ECLI:NL:RBZWB:2023:8517

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
10253542 CV EXPL 22-4750 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en schadevergoeding in verband met storingen aan een vriescel

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gaat het om een vordering tot betaling van facturen door [eiser in conventie] B.V. aan [gedaagde in conventie 1] V.O.F. De eiser heeft diverse reparaties uitgevoerd aan een vriescel van de gedaagde, waarvoor vijf facturen zijn verzonden. De gedaagde heeft echter geweigerd deze facturen te betalen, met de stelling dat er onnodige reparaties zijn uitgevoerd en dat de ventilator van de compressor niet is vervangen, wat zou hebben geleid tot schade. De kantonrechter heeft op 22 november 2023 geoordeeld dat de vordering van de eiser tot betaling van de facturen wordt toegewezen, omdat de gedaagde niet heeft kunnen aantonen dat er onnodige reparaties zijn uitgevoerd of dat er schade is geleden als gevolg van de werkzaamheden van de eiser. De kantonrechter heeft ook de tegenvordering van de gedaagde afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat er schade is geleden door ondeugdelijke reparaties. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 2.030,25, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente, en in de proceskosten van de eiser. De tegenvordering van de gedaagde is afgewezen, en deze is ook veroordeeld in de proceskosten van de eiser in reconventie.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10253542 \ CV EXPL 22-4750
Vonnis van 22 november 2023
in de zaak van
[eiser in conventie] B.V.,
te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: Betalis B.V.,
tegen

1.[gedaagde in conventie 1] V.O.F.,

te [plaats] ,
2.
[gedaagde in conventie 2],
te [plaats] ,
3.
[gedaagde in conventie 3],
te [plaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
procederend bij [gedaagde in conventie 2] en [gedaagde in conventie 3] .
Partijen zullen hierna worden genoemd: “ [eiser in conventie] ” en “ [gedaagde in conventie 1] ” [gedaagde in conventie 2] zal afzonderlijk “ [gedaagde in conventie 2] ” worden genoemd en [gedaagde in conventie 3] zal afzonderlijk “ [gedaagde in conventie 3] ” worden genoemd.

1.De zaak in het kort

1.1.
In deze zaak gaat het om storingen aan een vriescel bij [gedaagde in conventie 1] . [eiser in conventie] heeft aan die vriescel diverse reparaties uitgevoerd. Zij heeft onder meer de ventilator en de compressor van de vriescel vervangen. [eiser in conventie] heeft voor de reparaties vijf facturen verzonden, maar deze heeft [gedaagde in conventie 1] niet betaald. Volgens [gedaagde in conventie 1] hebben er onnodige reparaties plaatsgevonden. De ventilator van de compressor is niet vervangen en daarom is de compressor doorgebrand. Hierdoor heeft [gedaagde in conventie 1] schade geleden, die zij vergoed wil zien. Ook heeft de monteur van [eiser in conventie] de compressor meegenomen, terwijl [gedaagde in conventie 1] gevraagd heeft om die achter te laten, zodat ze die kon laten onderzoeken en reviseren.
1.2.
De kantonrechter zal de vordering van [eiser in conventie] tot betaling van de vijf facturen toewijzen. De schade van [gedaagde in conventie 1] is niet komen vast te staan, zodat [eiser in conventie] die schade niet hoeft te betalen. De kantonrechter zal hieronder in het vonnis uitleggen waarom dat zo is.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 februari 2023
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

3.De feiten

3.1.
[eiser in conventie] is vijf maal bij [gedaagde in conventie 1] geweest om reparaties uit te voeren vanwege storingen aan de vriescel.
3.2.
[eiser in conventie] heeft hier de volgende facturen voor verstuurd:
Datum factuur Bedrag Datum werkzaamheden
15-7-2002 € 523,02 12-7-2022
17-7-2022 € 214,17 17-7-2022
29-8-2022 € 177,07 22-8-2022
29-8-2023 € 170,01 26-8-2022
29-8-2023 € 793,61 29-8-2022
Na aanmaning door de gemachtigde van [eiser in conventie] heeft [gedaagde in conventie 1] een bedrag van € 173,62 betaald.
3.3.
Na elk bezoek van een monteur van [eiser in conventie] is een werkbon opgemaakt, welke steeds door “ [naam 1] ”, “ [naam 2] ” of “ [naam 3] ” van [gedaagde in conventie 1] is afgetekend.
3.4.
Op de werkbon van het bezoek van 12 juli 2022 staat bij de bevindingen vermeld:

