Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
voorlopigezorgregeling tussen de vrouw en de [minderjarige 1] bepaald. Verder zijn partijen verwezen naar het Uniform Hulpaanbod (verder: UHA) voor het volgen van een zorgverleningstraject.
3.Het geschil
4.De beoordeling
familiekamerrol van dinsdag 9 juli 2024, teneinde de GI in de gelegenheid te stellen te rapporteren en adviseren omtrent het verloop van de ondertoezichtstelling en de contacten tussen de vrouw en de minderjarigen alsmede de resultaten van de hulpverlening. Vervolgens zullen partijen en de Raad in de gelegenheid worden gesteld binnen een termijn van twee weken schriftelijk te reageren op het rapport en advies van de GI, alsmede zich uit te laten omtrent het door hen gewenst verdere procesverloop. Door beide partijen is er tijdens de mondelinge behandeling mee ingestemd dat het aan de gezinsmanager, die in het kader van de ondertoezichtstelling bij de minderjarigen betrokken is, verder wordt overgelaten om de zorgregeling eventueel tussentijds te wijzigen.
5.De beslissing
familiekamerrol van dinsdag 9 juli 2024, met het verzoek aan de GI alsdan te rapporteren;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.