ECLI:NL:RBZWB:2023:8369

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
AWB- 23_1851
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom in de klimaatwaarde-zone

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom. De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg afgewezen op 21 oktober 2022, en het college bleef bij deze afwijzing na het indienen van bezwaar door eiser. De rechtbank heeft het beroep op 19 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het college aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de boom waarvoor de kapvergunning is aangevraagd, staat in de klimaatwaarde-zone en dat het kappen van bomen in deze zone vergunningplichtig is. Eiser voerde aan dat de boom een stamomtrek van minder dan 40 centimeter heeft, maar de rechtbank oordeelt dat de stamomtrek in werkelijkheid circa 92 centimeter bedraagt, waardoor de vergunningplicht van toepassing is. Eiser stelde dat er een zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang is dat de kap van de boom rechtvaardigt, namelijk de noodzaak van energietransitie en CO2-reductie. De rechtbank oordeelt echter dat het belang van eiser bij het kappen van de boom niet voldoende is om de afwijzing van de vergunning te rechtvaardigen.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor de kapvergunning in stand blijft. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters en openbaar gemaakt op 30 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/1851

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 november 2023 in de zaak tussen

mr. [eiser] , uit [plaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom.
1.1.
Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 21 oktober 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 6 maart 2023 op het bezwaar van eiser is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 19 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen eiser en de gemachtigde van het college.

Totstandkoming van het besluit

2. Eisers buurman heeft op 5 september 2022 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom. Het betreft een berkenboom in zijn achtertuin, die volgens de aanvraag een stamdiameter heeft van 25 centimeter gemeten op een afstand van 1.30 meter boven het maaiveld. Eisers buurman heeft bij de aanvraag vermeld dat eiser last heeft van de boom.
2.1.
Met het besluit van 21 oktober 2022 heeft het college de aanvraag afgewezen. De boom heeft op de “Boomwaardezoneringskaart” de status “klimaatwaarde”. Alleen als sprake is van een zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang, letsel of schade kan een omgevingsvergunning voor het kappen worden afgegeven. Het te groot worden van de boom is geen gegrond argument. Ook hinder in de vorm van verlies van blad of zaad en schaduwwerking zijn daarvoor onvoldoende reden.
2.2.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 21 oktober 2022. Met het bestreden besluit is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Dat de boom te groot is, licht weg neemt en een nadelig effect heeft op eisers zonnepanelen vindt het college geen zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang die de kap van de boom met klimaatwaarde rechtvaardigt.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de weigering van de kapvergunning door het college. Zij doet dat mede aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
4. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4.1.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak
Is het kappen van de boom vergunningplichtig?
5. Het is verboden om zonder kapvergunning bomen in de klimaatwaarde-zone te vellen, voor zover het gaat om bomen met een minimale stamomtrek van 40 centimeter, gemeten op 1.30 meter hoogte boven het maaiveld. Dit volgt uit artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, en artikel 2.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), gelezen samen met artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c van de Bomenverordening Gemeente Tilburg 2021 (Bomenverordening).
5.1.
Tussen partijen staat vast en ook de rechtbank is van oordeel dat de boom waarvoor de kapvergunning is gevraagd staat in de klimaatwaarde-zone.
5.2.
In beroep heeft eiser aangevoerd dat de boom een stamomtrek van minder dan 40 centimeter heeft, zodat het kappen van de boom niet vergunningplichtig is. De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld zijn stelling te onderbouwen door middel van een foto. Eiser heeft vervolgens een foto overgelegd, waaruit blijkt dat de stamomtrek circa 92 centimeter is. Omdat de stamomtrek van de boom meer dan 40 centimeter bedraagt, is het kappen van de boom naar het oordeel van de rechtbank vergunningplichtig.
Heeft het college de omgevingsvergunning voor het kappen mogen weigeren?
6. Voor kapvergunningplichtige bomen in de klimaatwaarde-zone kan een omgevingsvergunning voor het vellen bij uitzondering worden verleend indien een zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang zwaarder weegt dan duurzaam behoud van de boom, en pas nadat alternatieven voldoende zijn onderzocht maar redelijkerwijs niet uitvoerbaar zijn. Dit volgt uit artikel 4, tweede lid, aanhef en onder c van de Bomenverordening.
6.1.
Eiser heeft aangevoerd dat in de Bomenverordening ten onrechte niet is omschreven wat onder een zwaarwegend maatschappelijk belang moet worden verstaan. De afweging van het college is daardoor niet helder en dat kan leiden tot willekeur. Deze beroepsgrond slaagt niet. Het enkele feit in de Bomenverordening niet (uitputtend) is omschreven wat onder een zeer zwaarwegend maatschappelijk belang wordt verstaan, betekent niet dat de Bomenverordening willekeur in de hand werkt. Wel zal het college steeds moeten motiveren waarom er volgens het college wel, of juist geen sprake is van een zeer zwaarwegend maatschappelijk belang dat zwaarder weegt dan het duurzaam behoud van de boom.
6.2.
Het college heeft gemotiveerd dat de omstandigheid de boom volgens eiser te groot is, licht weg neemt en een nadelig effect heeft op eisers zonnepanelen geen zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang vormt dat de kap van de boom met klimaatwaarde rechtvaardigt.
6.3.
Eiser is het niet eens met deze motivering. De noodzaak van energietransitie om verdere verandering van het klimaat te voorkomen, vormt volgens eiser een zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang dat zwaarder weegt dan het duurzaam behoud van de boom. In het kader van de energietransitie heeft eiser naast zonnepanelen ook een hybride warmtepomp voor zijn woning aangeschaft. Met de warmtepomp bereikt eiser een CO2-reductie gelijk aan de CO2-reductie door 50 bomen. Om de CO2-reductie van de warmtepomp mogelijk te maken, heeft eiser het volledige rendement van zijn zonnepanelen nodig. Dat rendement bereikt eiser nu niet, vanwege de schaduw van de boom. Het belang een CO2-reductie gelijk aan de reductie door 50 bomen te bereiken weegt zwaarder dan het belang bij behoud van deze ene boom, aldus eiser.
6.4.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat er in dit geval geen sprake is van een zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang dat de kap van de boom met klimaatwaarde rechtvaardigt. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat het kappen van de boom in eisers geval niet noodzakelijk is voor de door eiser gewenste bijdrage aan de energietransitie. Eiser maakt inmiddels immers gebruik van een hybride warmtepomp, terwijl de boom er nog staat. Eisers belang bij het kappen van de boom houdt dan ook niet zo zeer verband met het klimaat en de energietransitie, maar eerder met de wens de investering in zijn zonnepanelen, die zijn aangelegd terwijl de boom er al stond, te laten renderen. Hoewel begrijpelijk vormt die wens geen zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang.
6.5.
Omdat er geen sprake is van een zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang, heeft het college de aanvraag voor de kapvergunning mogen weigeren.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor de kapvergunning in stand blijft. Eiser krijgt het griffierecht niet terug. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. W.J.C. Goorden, griffier, op 30 november 2023 en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

