ECLI:NL:RBZWB:2023:8417

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
C/02/415183 FA RK 23-4956
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Benjaddi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake voorlopige voorzieningen en zorgregeling voor minderjarigen in echtscheidingsprocedure

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen en een zorgregeling voor twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De man en de vrouw, beiden vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben hun verzoeken en verweren gepresenteerd tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2023. De man verzocht om een zorgregeling waarbij de kinderen om de week bij hem verblijven, terwijl de vrouw een zorgregeling voorstelde die minder contactmomenten voor de man omvatte. De rechtbank heeft overwogen dat er sprake is van spoedeisendheid in deze procedure, gezien de belangen van de minderjarigen en de noodzaak om een zorgregeling vast te stellen. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de kinderen de ene week bij de man verblijven van zaterdag 12.00 uur tot dinsdag naar school, en de andere week van zondag 19.00 uur tot woensdag 19.00 uur. Tevens is er een regeling voor de kerstvakantie vastgesteld. De verzoeken van de vrouw met betrekking tot de vaste lasten van de echtelijke woning en de wijziging bij de Sociale Verzekeringsbank zijn afgewezen, omdat deze niet onder de bevoegdheid van de rechtbank vallen in een voorlopige voorzieningen procedure. De beschikking is uitgesproken door mr. Benjaddi, in aanwezigheid van griffier mr. Reijerse.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/415183 FA RK 23-4956
Datum uitspraak: 14 november 2023
beschikking betreffende voorlopige voorzieningen
in de zaak van
[de man],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. C.J. Lemmens,
en
[de vrouw],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. I.P.M.J. Nelemans.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 23 oktober 2023 ontvangen verzoekschrift;
- het op 30 oktober 2023 ontvangen verweerschrift, tevens houdend zelfstandig verzoek.
1.2. De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 31 oktober 2023. Bij die gelegenheid zijn verschenen partijen, bijgestaan door hun advocaat. Ook was aanwezig piketmediator mevrouw [naam] , in het kader van de pilot ‘mediation in voorlopige voorzieningen’.

2.Het verzoek

2.1.
De man verzoekt, samengevat, vaststelling van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) tussen hem en de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2017 te [geboorteplaats] , en [minderjarige 2] , geboren op
[geboortedag 2] 2019 te [geboorteplaats] .
2.2.
De vrouw verzoekt, samengevat:
- toevertrouwing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] aan haar;
- vaststelling van een zorgregeling;
- te bepalen dat de man de vaste lasten zal voldoen van de echtelijke woning, waaronder de eigenaarslasten onder vrijwaring van de vrouw;
- de man te veroordelen medewerking te verlenen aan het doorvoeren van een wijziging bij de Sociale Verzekeringsbank inhoudende dat de vrouw voortaan de kinderbijslag ontvangt.

