ECLI:NL:RBZWB:2023:8315

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
10472729 MB VERZ 23-571
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, een arts, had een boete ontvangen voor het in strijd handelen met een geslotenverklaring op de Brucknerlaan te Tilburg op 11 februari 2022. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 7 november 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. E.M. Morsink.

De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden, omdat hij op weg was naar een medische spoedsituatie. Hij stelde dat hij slechts enkele meters voorbij het bord was gereden en dat de digitale handhaving niet conform het beleidskader van het OM was. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie betwistte deze argumenten en stelde dat er sprake was van een staandehouding, waardoor digitale handhaving niet aan de orde was. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging vaststond en dat de betrokkene zijn stellingen niet voldoende had onderbouwd.

De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10472729 \ MB VERZ 23-571
CJIB-nummer : 0062 5422 4795 6245
uitspraakdatum : 7 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.M. Morsink (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring (bord C2 van het RVV1990 eenrichtingsverkeer) op de Brucknerlaan te Tilburg op 11 februari 2022 om 09:28 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene is arts en liep mee op de [zorgcentrum] , waar een medische spoedsituatie was. Betrokkene had haast om hierbij te komen en is door de navigatie deze straat ingereden uit alle haast. Betrokkene is slechts enkele meters voorbij dit bord gereden tot de plek waar betrokkene kon parkeren. Gemachtigde verwijst naar een uitspraak en stelt dat bijzondere omstandigheden in bepaalde gevallen inderdaad kan leiden tot een matiging. Indien de sanctie is opgelegd middels digitale handhaving van C borden, en deze manier van handhaven is niet conform het Beleidskader van het OM, dan stelt gemachtigde dat betrokkene de vermeende gedraging niet heeft verricht, althans niet voldaan is aan de voorwaarden waaraan gemeentelijke handhaving moet voldoen indien een gemeente digitaal wil handhaven op C borden. Betrokkene is direct na het zien, dan wel betreden van de geslotenverklaring omgekeerd en heeft zich buiten het gesloten gebied begeven. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Er is sprake van een staandehouding, waardoor er geen sprake is van digitale handhaving. Betrokkene heeft ook hetzelfde verklaard. Ook stelt betrokkene dat er sprake was van een medische spoedsituatie, maar laat betrokkene het na om dit te onderbouwen. De gedraging staat vast.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene heeft nagelaten om haar stellingen nader te onderbouwen.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: