de situatie voor [minderjarige] (blijvend) te verbeteren. De kinderrechter vindt het daarom noodzakelijk dat de GI als professionele instantie de regie overneemt en samen met de moeder gaat werken aan de doelen die door de Raad zijn geformuleerd op p. 24 van zijn rapport, te weten:
- [minderjarige] groeit op in een veilige, voorspelbare en stabiele opvoedingsomgeving,
die tegemoet komt aan de bij haar levensfase passende opvoedingsbehoeften en
waarbij er geen sprake meer is van huiselijk geweld.
- Moeder en haar ex-partners houden zich aan de gemaakte veiligheidsafspraken.
- [minderjarige] is in de gelegenheid om de band met haar vader te herstellen, waarbij
[minderjarige] uitdrukkelijk ontschuldigd wordt.
- Moeder beschikt over voldoende opvoedingsvaardigheden om sensitief-responsief naar [minderjarige] toe te kunnen handelen, waarbij moeder in emotioneel opzicht ook beschikbaar is en blijft voor [minderjarige] , ook wanneer zij (ernstige) stress ervaart.
- Moeder beschikt over voldoende (formeel of informeel) netwerk dat haar, indien
nodig, kan ondersteunen bij de zorg en opvoeding ten aanzien van [minderjarige] .
- Moeder stelt zich begeleidbaar op en houdt zich aan gemaakte (hulpverlenings)
afspraken.
- Moeder staat open voor begeleiding en ondersteuning, om daarmee te zorgen
voor een goede balans in haar draaglast en haar draagkracht.
- [minderjarige] komt toe aan de bij haar huidige levensfase en leeftijd passende ontwikkelingstaken, zoals toewerken naar zelfstandigheid, een bij haar interesses
en mogelijkheden passende opleiding volgen en een daarbij passende beroepskeuze. Daarnaast is er tevens aandacht voor haar emotionele ontwikkeling.
- Er is duidelijkheid over het woonperspectief van [minderjarige] .
De kinderrechter vindt het, in aanvulling op bovenstaande doelen, belangrijk dat de GI zich bezig gaat houden met de vraag of een traject naar zelfstandigheid voor [minderjarige] aangewezen is, in welke vorm dan ook. Verder stelt de kinderrechter tot doel het verbeteren van de onderlinge communicatie tussen de ouders. Onderdeel hiervan moet zijn het op één lijn brengen van de ouders als het gaat om eventuele diagnostiek en behandeling van [minderjarige] voor zover dat in het belang van [minderjarige] wordt geacht.
Gelet op het vorenstaande zal de kinderrechter het verzoek van de Raad tot ondertoezichtstelling van [minderjarige] toewijzen, zulks voor de duur van één jaar, omdat het de verwachting is dat deze tijd nodig zal zijn om de gestelde doelen te behalen.