3.De beoordeling

Spoedeisendheid
3.1.
De vrouw heeft op de mondelinge aangevoerd dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van voorlopige voorzieningen, zodat het verzoek van de man moet worden afgewezen.
3.2.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit artikel 821 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) volgt dat in zaken van echtscheiding voorlopige voorzieningen kunnen worden verzocht voor de duur van echtscheidingsprocedure. De aard van onderhavige procedure brengt een mate van spoedeisendheid met zich mee, nu er bij het uit elkaar gaan van echtgenoten moeilijkheden kunnen rijzen waardoor ordemaatregelen moeten worden getroffen. Spoedeisendheid is hierbij echter geen ontvankelijkheidsvereiste. De rechtbank gaat daarmee voorbij aan dit standpunt van de vrouw.
Toevertrouwing van de minderjarigen
3.3.
Het verzoek van de vrouw [minderjarige 1] en [minderjarige 2] aan haar toe te vertrouwen ligt als op de wet gegrond en door de man niet weersproken voor toewijzing gereed.
De zorgregeling
3.4.
De man verzoekt vaststelling van een zorgregeling waarbij de kinderen:
- de ene week bij hem verblijven van zaterdag begin van de middag (12.00 uur) tot woensdagavond (19.00 uur) en de andere week van zondagavond (19.00 uur) tot woensdagavond (19.00 uur);
- in de kerstvakantie 2023/2024:
- in de eerste week bij de man verblijven van zaterdag 23 december 12.00 uur tot zaterdag 30 december 12.00 uur, behalve op tweede kerstdag, op welke dag de kinderen vanaf dinsdag 26 december 2023 10.00 uur tot woensdag 27 december 2023 10.00 uur bij de vrouw verblijven;
- in de tweede week bij de man verblijven op maandag 1 januari 2023 10.00 uur tot dinsdag 2 januari 10.00 uur;
- vanaf zaterdag 6 januari 12.00 uur de normale week/week regeling weer geldt.
Ter onderbouwing van zijn verzoek voert de man aan dat het partijen niet lukt afspraken te maken over de zorgregeling en de vrouw dit contact tot het minimale lijkt te willen beperken. Eerst gold een regeling waarbij de man op donderdagavond vanaf 19.00 uur in de woning verbleef met de kinderen en ze op vrijdag naar school bracht en vanaf zondag 12.00 uur tot en met dinsdagavond met de kinderen in de woning verbleef. De andere dagen verbleef de vrouw met de kinderen in de woning. De vrouw heeft eind september 2023 de woning verlaten. Zij berichtte de man dat zij de kinderen voortaan op dinsdag op zou halen van school en zij bij de vrouw zouden blijven. Hier is de man het niet mee eens. Hij had tijdens het huwelijk ook al een grote rol in de opvoeding en verzorging van de kinderen en acht het in hun belang dat zij op gelijkwaardige wijze worden opgevoed en verzorgd door beide ouders.
Op de mondelinge behandeling heeft de man toegelicht dat hij het vanaf het begin af aan al niet eens was met de zorgregeling en daarom nu een uitgebreidere zorgregeling heeft verzocht. Ook heeft de man aangegeven dat hij heeft gezien hoe de vrouw tekeer kan gaan waar de kinderen bij zijn.
3.5.
De vrouw voert gemotiveerd verweer en doet een zelfstandig verzoek. Zij verzoekt een zorgregeling waarbij de man en de kinderen contact hebben:
- in de ene week van vrijdag 19.00 uur tot maandag 19.00 uur;
- in de andere week van zondag 19.00 uur tot dinsdag 19.00 uur.
De vrouw kan niet instemmen met het verzoek van de man omdat zij van mening is dat hij op dit moment niet in staat is om voor een langere periode voor de kinderen te zorgen. Tijdens het huwelijk kampte de man met problemen die leken op een burn-out. De man was agressief in huis, ook naar de kinderen. Hij stortte zich op zijn werk en werkte de laatste tijd zeven dagen per week. Als de man voor een langere tijd voor de kinderen moet zorgen ziet de vrouw dat hij dit niet aankan, hij overprikkeld raakt en onnodig boos reageert naar de kinderen. Verder is de woensdag de vaste vrije dag van de vrouw en zorgt zij op die dag voor de kinderen. Dat zijn de kinderen ook gewend. Zij kan deze woensdag niet eenvoudig wisselen, omdat zij in het onderwijs werkt.
3.6.
Op de mondelinge behandeling is uitvoerig met partijen stilgestaan bij de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. Gebleken is dat zij daar geen afspraken over kunnen maken. Dat komt met name omdat zij allebei aanspraak maken op contact met de kinderen op de woensdagen. Nu partijen er niet samen uit komen, zal de rechtbank een beslissing nemen over de zorgregeling.
De rechtbank overweegt daarbij dat het in het belang van de kinderen is dat sprake is van een gelijkwaardige verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen partijen. Dat betekent niet dat er tot op de dag of een dagdeel een gelijke verdeling moet komen, maar een verdeling die recht doet aan de huidige situatie en waarbij het belang van de kinderen voorop staat. Voor de kinderen moet duidelijk zijn wanneer zij bij welke ouder verblijven. Omdat partijen allebei aanspraak maken op de woensdag, op welke dag ook de zwemles van de kinderen is, ziet de rechtbank aanleiding om te bepalen dat de kinderen de ene week op woensdag bij de man zijn en de andere week bij de vrouw zijn. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat de kinderen gedurende langere tijd in de weekenden bij beide ouders zullen verblijven. De rechtbank zal gelet op het voorgaande de volgende zorgregeling vaststellen:
- de ene week verblijven de kinderen bij de man van zaterdag 12.00 uur tot dinsdag naar school;
- de andere week verblijven de kinderen bij de man van zondag 19.00 uur tot woensdag 19.00 uur;
- de ouder bij wie de kinderen verblijven brengt de kinderen naar de andere ouder of naar school.
Deze regeling acht de rechtbank in het belang van de kinderen. Partijen verwijten elkaar allebei dat de ander de zorg van de kinderen niet aankan. De rechtbank gaat ervan uit dat partijen met deze regeling verder kunnen, en dat beiden de zorg voor de kinderen op een goede en verantwoordelijke wijze op zich zullen nemen.
3.7.
Wat betreft de kerstvakantie zal de rechtbank het verzoek van de man toewijzen, nu de vrouw tegen deze verdeling geen verweer heeft gevoerd. Tevens is niet gebleken dat het belang van de kinderen zich tegen deze regeling verzet.
Vaste lasten van de echtelijke woning en wijziging bij de Sociale Verzekeringsbank
3.8.
De rechtbank zal de verzoeken van de vrouw die zien op de vaste lasten van de echtelijke woning en de wijziging bij de Sociale Verzekeringsbank afwijzen. De reden hiervoor is dat in artikel 822 Rv limitatief is opgesomd welke beslissingen de rechtbank kan nemen in een voorlopige voorzieningen procedure en deze verzoeken vallen niet onder deze limitatieve opsomming.

4.De beslissing

De rechtbank
bepaalt dat aan de vrouw worden toevertrouwd de minderjarigen
1. [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2017 te [geboorteplaats] ,
2. [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2019 te [geboorteplaats] .
bepaalt dat de man en genoemde minderjarigen in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar:
- de ene week van zaterdag 12.00 uur tot dinsdag naar school;
- de andere week van zondag 19.00 uur tot woensdag 19.00 uur;
- in de kerstvakantie 2023/2024:
- in de eerste week van zaterdag 23 december 12.00 uur tot zaterdag 30 december 12.00 uur, behalve op tweede kerstdag, op welke dag de kinderen vanaf dinsdag 26 december 10.00 uur tot woensdag 27 december 10.00 uur bij de vrouw verblijven;
- in de tweede week op maandag 1 januari 10.00 uur tot dinsdag 2 januari 10.00 uur;
- vanaf zaterdag 6 januari 12.00 uur geldt de reguliere zorgregeling weer;
- de ouder bij wie de kinderen verblijven brengt de kinderen naar de andere ouder of naar school;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Benjaddi, en, in tegenwoordigheid van mr. Reijerse, griffier, in het openbaar uitgesproken op 14 november 2023.