Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 1.815,00, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 26 januari 2023;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoekster op 8 februari 2020 in verzekering is gesteld en op 8 februari 2020 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
€ 1.815,00. Dit bedrag is in raadkamer in voldoende mate onderbouwd en toegelicht en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 1.815,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 1] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Advocatenkantoor Govers en Sarrari, onder vermelding van [kenmerk 1] ;
€ 680,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 2] ten name van Advocatenkantoor Govers, onder vermelding van [kenmerk 2] .