ECLI:NL:RBZWB:2023:8331
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Zuijdweg
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling minderjarigen met focus op gezinsontwikkeling en hulpverlening
In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 november 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 18 november 2021 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De Gecertificeerde Instelling (GI) heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De ouders van de minderjarigen hebben positieve stappen gezet in hun communicatie en omgang, maar de kinderrechter oordeelt dat de situatie nog niet voldoende stabiel is om de ondertoezichtstelling te beëindigen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders steeds beter in staat zijn om afspraken te maken en dat er regelmatig omgang plaatsvindt tussen de vader en de kinderen. Er zijn echter nog doelen te behalen, zoals het vinden van de juiste communicatievorm tussen de ouders en het afronden van een gezinsonderzoek. De kinderrechter heeft de wens van de moeder om de hulpverlening in het vrijwillig kader voort te zetten, erkend, maar is van mening dat een te snelle beëindiging van de ondertoezichtstelling niet in het belang van de minderjarigen zou zijn. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van zes maanden, met ingang van 18 november 2023 tot 18 mei 2024, en het resterende deel van het verzoek aan te houden tot 12 april 2024.
De kinderrechter heeft de GI verzocht om voor de pro forma datum te rapporteren over de voortgang van de ondertoezichtstelling en de stand van zaken. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.