In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 november 2023, is een verzoek tot wijziging van de zorgregeling en de kinderbijdrage ingediend door de vrouw. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.P. Kapteijn, verzoekt de rechtbank om de beschikking van 20 december 2022 te vernietigen, die betrekking heeft op de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.P.M. Planthof, voert verweer en doet een zelfstandig verzoek om het ouderschapsplan aan de beschikking te hechten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen het eens zijn over de inhoud van het ouderschapsplan dat op 17 maart 2023 is ondertekend. De rechtbank heeft het primaire verzoek van de vrouw toegewezen, omdat de door haar verzochte regeling en bijdrage overeenkomt met de inhoud van het ouderschapsplan. De rechtbank heeft bepaald dat de vrouw vanaf 17 maart 2023 € 25,- per maand per kind aan de man moet betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de vrouw verantwoordelijk is voor het halen en brengen van de minderjarigen, met uitzondering van de vakanties, waarin dit door beide ouders gelijkelijk wordt verzorgd. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw ten aanzien van de kleding van de minderjarigen afgewezen, omdat deze onvoldoende concreet waren. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de overige regelingen uit het ouderschapsplan deel laten uitmaken van deze beschikking.