Condensor ventilator defect, daardoor compressor oververhit, geen hd pressostaat.
Door te hoge drukken afsluiter lek, afsluiter vastgezet en ventilator vervangen.
Koudemiddel gevuld 600 gram r404@, condensor technisch gereinigd met stikstof.
Tevens condensor van de koelcel ook gereinigd met stikstof. Lamp van de koelcel vervangen, lamp is zelf van klant.”.
3.5.
Op 17 juli 2022 heeft een monteur van [eiser in conventie] een controle uitgevoerd aan de automaat, en op 22 augustus 2022 is onder andere de zekering vervangen.
3.6.
Op 26 augustus 2022 is geconstateerd dat de compressor van de vriescel kapot was en op 29 augustus 2022 is deze compressor vervangen. De monteur van [eiser in conventie] heeft de oude compressor meegenomen om als klein chemisch afval af te voeren. De bijbehorende werkbon is namens [gedaagde in conventie 1] door “ [naam 1] ” getekend.
3.7.
[gedaagde in conventie 1] heeft diverse malen verzocht om teruggave van de kapotte compressor.
3.8.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser in conventie] een compressor aan [gedaagde in conventie 1] overhandigd.

4.Het geschil

de vordering
4.1.
[eiser in conventie] vordert € 2.030,25, vermeerderd met de rente. [eiser in conventie] vordert ook dat [gedaagde in conventie 1] in de proceskosten wordt veroordeeld en zij wil de mogelijkheid krijgen om het vonnis meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Er waren storingen aan de vriescel bij [gedaagde in conventie 1] , die [eiser in conventie] steeds heeft opgelost. Zo is onder meer op 12 juli 2022 de ventilator vervangen en in augustus 2022 is er een zekering vervangen, alsmede de compressor.
4.2.
[gedaagde in conventie 1] voert verweer. De ventilator van de compressor is volgens haar niet vervangen, waardoor de compressor kapot is gegaan. Hierdoor hebben er onnodige reparaties plaatsgevonden. Bovendien is de kapotte compressor meegenomen, terwijl [gedaagde in conventie 1] heeft gevraagd die achter te laten. De compressor was pas vijftien maanden geleden geplaatst en was nu al kapot gegaan, terwijl de vorige zo’n vijftien tot twintig jaar oud was. [gedaagde in conventie 1] had de kapotte compressor willen laten onderzoeken en reviseren. Als zij de compressor terug heeft, wil ze de facturen van [eiser in conventie] betalen.
de tegenvordering
4.3.
[eiser in reconventie 1] vordert - samengevat - betaling van de schade die zij heeft geleden en de kosten van onnodige reparaties. Omdat de vriescel kapot was heeft [eiser in reconventie 1] ontdooide producten gehad. [verweerder in reconventie] heeft tot twee maal toe een verkeerd advies gegeven omtrent de installatieautomaat, waardoor de compressor twee keer is vervangen
.De tweede keer dat de compressor is vervangen heeft [eiser in reconventie 1] een ander bedrijf ingeschakeld. Als de ventilator van de koelcel meteen was vervangen door [verweerder in reconventie] dan had de compressor geen extra energie hoeven leveren en was deze niet doorgebrand. Hierdoor hebben er onnodige reparaties plaatsgevonden.
4.4.
[verweerder in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser in reconventie 1] , met veroordeling van [eiser in reconventie 1] in de kosten van deze procedure. De reparaties aan de vriescel zijn goed uitgevoerd. Er is geen verband tussen de werkzaamheden en de schade, zodat [verweerder in reconventie] daar niet verantwoordelijk voor is.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
De kantonrechter zal het bedrag van € 1.877,88 van de openstaande facturen toewijzen, omdat [gedaagde in conventie 1] deze is verschuldigd. [eiser in conventie] heeft haar werkzaamheden aan de vriescel goed uitgevoerd.
de ventilator is vervangen
5.2.
Het standpunt van [gedaagde in conventie 1] dat de ventilator niet op 12 juli 2022 is vervangen en er daardoor onnodige reparaties hebben plaatsgevonden volgt de kantonrechter niet. Ten eerste is er een werkbon van die dag waarop het vervangen van de ventilator staat vermeld die bovendien is afgetekend door [gedaagde in conventie 2] . Ten tweede blijkt uit de werkbonnen van de monteurs dat de storingen aan de koelcel steeds een andere oorzaak hebben en er telkens andere reparaties hebben plaatsgevonden. Eerst is op 12 juli 2022 onder meer de afsluiter vastgezet, de ventilator vervangen en de condensor van de koelcel gereinigd met stikstof. Daarna heeft [eiser in conventie] op 17 juli 2022 een controle uitgevoerd, omdat de automaat eruit lag. Op 22 augustus 2022 is de zekering vervangen en op 26 augustus 2022 is geconstateerd dat de compressor kapot was, waarna deze op 29 augustus 2022 is vervangen. Naar het oordeel van de kantonrechter staat dan ook vast dat de ventilator op 12 juli 2022 is vervangen door [eiser in conventie] en dat daarna steeds reparaties hebben plaatsgevonden die los staan van de (kapotte) ventilator. Die reparaties kunnen dan ook niet als onnodig worden aangemerkt. Het feit dat [gedaagde in conventie 2] op 12 juli 2022 – zoals hij heeft verklaard – niet heeft gecontroleerd of de ventilator is vervangen, maar op goed vertrouwen de werkbon heeft afgetekend, komt voor zijn rekening en risico. In ieder geval blijkt helemaal nergens uit dat de ventilator niet vervangen is. Na het vervangen van de ventilator heeft de vriescel ook weer (tijdelijk) gewerkt.
