Uitspraak
.Hij heeft een brief geschreven en heeft op 18 september 2023 een kindgesprek gehad met de kinderrechter.
2.De feiten
3.Het verzoek
primair:te bepalen dat het de man verboden wordt om, in de weken dat hij met de zorg voor [minderjarige] is belast als bepaald in het door partijen overeengekomen ouderschapsplan, met [minderjarige] te wonen/verblijven in de woning van zijn partner in [plaats 2] en daarbij te bepalen dat [minderjarige] zal kunnen wonen en verblijven in de woning van de man in [woonadres 1] , althans een beslissing te nemen met gelijke strekking, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,= voor iedere dag dat hij zich niet houdt aan de hierover te nemen beslissing;
subsidiair:de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) te wijzigen in die zin dat [minderjarige] voortaan eens in de veertien dagen, in de oneven weken, bij de man zal verblijven van vrijdag 8.30 uur (begin schooldag) tot maandag 8.30 uur (begin schooldag) en de andere dagen bij de vrouw, eventueel uit te breiden met een vast contactmoment in de even weken, althans een zodanige regeling te treffen als de rechtbank juist acht.
4.De beoordeling
5.De beslissing
- in de oneven weken van donderdagmiddag na school tot maandagochtend naar school;
- in de even weken van donderdagmiddag na school tot vrijdagochtend naar school;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.