In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld op 6 oktober 2022 en liep tot 6 oktober 2023. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, met als doel de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er positieve ontwikkelingen zijn in de omgang tussen de ouders en de minderjarige. De ouders hebben stappen gezet in hun communicatie en omgangsregelingen, waarbij de minderjarige nu eens per twee weken bij de vader verblijft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks deze positieve ontwikkelingen, de minderjarige nog steeds in haar ontwikkeling wordt bedreigd door een loyaliteitsconflict tussen de ouders. De kinderrechter heeft de ouders complimenten gegeven voor hun inzet en de stappen die zij hebben gezet, maar benadrukt dat er nog werk aan de winkel is. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 6 oktober 2024, met de hoop dat de ouders in dat jaar verder kunnen werken aan hun problemen en de ontwikkeling van de minderjarige. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ondertoezichtstelling onmiddellijk kan worden voortgezet, ook in het geval van hoger beroep.