In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2023 een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2009. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van twee maanden, met ingang van 7 december 2023 en tot 7 februari 2024. De zaak betreft de minderjarige die al enige tijd in een gesloten jeugdhulpinstelling verblijft, maar waar de hulpverlening nog onvoldoende op gang is gekomen. De moeder van de minderjarige heeft ingestemd met het verzoek tot gesloten jeugdhulp, maar uit de procedure blijkt dat de minderjarige teleurgesteld is over de gebrekkige hulpverlening en dat er zorgen zijn over haar ontwikkeling.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de zorgen over de minderjarige, zoals agressieproblematiek en schoolproblemen, opnieuw onder de aandacht gebracht en benadrukt dat er snel actie moet worden ondernomen om de hulpverlening te verbeteren. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat het van groot belang is dat er een duidelijk plan van aanpak komt voor de hulpverlening en dat de minderjarige met de feestdagen bij haar moeder kan zijn. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.