Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
“
4.3.Indien sprake is van niet (tijdige) betaling van één of meer termijnen is koper jegens verkoper in verzuim en heeft verkoper het recht de geldleningsovereenkomst tussentijds te beëindigen waardoor alle nog te vervallen termijnen ineens en in zijn geheel opeisbaar zijn.”
“
5. Vergunningen
Verkoper staat er jegens koper voor in met betrekking tot het verkochte die informatie te hebben gegeven die naar geldende verkeersopvattingen door hem ter kennis van de koper behoort te worden gebracht.
Artikel 2.
- de koper zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen jegens de verkoper niet dan wel niet behoorlijk nakomt;
- de exploitatie van het bedrijf van koper wordt gestaakt, geheel of gedeeltelijk wordt vervreemd, verhuurd dan wel onder enige andere titel aan een derde wordt overgedragen;
- van slechte bedrijfsvoering die het voortbestaan van het horecabedrijf als geëxploiteerd voor de verkoop in gevaar brengt, hetgeen blijkt uit een terugval in de omzet;
- de betaling van de verschuldigde maandelijkse termijnen (als bedoeld in art 4) meer dan twee opeenvolgende maanden achterwege is gebleven;
- (…)”
levering
Op 3 juni 2022 is tussen u en cliënte een koopovereenkomst gesloten betreffende, kort gezegd, “ [broodjeszaak] ”. Inmiddels heeft cliënte het volgende geconstateerd (in willekeurige volgorde; en het is slechts een incomplete opsomming):
- De koop betreft o.a. goodwill; in dat kader zou een lijst met klantcontacten aan cliënte verstrekt worden; dat heeft u niet gedaan; ook zijn, in weerwil van hetgeen afgesproken en overeengekomen was, de wachtwoorden voor de diverse sociale media-kanalen niet verstrekt;
- Ook ziet de koop op o.a. de voorraad; die heeft u echter de avond vòòr de overname, naar diverse getuigen ook bevestigen, weggehaald;
- Door u is gegarandeerd dat u beschikt over alle vergunningen die voor exploitatie noodzakelijk zijn; dat blijkt niet het geval te zijn want de “Scope10” is niet eerder gedaan en die is wettelijk verplicht; dit heeft onder andere geleid tot een, uiteraard niet voorziene, verhoging van verzekeringspremies; ook blijkt de terrasvergunning niet, zoals u wel had verklaard, te voorzien in toegestane plaatsing van vijf tafels buiten maar slechts twee;
- De overnamesom is uiteraard gebaseerd op de hoogte van de kosten zoals door u opgevoerd aan de hand van de door u verstrekte financiële bescheiden; in afwijking van hetgeen daarin is opgevoerd aan personeelskosten blijken die in werkelijkheid op jaarbasis tienduizenden euro’s hoger dan door u in bedoelde bescheiden is verantwoord; dit is een gevolg van het feit dat, naar nu is gebleken, u het personeel deels “zwart” uitbetaalde; gevolg hiervan is dat cliënte een veel te hoge koopprijs heeft betaald c.q. moet betalen;
- De koop heeft ook betrekking op twee auto’s; die zouden APK gekeurd zijn maar ook dat is niet het geval gebleken;
- De (waarde van de) cadeaubonnen zou u aan cliënten vergoeden; ook dat heeft u niet gedaan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Aangezien er wel een terrasvergunning aanwezig was, concludeert de rechtbank dat [eiser in conventie] ook op dit punt aan haar verplichtingen uit de (huur)koopovereenkomst heeft voldaan. Hoeveel tafels er wanneer in de praktijk voor de overname werden buitengezet, kan daarom in het midden blijven. Het ontbreken van een terrasvergunning voor vijf tafels, levert dus geen grond op voor ontbinding.
173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
98,00