ECLI:NL:RBZWB:2023:8453
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring van oproep in ontnemingszaak wegens niet-naleving betekeningsvereisten
Op 20 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in een ontnemingszaak. De veroordeelde was op 7 september 2016 door de politierechter veroordeeld tot betaling van een ontnemingsbedrag van € 12.279,50. Na aftrek van de vervreemdingsopbrengst van het conservatoir beslag resteerde er een openstaand bedrag van € 1.594,99. De ontnemingsvordering werd op 29 september 2016 ter executie overgedragen aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), dat sindsdien heeft geprobeerd het volledige bedrag te incasseren. Tot op heden heeft de veroordeelde slechts € 624,06 betaald, waardoor er nog een bedrag van € 970,93 openstaat.
De vordering van het Openbaar Ministerie, die op 27 februari 2023 ter griffie werd ingediend, strekte tot het verlenen van een machtiging tot toepassing van gijzeling voor de duur van 19 dagen. De rechtbank heeft op 6 november 2023 de vordering in openbare raadkamer behandeld. Tijdens deze behandeling werd vastgesteld dat de oproep voor de behandeling van de vordering niet correct was betekend aan de veroordeelde, omdat er niemand op het adres aanwezig was om de brief aan te nemen. Hierdoor was niet voldaan aan de betekeningsvereisten voor de oproeping.
De rechtbank heeft daarom besloten de oproeping nietig te verklaren. Deze beslissing is gegeven door mr. R.J.H. Goossens, politierechter, in tegenwoordigheid van mr. D. van Spelde, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 november 2023.