BIJLAGE

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.2, eerste lid, van de Wabo bepaalt dat voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
g. houtopstand te vellen of te doen vellen,
een zodanige bepaling geldt als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
Artikel 2.18 van de Wabo bepaalt dat voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening.
Bomenverordening Gemeente Tilburg 2021
Artikel 2
1. Het college stelt een Boomwaardezoneringskaart (…) vast.
2. Het college kan de Boomwaardezoneringskaart (…) iedere 3 jaar herzien en opnieuw vaststellen.
3. De Boomwaardezoneringskaart bevat de volgende zones:
b. Klimaatwaarde;
4. De bomen gelegen binnen de ringbanen van Tilburg worden aangewezen als Klimaatwaarde.
Artikel 3
1. Het is verboden te vellen:
c. Klimaatwaarde-zone: bomen met een minimale stamomtrek van 40 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld, hakhout en lintbegroeiing.
Artikel 4
1. Het bevoegd gezag kan ontheffing om houtopstanden als bedoeld in artikel 3 eerste lid te vellen, verlenen dan wel onder voorschriften of beperkingen verlenen.
2. Een omgevingsvergunning voor het vellen kan, slechts nadat alternatieven voldoende zijn onderzocht maar redelijkerwijs niet uitvoerbaar zijn, bij uitzondering worden verleend bij:
c. Klimaatwaarde-zone: bij daar staande bomen met een minimale stamomtrek van 40 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld, hakhout of lintbegroeiing, indien een zeer zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang zwaarder weegt dan duurzaam behoud van de houtopstand of sprake is van dunning.