ECLI:NL:RBZWB:2023:8524
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Meyboom
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorzieningen inzake partneralimentatie en verdiencapaciteit in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.E.M. Edelmann, verzocht om een door de man te betalen onderhoudsbijdrage van € 2.755,- per maand, met ingang van 1 september 2023. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Croes-Bleijendaal, voerde verweer en betwistte de hoogte van zijn inkomen en de behoeftigheid van de vrouw.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw behoefte heeft aan een bijdrage van de man, en dat de man over voldoende draagkracht beschikt om deze bijdrage te voldoen. De rechtbank heeft de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw berekend op € 1.658,- per maand, en de aanvullende behoefte op € 523,- netto per maand. De rechtbank heeft de draagkracht van de man vastgesteld op € 1.807,- bruto per maand, en heeft bepaald dat de man een bijdrage van € 829,- bruto per maand aan de vrouw moet betalen, met ingang van 19 september 2023.
De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw voor een hogere bijdrage afgewezen, en de beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om zowel de behoeftigheid van de onderhoudsgerechtigde als de draagkracht van de onderhoudsplichtige zorgvuldig te beoordelen in het kader van partneralimentatie.