Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1968, die verblijft bij een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar verlengd, in plaats van de door de officier van justitie gevorderde twee jaar. Dit besluit is genomen op basis van adviezen van externe gedragsdeskundigen en de tbs-instelling, die een versneld resocialisatietraject en een kortere verlenging van de tbs adviseerden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist, maar dat de behandeling van de betrokkene langer dan één jaar zal duren. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen gevolgd, die aangaven dat een verlenging van één jaar helpend kan zijn bij het opbouwen van de verloven. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het feit dat de betrokkene sinds zijn opname geen geweld heeft getoond en gemotiveerd is om abstinent te blijven van middelengebruik. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee rechters aanwezig waren, en is uitgesproken ter openbare zitting.