ECLI:NL:RBZWB:2023:8282

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
C/02/415699 / FA RK 23/5208
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1991. De officier van justitie had op 7 november 2023 verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 6 november 2023 was opgelegd. De mondelinge behandeling vond plaats in de accommodatie waar de betrokkene verblijft, maar de betrokkene weigerde een gesprek met de rechter en gaf aan dat hij niet gehoord wilde worden. De advocaat van de betrokkene steunde deze beslissing en stelde dat de zitting zonder de betrokkene kon worden voortgezet.

De regiebehandelaar en de arts gaven aan dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en dat zijn toestand verergerd is door het weigeren van medicatie. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, en dat de crisismaatregel noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 29 november 2023, en bepaalde dat verplichte zorgmaatregelen konden worden getroffen.

De rechtbank overwoog dat er geen minder bezwarende alternatieven waren en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Bethlehem en is op 16 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/415699 / FA RK 23/5208
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 8 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] aan [adres] , op de Forensisch Psychiatrische [afdeling] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.F. Laning te Voorschoten.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 7 november 2023, ingekomen ter griffie op 7 november 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 6 november 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom tot het nemen van de crisismaatregel van 6 november 2023;
- de medische verklaring van 6 november 2023;
- het episodejournaal van 6 november 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 november 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , regiebehandelaar;
- mevrouw [naam 2] , arts;
- [naam 3] en [naam 4] , begeleiders van de afdeling.
1.4
Bij aanvang van de mondelinge behandeling heeft de rechter betrokkene kort kunnen zien en spreken in de isoleercel waar betrokkene op dat moment verbleef. Betrokkene gaf daarbij aan dat hij geen gesprek met de rechter wenste te voeren. Hij benoemde dat hij het niet over het ingediende verzoek wilde hebben en dat de mondelinge behandeling van het verzoek zonder hem kon worden voortgezet. Gelet daarop is de rechter van oordeel dat betrokkene in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, maar niet bereid is zich te doen horen en daarmee bewust afstand doet van zijn recht om gehoord te worden. Daarnaast stelt de rechter vast dat de advocaat van betrokkene zich op het standpunt heeft gesteld dat de zitting zonder betrokkene voortgezet kan worden. De rechter heeft daarop besloten om de mondelinge behandeling in afwezigheid van betrokkene voort te zetten.
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de regiebehandelaar aangegeven dat betrokkene al enige tijd op de [afdeling] werd behandeld vanwege zijn voorwaardelijke straf. Aldaar is de psychotische toestand van betrokkene steeds verder toegenomen doordat betrokkene de voor hem noodzakelijk geachte medicatie weigert in te nemen. Betrokkene is als gevolg daarvan agressief gedrag gaan vertonen. De behandelaar licht toe dat de situatie van betrokkene afgelopen maandag is geëscaleerd nadat de verpleging weigerde om hem een mes te geven om zichzelf te suïcideren. Op dit moment is betrokkene functioneel in contact. Voor de komende tijd is het van belang dat betrokkene (depot)medicatie toegediend krijgt. Daar is de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel met name voor bedoeld. Desgevraagd licht de behandelaar toe dat de inzet van verplichte medicatie niet mogelijk is op basis van het strafrechtelijke kader. Verder merkt de behandelaar op dat hij problemen voorziet als de zorgvormen ‘het onderzoeken aan kleding en lichaam’, ‘het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ en ‘het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ de komende weken niet verplicht kunnen worden toegepast. Betrokkene wil op dit moment nergens aan meewerken en hij kan de zorg die hem op basis van de strafrechtelijke voorwaarden is opgelegd, weigeren. Daarbij komt dat betrokkene op de afdeling in contact zal komen met medepatiënten die drugs gebruiken of verhandelen. Het is dan noodzakelijk om UC-controles en kamercontroles uit te kunnen voeren en deze zorg moet daarom ook in een verplicht kader kunnen worden toegepast. Betrokkene beschikt tot slot niet over ziektebesef en -inzicht.
3.2
De arts heeft allereerst aangegeven dat zij zich aansluit bij de in de medische verklaring opgenomen psychische stoornis van betrokkene. Vervolgens heeft de arts toegelicht dat er de afgelopen tijd geen samenwerking met betrokkene mogelijk is geweest. Betrokkene weigert zijn medicatie en staat er niet voor open om zijn bijwerkingen nader te laten onderzoeken of alternatieve medicatie uit te proberen. De arts legt uit dat betrokkene nu eerst moet stabiliseren. Ook moet zijn bloedspiegel eerst op peil moet worden gebracht voordat er depotmedicatie kan worden toegediend.
3.3
De begeleiders hebben in aanvulling op de regiebehandelaar en de arts naar voren gebracht dat betrokkene zijn medicatie op dit moment nog steeds weigert.
3.4
De advocaat van betrokkene heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Betrokkene houdt alle zorg af en wil niet dat de crisismaatregel wordt verlengd. Daarnaast kan een deel van de verzochte zorgvormen worden toegepast op basis van het strafrechtelijke kader dat betrokkene is opgelegd.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Bergen op Zoom van 6 november 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de [accommodatie] , op de Forensisch Psychiatrische [afdeling] .
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen en neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier). De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de in de medische verklaring opgenomen diagnose.
4.3
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene de afgelopen tijd toenemend onrustig is en zich regelmatig wanhopig uit. Zo heeft betrokkene de verpleging gevraagd hem een mes te geven, zodat hij zichzelf kan suïcideren. Betrokkene heeft, nadat de verpleging hem dit niet wilde geven, fors geagiteerd en agressief gereageerd, waarbij hij spullen richting de verpleging heeft gegooid.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de door de regiebehandelaar noodzakelijk bevonden extra vormen van verplichte zorg, te weten ‘het onderzoeken aan kleding en lichaam’, ‘het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ en ‘het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ ambtshalve toe te wijzen. Deze vormen van verplichte zorg zijn niet door de officier van justitie verzocht en de onafhankelijk psychiater heeft evenmin aangegeven dat deze zorgvormen verplicht moeten worden toegepast. Bovendien kunnen deze zorgvormen hoogstwaarschijnlijk deels op basis van het huisreglement of het geldende strafrechtelijke kader worden toegepast. Daarbij komt dat, wanneer tijdens de looptijd van deze machtiging de noodzaak voor deze zorgvormen zich toch aandient, alsnog om een wijziging van de machtiging kan worden verzocht.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene de voor hem noodzakelijk geachte medicatie weigert en dat het lastig is om met betrokkene in gesprek te gaan of afspraken te maken. Er is op dit moment geen samenwerking met hem mogelijk. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken, met ingang van heden en tot en met 29 november 2023.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 november 2023;
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 16 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.