Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen meerdere diefstallen van geldbedragen heeft gepleegd. De verdachte, geboren in 2000, werd bijgestaan door raadsman mr. H. van Asselt. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 21 november 2023, waar de officier van justitie, mr. J.J. Peerboom, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De tenlastelegging omvatte diefstallen waarbij gebruik werd gemaakt van bankpassen die door oplichting waren verkregen. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte twee specifieke diefstallen had gepleegd, maar achtte de overige diefstallen wel bewezen op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en andere bewijsmiddelen.
De rechtbank legde de verdachte een taakstraf van 200 uur op, evenals een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging werd rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zijn verantwoordelijkheid voor de feiten, en het advies van de reclassering. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die niet alleen financiële schade hadden geleden, maar ook in hun gevoel van veiligheid waren aangetast. De verdachte werd vrijgesproken van twee specifieke diefstallen, maar de overige feiten werden bewezen verklaard, wat leidde tot de opgelegde straf.