geen oververhitting van de compressor door hogere ampère
5.3.
Omdat de vriescel een aantal keer was uitgevallen, heeft een monteur van [eiser in conventie] aan [gedaagde in conventie 1] geadviseerd een hogere ampère in de zekeringskast aan te brengen. Volgens [gedaagde in conventie 1] is de compressor door de hogere ampère oververhit geraakt en daarom doorgebrand. Dit standpunt van [gedaagde in conventie 1] volgt de kantonrechter ook niet. Door [eiser in conventie] is immers onweersproken ter zitting gesteld dat bij verhoging van het aantal ampère in de zekeringskast alleen de mogelijkheid wordt verhoogd om (met meer elektrische apparaten) meer stroom te trekken, maar dat dat niet betekent dat een apparaat zoals een compressor daardoor meer stroom toegediend krijgt. Verhoging van het aantal ampére leidt niet tot een hogere stroombelasting van de compressor. Verhoging van het aantal ampére doe je juist om overbelasting en daarmee oververhitting van apparatuur te voorkomen. Verder is nog onweersproken door [eiser in conventie] gesteld dat zij zestien ampère heeft geadviseerd, omdat een compressor in combinatie met andere voorzieningen van een vriescel soms net iets meer dan tien ampère gebruikt. Met zestien ampère is er voldoende ampère voor de compressor om te blijven draaien.
5.4.
Ook staat onweersproken vast dat er nooit een afsluitklep heeft gezeten tussen de compressor en de vriescel. Dat een monteur van een ander bedrijf (in een filmpje dat op de telefoon van [gedaagde in conventie 2] staat) heeft verklaard dat een afsluitklep ontbreekt is dus niet van belang. Er bestaat dan ook om die reden geen aanleiding om het filmpje dat [gedaagde in conventie 1] ter zitting op zijn mobiel bij zich had te bekijken. Daarbij wordt in ogenschouw genomen dat de koelcel kennelijk jarenlang goed heeft gefunctioneerd zonder een afsluitklep. Het had voor de hand gelegen dat wanneer er een verband was tussen het ontbreken van een afsluitklep en het doorbranden van de compressor dit al jaren daarvoor zou zijn gebeurd.
5.5.
Gelet op het voorgaande kan niet worden geconcludeerd dat een hogere ampère de oorzaak was van de oververhitting van de compressor.
[gedaagde in conventie 1] mocht de betaling van de facturen niet opschorten
5.6.
Verder staat vast dat de vorige compressor ongeveer vijftien jaar meegegaan is en de compressor die door [eiser in conventie] is geplaatst, na vijftien maanden – na het verstrijken van de garantietermijn – kapot is gegaan. Gelet hierop en omdat een compressor niet is te reviseren, is door [eiser in conventie] coulancehalve maar de helft van de kosten van de compressor en de helft van de arbeidsuren in rekening gebracht in augustus 2022. [gedaagde in conventie 1] heeft niet betwist dat zij akkoord was dat om die reden de helft van de kosten in rekening is gebracht. Er bestaat dan ook geen aanleiding voor [gedaagde in conventie 1] om de facturen niet te betalen. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie 1] de facturen niet betaald, omdat zij de kapotte compressor niet terug kreeg. Door [eiser in conventie] is gesteld dat een compressor die doorgebrand is geen enkele waarde meer heeft en niet kan worden gereviseerd. Dit is niet weersproken door [gedaagde in conventie 1] . Dat zij twijfelde of zij destijds wel een nieuwe compressor had gekregen is onvoldoende om te betaling van de facturen op te schorten. Bovendien heeft [gedaagde in conventie 1] ter zitting een compressor overhandigd gekregen van [eiser in conventie] , zodat die reden om niet te betalen niet meer bestaat.
5.7.
Het bovenstaande leidt ertoe dat [gedaagde in conventie 1] de facturen moet betalen.
rente
5.8.
De door [eiser in conventie] gevorderde handelsrente zal eveneens – wegens betalingsverzuim – worden toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
5.9.
