ECLI:NL:RBZWB:2023:8523

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
C/02/412485 / FA RK 23/3643
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. van den Beld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel

Op 18 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking volgde op een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene, geboren in 1956, die momenteel verblijft in een accommodatie. Het verzoekschrift was ingediend op 2 augustus 2023, vergezeld van diverse medische documenten en verklaringen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 18 augustus 2023 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door haar advocaat, en werden ook een psychiater, een specialist ouderengeneeskunde in opleiding en de echtgenoot van betrokkene gehoord. Betrokkene gaf aan dat het goed met haar ging en dat zij geen psychiatrische stoornis had, maar de behandelaar en psychiater gaven aan dat er sprake was van een psychotisch beeld met wanen en achterdocht. De behandelaar stelde dat betrokkene een zorgmachtiging nodig had om haar gezondheid te stabiliseren en te voorkomen dat zij in een gevaarlijke situatie terecht zou komen.

De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien betrokkene weigerde mee te werken aan de behandeling. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verplichte zorg, waaronder toediening van medicatie, voeding en toezicht. De rechtbank concludeerde dat de voorgestelde zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter J. van den Beld en is op 1 september 2023 ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/412485 / FA RK 23/3643
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 18 augustus 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] , [land] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 augustus 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 1 augustus 2023;
- de medische verklaring van 27 juli 2023;
- een zorgplan van 28 juli 2023;
- een zorgkaart van 24 juli 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , psychiater
- mevrouw [behandelaar] , specialist ouderengeneeskunde in opleiding (hierna: behandelaar);
- de heer [naam 2] , echtgenoot.
Tevens was aanwezig de heer [naam 3] . Hij is niet gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat het prima met haar gaat; ze heeft geen psychiatrische stoornis. Betrokkene neemt de medicijnen en luistert naar de zorg, maar de medicatiedosering is volgens haar te hoog; ze kan nog niet eens iets aanpakken. Er is niks met betrokkene aan de hand. Betrokkene wil naar huis en vindt ook dat ze gewoon thuis kan wonen. Haar echtgenoot mag haar helpen, maar hij mag haar niet meer bang maken dat ze moet worden opgenomen. Hetgeen de behandelaar vertelt is volgens betrokkene onzin; betrokkene heeft geen wanen en is niet achterdochtig. Ook eet en drinkt zij goed en neemt ze zonder dwang haar medicatie in.
3.2.
Tijdens de mondelinge behandeling brengt de behandelaar naar voren dat het toestandsbeeld van betrokkene ten opzichte van het begin van de opname een lichte verbetering en stijgende lijn laat zien. Waar betrokkene toen weigerde te eten en heel passief was, gaat het eten en drinken nu iets beter. Wel weigert betrokkene af en toe nog steeds te eten en drinken. De situatie blijft erg wisselend. Er is sprake van een psychotisch beeld met veel wanen en achterdocht. Betrokkene heeft geen realiteitsbesef. Gisteren heeft er een incident plaatsgevonden, waarbij betrokkene zichzelf had ingesloten en agressiviteit en agitatie toonde. De medicatie moet onder dwang worden toegediend. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht. Er bestaat een grote kans op terugval in katatonie. Als betrokkene nu terug naar huis zou gaan zou zij stoppen met eten en drinken en geen medicatie innemen, waardoor er sprake zou zijn van algehele teloorgang. Er is op dit moment nog geen duidelijke diagnose. De komende periode is het van belang deze diagnose scherper te stellen, zodat de behandeling en passende medicatie hierop ingezet kan worden. Een machtiging voor de duur van zes maanden is noodzakelijk om te kijken hoe de situatie zich ontwikkelt. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg geeft de behandelaar aan dat de verzochte zorgvormen noodzakelijk zijn. De psychiater vult aan dat betrokkene vanuit haar achterdocht het idee heeft dat de medicatie niet goed is en dat mensen uit Roemenië haar kwaad willen doen en samenspanning met de verpleging op de afdeling. Bij de vorige opnames is betrokkene vrij snel opgeknapt met de huidige medicatie, nu lijkt het langer te duren. Ondanks dat de diagnose nog niet zeker is, is in ieder geval de bovenliggende stoornis een psychotische stoornis. Het onderliggende beeld kan passen bij een psychotische depressie. In het verleden is er sprake geweest van schizofrenie, maar ook een bipolaire stoornis met manische en depressieve kenmerken is zichtbaar. De psychiater geeft ten aanzien van de zorgmodaliteiten aan dat betrokkene in het verleden wel kort in de separeerruimte is geplaatst.
3.3.
Tijdens de mondelinge behandeling geeft de echtgenoot van betrokkene aan dat hij geen peil kan trekken op het toestandsbeeld van betrokkene; het ene moment gaat het goed, maar het andere moment weer niet. Betrokkene wil terug naar huis. De echtgenoot geeft daarnaast aan dat betrokken niet veel eet wanneer zij thuis is.
3.4.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling geeft de advocaat van betrokkene aan dat ze zich afvraagt of de machtigingsduur van zes maanden noodzakelijk is. Betrokkene is heel stellig in haar wens dat ze naar huis wil. De advocaat vindt het belangrijk en passend dat betrokkene meer naar buiten kan gaan.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, depressieve-stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. Vaststaat dat sprake is van een psychotische stoornis, waarbij betrokkene veel wanen en achterdocht ervaart. De komende periode zal de thans aanwezige onderliggende stoornis nader worden gediagnosticeerd.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene weigert geregeld te eten en drinken. Vanuit haar achterdocht kan zij zich agressief uiten naar de verpleging. Betrokkene is immers bang dat de verpleegkundigen samenspannen met mensen uit Roemenië die haar kwaad willen doen. Wanneer betrokkene de medicatie niet inneemt is er een groot risico op een terugval in katatonie. Op het moment dat betrokkene nu naar huis zou gaan zou opnieuw sprake zijn van algehele teloorgang, waarbij betrokkene zichzelf uitput.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene weigert vanuit achterdocht en ontbrekend ziektebesef en -inzicht vrijwillige medewerking aan de noodzakelijk geachte behandeling. Betrokkene wil terug naar huis. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van vocht;
- toediening van voeding;
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Gelet op het advies van de geneesheer-directeur en hetgeen de behandelaar en psychiater ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben toegelicht, is de rechtbank van oordeel dat de zorgmodaliteit insluiten niet passend en noodzakelijk is. De rechtbank ziet derhalve geen aanleiding en noodzaak om conform het zorgplan en in afwijking van het verzoekschrift deze zorgmodaliteit toe te wijzen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden. De rechtbank is gebleken dat deze periode noodzakelijk is om betrokkene (nader) te kunnen diagnosticeren en stabiliseren.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] , [land] ,
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
18 februari 2024.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van den Beld, rechter en in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2023 in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink als griffier, en op 1 september 2023 uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.