ECLI:NL:RBZWB:2023:8479

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
02-801263-06
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met 1 jaar in verband met fysieke gesteldheid en gevaar voor anderen

Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1959. De rechtbank moest beoordelen of de betrokkene nog een gevaar voor anderen vormt, gezien zijn slechte fysieke gesteldheid en de mogelijkheid van verdere onomkeerbare teloorgang. De tbs is oorspronkelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 november 2007, waarbij de betrokkene werd veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege na een veroordeling voor doodslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs op 28 november 2007 is ingegaan en voor het laatst is verlengd op 23 december 2021 voor een termijn van twee jaren.

Tijdens de zitting op 21 november 2023 is de officier van justitie, mr. P.W.P. Emmen, gehoord, evenals de betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. L.M. Oldenburg. De tbs-instelling adviseerde een verlenging van de tbs met 2 jaar, maar de rechtbank heeft besloten om de tbs met slechts 1 jaar te verlengen. Dit besluit is genomen in het licht van de verslechterde fysieke gesteldheid van de betrokkene, die bij alles hulp nodig heeft en niet kan worden geboden in de huidige kliniek. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er vooruitgang is geboekt, de vraag blijft in hoeverre de betrokkene nog een gevaar voor anderen vormt.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tbs kan worden verlengd, maar dat dit moet worden gedaan met een termijn van 1 jaar, zodat de situatie van de betrokkene opnieuw kan worden beoordeeld. De rechtbank zal in de toekomst bekijken of het forensische tbs-kader nog passend is of dat het civielrechtelijke Wvggz-kader als alternatief kan dienen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. J.P.E. Mullers, en is openbaar uitgesproken op 5 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/801263-06
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 5 december 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1959 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum [tbs-instelling]
, [verblijfsadres] .
[betrokkene] zal hierna worden aangeduid als betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 november 2007 waarbij betrokkene is veroordeeld tot terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege;
- de vordering van de officier van justitie van 12 oktober 2023 die strekt tot verlenging van de tbs met 2 jaar;
- het verlengingsadvies van Forensisch Psychiatrisch Centrum [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) van 2 oktober 2023, waarin een verlenging van 2 jaar wordt geadviseerd;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 november 2007 is betrokkene betreffende doodslag ontslagen van alle rechtsvervolging, met oplegging van tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is aangevangen op 28 november 2007 en laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 23 december 2021 voor een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 21 november 2023 is gehoord de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.M. Oldenburg, advocaat te Westzaan.
ÁG402091490828@È
G402091490828
Verder is als deskundige gehoord de heer [GZ-psycholoog] en hoofd behandeling van de tbs-instelling.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling adviseert de tbs te verlengen met 2 jaar. Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie en een depressieve stoornis, gedeeltelijk in remissie. Er is, naast forse negatieve symptomatologie, sprake van een tot op heden actief waansysteem. Gezien de complexe problematiek en het behandelverloop tot op heden, concludeert de tbs-instelling dat betrokkene blijvend afhankelijk is van een kader met intensieve begeleiding, structuur en toezicht, om zijn spanningsniveau en achterdocht beheersbaar te houden. Zonder het kader van tbs is het risico op terugval in gewelddadig gedrag onverminderd hoog. Zijn fysieke gesteldheid is echter zodanig verslechterd dat hij bij alles hulp nodig heeft, welke hulp niet kan worden geboden in de huidige kliniek. Beoogd wordt een verhuizing naar [GGZ afdeling] , een GGz afdeling gericht op ouderenpsychiatrie. Het advies is om minimaal in te zetten op verandering en meer op het verbeteren van de kwaliteit van leven. [tbs-instelling] blijft eindverantwoordelijk en het transmurale team blijft nauw betrokken in verband met het risicomanagement.
Ter zitting heeft deskundige [GZ-psycholoog] het advies van de tbs-instelling toegelicht en daaraan toegevoegd dat op medicamenteus gebied alles geprobeerd is, maar dat de waanovertuigingen overeind blijven. Daardoor is de kans op ontregeling en agressie nog altijd aanwezig. Positief is dat de fysieke gesteldheid van betrokkene de afgelopen twee maanden is verbeterd. Hij is aan het revalideren van een operatie en hij moet nog een operatie ondergaan in verband met zijn hernia. In het vervolgtraject is verhuizing naar de ouderenzorg nog steeds het doel.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting gebleven bij de vordering de tbs met 2 jaar te verlengen.
Er is voldaan aan de formele eisen die de wet daaraan stelt en een tweejarige verlenging is noodzakelijk, waarbij de officier van justitie zich schaart achter het advies van de tbs-instelling en de daarop door de deskundige gegeven toelichting. Wel rijst de vraag in hoeverre betrokkene nog een gevaar kan vormen voor anderen gezien zijn slechte fysieke gesteldheid. Dit dient een aandachtspunt te zijn in de volgende rapportages en adviezen.

5.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich namens betrokkene verzet tegen een verlenging van de tbs. Betrokkene vormt geen gevaar meer gezien zijn slechte fysieke gesteldheid en hij wil graag naar zijn familie in Syrië. Als de rechtbank de tbs wel verlengt, is de raadsvrouw van mening dat het Openbaar Ministerie moet onderzoeken of een zorgmachtiging tot de mogelijkheden behoort.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De vervolgvraag is met welke termijn de tbs moet worden verlengd. Conform vaste jurisprudentie heeft een tweejarige verlenging van de tbs-maatregel als uitgangspunt te gelden wanneer de verwachting is, dat de behandeling van een terbeschikkinggestelde langer dan één jaar zal duren. De rechtbank ziet in deze zaak aanleiding om van dat uitgangspunt af te wijken vanwege de huidige fysieke teloorgang van betrokkene. Er is sprake van een sterk verminderde mobiliteit en instabiliteit. Betrokkene heeft ondersteuning nodig bij de ‘algemene dagelijkse levensverrichtingen’. Hoewel de afgelopen twee maanden sprake lijkt te zijn van vooruitgang, vraagt de rechtbank zich met de officier van justitie en de raadsvrouw af, in hoeverre betrokkene in de toekomst nog een gevaar voor anderen vormt gelet op zijn slechte fysieke gesteldheid en een mogelijke verdere, onomkeerbare teloorgang. De rechtbank zal daarom de tbs verlengen met 1 jaar, opdat de situatie van betrokkene nogmaals – en met voldoende voortvarendheid – kan worden beoordeeld.
Dan kan worden bezien of het forensische tbs-kader nog passend en geboden is of dat het civielrechtelijke Wvggz-kader als substituut kan dienen.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met
1 jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.P.E. Mullers, voorzitter, mr. D van Kralingen en
mr. E. Vliegenberg, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.J.E.M. Hoezen en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 december 2023.
Mr. Mullers is niet in de gelegenheid om deze beslissing mede te ondertekenen.