ECLI:NL:RBZWB:2023:8317

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
10576865 - MB VERZ 23-844
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A59 R te Sprang-Capelle op 2 april 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 7 november 2023, waarbij de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. E.M. Morsink. De betrokkene en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep te laat was ingediend, aangezien de termijn van zes weken voor het indienen van beroep op 11 augustus 2022 eindigde, terwijl het beroepschrift pas op 22 augustus 2022 was ontvangen. De kantonrechter oordeelde echter dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, waardoor het beroep ontvankelijk werd verklaard.

Vervolgens heeft de kantonrechter de inhoud van het beroep behandeld. De betrokkene stelde dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verhuurd, maar heeft deze stelling niet voldoende onderbouwd met bewijs. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht aan de betrokkene als kentekenhouder was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en de kantonrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10576865 \ MB VERZ 23-844
CJIB-nummer : 5062 5422 4850 3339
uitspraakdatum : 7 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats] ( [land] )
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.M. Morsink (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de A59 R te Sprang-Capelle op 2 april 2022 om 17:45 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Gemachtigde stelt dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verhuurd.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht om over de termijnoverschrijding heen te stappen en het beroep ongegrond te verklaren. De poststempel dateert van 12 augustus 2022.

Overwegingen

Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Voor het instellen van beroep geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 11 augustus 2022. Het beroepschrift is echter pas op 22 augustus 2022 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
In de uitnodiging voor de zitting is betrokkene erop gewezen dat als het beroep te laat is ingediend en daarvoor geen geldige reden is aangevoerd, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
De kantonrechter is, gelet op dat de poststempel van 12 augustus 2022 dateert, van oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
De kantonrechter zal het beroep vervolgens inhoudelijk behandelen.
Op grond van artikel 5 Wahv wordt, als niet direct kan worden vastgesteld wie de bestuurder is, de boete opgelegd aan de kentekenhouder.
Ingevolge artikel 8 Wahv is dat alleen dan anders indien de kentekenhouder
( a) niet heeft kunnen voorkomen dat een ander van het voertuig gebruik heeft gemaakt of
( b) een schriftelijke bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst van ten hoogste drie maanden met betrekking tot het voertuig overlegt of
( c) ten tijde van de gedraging niet meer de eigenaar van het voertuig was.
Betrokkene stelt dat het voertuig zou zijn verhuurd ten tijde van de gedraging. De kantonrechter begrijpt dat betrokkene hiermee een beroep doet op de uitzondering onder b (bedrijfsmatige verhuur). Betrokkene heeft die stelling echter onvoldoende met bewijzen onderbouwd en heeft nagelaten een geldige lease- of huurovereenkomst te overleggen, zodat niet is komen vast te staan dat die uitzondering zich heeft voorgedaan. Het beroep daarop wordt dan ook verworpen.
De boete is dus terecht aan betrokkene als kentekenhouder opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: