In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat op 25 november 2021 is genomen. Eiser ontvangt een uitkering op grond van de Participatiewet en heeft in beroep aangevoerd dat het bestreden besluit in strijd met de wet is genomen. De rechtbank heeft het beroep op 25 mei 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en een vertegenwoordiger van het college aanwezig waren. Na een heropening van het onderzoek op 13 juni 2023, heeft het college op 28 juni 2023 gereageerd, waarop eiser op 17 juli 2023 heeft gereageerd. Een tweede zitting vond plaats op 17 oktober 2023.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in 2013 betrokken was bij een geweldsincident en dat hij in 2016 door het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch in aanmerking is gebracht voor een schadevergoeding van € 111.320,-. Het college heeft echter in 2020 de bijstandsverlening aan eiser stopgezet, omdat hij een schadevergoeding had ontvangen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, en het college heeft in maart 2021 het bezwaar gegrond verklaard, maar later opnieuw besluiten genomen die tot terugvordering leidden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verjaringstermijn voor terugvordering niet was overschreden en dat het college ten onrechte het recht op bijstand van eiser had ingetrokken. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de besluiten van 15 en 28 juli 2021 herroepen. Eiser heeft recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, die door het college moeten worden betaald.