[eiser in conventie] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Weliswaar heeft [gedaagde in conventie 1] aangevoerd dat zij geen betalingsherinnering heeft gehad van [eiser in conventie] en dat er één keer een e-mail naar een ander bedrijf is gestuurd en dat dit misschien ook met de aanmaningen is gebeurd, maar dat verweer volgt de kantonrechter niet. Uit de door [eiser in conventie] overgelegde brief volgt dat [gedaagde in conventie 1] is aangeschreven op het adres waar ook de dagvaarding is betekend. Ook is deze brief en nog twee andere mails met een betalingsherinnering naar het mailadres [mailadres] verstuurd. Niet is betwist dat het adres op de brief het (zakelijk) adres van [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] en [gedaagde in conventie 3] is. Ook is niet betwist dat het mailadres van [gedaagde in conventie 2] is. De ontkenning dat [gedaagde in conventie 1] geen betalingsherinnering heeft ontvangen of dat de brieven naar een ander bedrijf zijn gestuurd, is daarmee onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Het gevorderde bedrag van € 281,68 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
5.10.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen.
  • hoofdsom € 1.877,88
  • buitengerechtelijke incassokosten € 281,68 +
  • rente tot en met 16 december 2022 € 44,31 +
---------------------
€ 2.203,97
- betalingen € 173,62 -/-
---------------------
Totaal € 2.030,25
5.11.
[gedaagden] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser in conventie] als volgt vastgesteld:
  • kosten van de dagvaarding € 118,10
  • griffierecht € 365,00
  • salaris gemachtigde € 398,00 (2,00 punten x € 199,00)
  • nakosten € 132,00
----------
€ 1.013,10
de tegenvordering
5.12.
De kantonrechter wijst de vordering van [eiser in reconventie 1] af, omdat niet is komen vast te staan dat zij schade heeft geleden als gevolg van (ondeugdelijke) reparaties van [verweerder in reconventie]
geen betaling van schade
5.13.
Niet ter discussie staat dat de vriescel in juli en augustus 2022 een aantal keer kapot is geweest en dat [verweerder in reconventie] de vriescel steeds heeft gerepareerd. Hoewel de kantonrechter wil aannemen dat de inhoud van de vriescel door het ontdooien verloren is gegaan, heeft [eiser in reconventie 1] het causaal verband tussen het handelen van [verweerder in reconventie] tijdens de reparaties en de gestelde schade onvoldoende gemotiveerd onderbouwd gesteld. Uit overweging 5.2 volgt dat er geen onnodige reparaties door [verweerder in reconventie] zijn uitgevoerd. Hiermee is komen vast te staan dat [verweerder in reconventie] bij iedere storing goed heeft gehandeld, zodat de oorzaak van het ontdooien van de producten niet aan haar kan worden toegerekend. Dit betekent dat er geen causaal verband is komen vast te staan tussen de reparaties en de gestelde schade. De vordering om de schade te betalen zal dan ook worden afgewezen.
geen teruggave van compressor
5.14.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verweerder in reconventie] een compressor aan [eiser in reconventie 1] overhandigd, waarvan [verweerder in reconventie] heeft verklaard dat het de oude compressor is van [eiser in reconventie 1] . Omdat [eiser in reconventie 1] ter zitting niet kon controleren of het de betreffende compressor was die is meegenomen door de monteur, heeft zij dat deel van de vordering niet ingetrokken.
5.15.
Omdat hierboven is komen vast te staan dat een doorgebrande compressor geen enkele waarde meer heeft, zal ook dit deel van de vordering worden afgewezen. Eetfcafé de Korenbloem beschikt door de overhandiging ter zitting over een kapotte compressor. Zij heeft geen rechtens te respecteren belang om de eigen compressor terug te krijgen, voor zover zij die niet reeds heeft ontvangen op de zitting.
5.16.
[eisers in reconventie] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [verweerder in reconventie] als volgt vastgesteld:
  • salaris gemachtigde: € 199,00 (2,00 punten x factor 0,5 x € 199,00)
  • nakosten € 99,50
------------
Totaal: € 298,50

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie 1] hoofdelijk om aan [eiser in conventie] te betalen een bedrag van € 2.030,25 (inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke handelsrente tot en met 16 december 2022), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 17 december 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie 1] in de proceskosten van € 1.013,10, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde in conventie 1] ook de kosten van betekening betalen,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
de tegenvordering
6.4.
wijst de vorderingen van [eiser in reconventie 1] af,
6.5.
veroordeelt [eiser in reconventie 1] in de proceskosten, aan de zijde van [verweerder in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 298,50,
6.6.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op
22 november 2023.