ECLI:NL:RBZWB:2023:8461

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
23-006312
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gijzeling in ontnemingszaak na niet-nakoming betalingsverplichting

Op 20 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in een ontnemingszaak waarbij de veroordeelde, geboren in 1973, een ontnemingsbedrag van € 26.185,00 niet volledig heeft voldaan. De veroordeelde heeft slechts € 245,00 betaald, waardoor er nog een bedrag van € 25.940,00 openstaat. De ontnemingsvordering is op 29 september 2015 door de meervoudige kamer opgelegd en op 19 oktober 2015 overgedragen aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Sinds 30 oktober 2015 heeft de veroordeelde niet meer gereageerd op aanmaningen van het CJIB, en is sinds 22 november 2022 niet meer ingeschreven op een adres in Nederland, wat het CJIB belemmert in het incassotraject.

De vordering van de officier van justitie, mr. G. Smid, tot gijzeling voor de duur van 87 dagen werd behandeld in een openbare raadkamer. De veroordeelde was niet verschenen, ondanks een goede oproep. De politierechter heeft vastgesteld dat de veroordeelde de ontnemingsvordering niet heeft voldaan en dat er geen aannemelijke redenen zijn dat hij niet kan betalen. De rechter heeft de vordering van het Openbaar Ministerie toegewezen en een machtiging tot gijzeling verleend.

De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. R.J.H. Goossens, politierechter, in aanwezigheid van griffier mr. D. van Spelde.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Breda
raadkamernummer : 23-006312
datum : 20 november 2023
beslissing van de politierechter op de vordering op grond van artikel 6:6:25 Wetboek van Strafvordering in de zaak van:

[veroordeelde]

geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats]
vertrokken onbekend waarheen
hierna te noemen: de veroordeelde.

Feiten

Veroordeelde is op 29 september 2015 door de meervoudige kamer te Zeeland-West-Brabant veroordeeld tot betaling van een ontnemingsbedrag van € 26.185,00. Op 19 oktober 2015 is de ontnemingsvordering ter executie overgedragen aan het Centraal Justitieel Incassobureau (hierna: CJIB). Vanaf dat moment heeft het CJIB getracht het volledige bedrag te incasseren. Uiteindelijk is door veroordeelde een bedrag van € 245,00 betaald. Hierdoor resteert een bedrag van € 25.940,00.

Procedure

De vordering is op 27 februari 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen. De officier van justitie heeft bij deze vordering zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 6 november 2023 de vordering in openbare raadkamer behandeld, waarbij de officier van justitie, mr. G. Smid, is gehoord.
De veroordeelde is, hoewel daartoe goed opgeroepen, niet op zitting verschenen.

Vordering van het Openbaar Ministerie

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlenen van een machtiging tot toepassing van gijzeling voor de duur van 87 dagen, conform de LOVS-afspraken. Ter zitting heeft de officier van justitie gepersisteerd bij de vordering.

Beoordeling

De politierechter acht zich bevoegd van de vordering kennis te nemen en acht de officier van justitie ontvankelijk in de vordering.
Vast staat dat de veroordeelde de ontnemingsvordering niet geheel heeft voldaan. Er moet nog een bedrag van € 25.940,00 worden betaald. Veroordeelde is vanaf 30 oktober 2015 meermalen aangeschreven teneinde de vordering te betalen. De getroffen betalingsregeling is meermalen niet nagekomen. Veroordeelde staat sinds 22 november 2022 niet meer ingeschreven op een adres in Nederland, waardoor het CJIB veroordeelde niet meer kan aanschrijven op een vaste woon-of verblijfplaats in Nederland. Het CJIB kan daarom het reguliere incassotraject niet voortzetten.
Ter zitting is niet aannemelijk geworden dat de veroordeelde niet kan betalen. De politierechter zal daarom de vordering van de officier van justitie toewijzen en een machtiging verlenen tot toepassing van gijzeling voor de duur van 87 dagen.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering toe en machtigt de officier van justitie tot de toepassing van gijzeling voor de duur van 87 dagen.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.J.H. Goossens, politierechter,
in tegenwoordigheid van mr. D. van Spelde, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.