Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
5.Beslissing
2 november 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 2 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een opvolgende rechterlijke machtiging voor cliënt, geboren in 1925, die momenteel verblijft in een verpleeginstelling. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had verzocht om een machtiging voor de duur van vijf jaar op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag werd cliënt bijgestaan door haar advocaat, en waren ook haar dochter, een specialist ouderengeneeskunde, een persoonlijk begeleider en een teamleider aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, specifiek de ziekte van Alzheimer, wat leidt tot ernstig nadeel in de vorm van psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Ondanks dat cliënt soms aangeeft dat ze het naar haar zin heeft in de verpleeginstelling, vertoont ze ook gedrag dat als verzet kan worden geïnterpreteerd, zoals het proberen te ontsnappen. De rechtbank concludeert dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de opname noodzakelijk is voor de zorg van cliënt.
De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van één jaar, tot 2 november 2024, en heeft het verzoek om een machtiging voor vijf jaar afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven door rechter Borm en schriftelijk uitgewerkt op 16 november 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.