ECLI:NL:RBZWB:2023:8550

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
C/02/416183 / FA RK 23/5444
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een minderjarige in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 22 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige, geboren in 2008. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 20 november 2023 was opgelegd. De minderjarige was tijdelijk opgenomen in een accommodatie na een suïcidepoging en had eerder op vrijwillige basis behandeling ondergaan in een zorginstelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 november 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de minderjarige zelf, haar ouders, en zorgprofessionals. De minderjarige gaf aan dat zij niet langer in de huidige accommodatie wilde verblijven en terug wilde naar haar eerdere zorginstelling. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de minderjarige, en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om haar veiligheid te waarborgen. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van één week, met ingang van 22 november 2023, en tot en met 29 november 2023. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en is op 6 december 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/416183 / FA RK 23/5444
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 22 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[de minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2008 te [geboorteplaats] , [land] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie [stichting] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] ,
advocaat: mr. R. Heemskerk, te 's-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 21 november 2023, ingekomen ter griffie op 21 november 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 20 november 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente [plaats] tot het nemen van de crisismaatregel van 20 november 2023;
- de medische verklaring van 20 november 2023;
- het episodejournaal van 20 november 2023;
- het politie informatierapport Wvggz van 20 november 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 november 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- [de minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam 1] , GZ-psycholoog;
- [naam 2] , verpleegkundige;
- [de moeder] en [de vader] , ouders van [de minderjarige] (zij zijn telefonisch gehoord).
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
2. Verzoek
2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
[de minderjarige] vertelt tijdens de mondelinge behandeling dat zij nu ongeveer drie maanden op vrijwillige basis wordt behandeld in [zorgbegeleiding] in [plaats] . Deze behandeling duurt in totaal zes maanden. Vanwege oplopende spanning is [de minderjarige] de laatste tijd twee keer weggelopen, waarbij zij één keer de snelweg is opgelopen. [de minderjarige] benoemt dat zij op dat moment niet verder wilde leven. Vanwege deze gebeurtenissen en de omstandigheid dat er geen plek voor haar was op de HIC-afdeling van [zorgbegeleiding] , is [de minderjarige] nu tijdelijk in [stichting] opgenomen. Hier zit [de minderjarige] de hele dag op haar kamer en dat vindt [de minderjarige] vervelend en niet helpend. Zij wil daarom graag terug naar [zorgbegeleiding] om haar behandeling daar voort te zetten. Verder benoemt [de minderjarige] dat zij op vrijwillige basis medicatie inneemt. Haar medicatie is onlangs aangepast, maar het effect daarvan laat altijd even op zich wachten.
3.2
De advocaat bepleit namens [de minderjarige] afwijzing van het verzoek. [de minderjarige] wil graag terug naar [zorgbegeleiding] om haar behandeling daar op vrijwillige basis voort te zetten. De huidige opname in [stichting] is enkel bedoeld om [de minderjarige] tijdelijk veiligheid te bieden. [de minderjarige] heeft nu ondervonden dat zij op een gesloten afdeling wordt geplaatst wanneer zij wegloopt, en dat wil zij niet.
3.3
De GZ-psycholoog benoemt dat [de minderjarige] uit het niets veel spanning kan opbouwen, waarbij zij geen weerstand kan bieden aan de stemmen in haar hoofd en zichzelf pijn doet. Daar is [de minderjarige] de afgelopen tijd voor behandeld op [zorgbegeleiding] . [de minderjarige] is nu tijdelijk in [stichting] opgenomen, omdat haar veiligheid op de open afdeling van [zorgbegeleiding] niet kon worden gewaarborgd en er geen plek voor haar was op de gesloten HIC-afdeling aldaar. Er wordt nu alles aan gedaan om de behandeling van [de minderjarige] op korte termijn weer voort te kunnen zetten in [zorgbegeleiding] . Dat kan naar verwachting over één week en daar is geen verplicht zorgkader voor nodig. De opname van [de minderjarige] in [stichting] is bedoeld om haar tot die tijd veiligheid en rust te bieden, en niet om haar daadwerkelijk te behandelen. [de minderjarige] wil echter niet langer in [stichting] opgenomen blijven.
3.4
De verpleegkundige sluit zich aan bij hetgeen de GZ-psycholoog naar voren heeft gebracht.
3.5
De ouders geven aan dat de spanning de afgelopen weken hoog is opgelopen bij [de minderjarige] door de EMDR-therapie en een wijziging in de medicatie. Als gevolg daarvan is [de minderjarige] vorige week de snelweg opgelopen. Dit had zomaar fout kunnen gaan. Hoewel de medicatie van [de minderjarige] vervolgens is aangepast en de EMDR-therapie is stopgezet, is [de minderjarige] daarna nogmaals weggelopen. De ouders staan daarom achter de tijdelijke gedwongen opname van [de minderjarige] in [stichting] . Dat is nu nodig om [de minderjarige] en haar omgeving veilig te houden. Het is de bedoeling dat [de minderjarige] , zodra dat weer veilig voor haar is, terug naar [zorgbegeleiding] gaat om haar behandeling op de open afdeling te vervolgen. Dat kan waarschijnlijk vanaf aanstaande maandag.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente van 20 november 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in de accommodatie [stichting] , op de afdeling Kind & Jeugd.
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en depressieve-stemmingsstoornissen. De rechtbank begrijpt dat [de minderjarige] in [zorgbegeleiding] wordt behandeld voor (onder andere) haar autismespectrumstoornis. De psychische stoornis is door of namens [de minderjarige] niet betwist.
4.3
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Daarbij overweegt de rechtbank dat [de minderjarige] de laatste tijd onder invloed van de bovengenoemde stoornis last heeft van toenemende spanningen, als gevolg waarvan zij recent een suïcidepoging heeft ondernomen door de snelweg op te lopen. Nu [de minderjarige] na deze poging nogmaals is weggelopen en de spanningen nog niet zijn afgenomen, is er naar het oordeel van de rechtbank nog steeds sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waartegen [de minderjarige] moet worden beschermd.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het opnemen in een accommodatie.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. [de minderjarige] heeft duidelijk aangegeven dat zij niet langer in [stichting] opgenomen wil blijven.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de duur van één week, met ingang van heden en tot en met 29 november 2023. De rechtbank neemt deze beslissing omdat [de minderjarige] , zoals is gebleken tijdens de mondelinge behandeling, haar behandeling op [zorgbegeleiding] over een week weer kan vervolgen. De rechtbank begrijpt voorts dat daar geen verplicht zorgkader voor nodig is nu [de minderjarige] graag terug wil naar [zorgbegeleiding] en gemotiveerd is om haar behandeling aldaar voort te zetten.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2008 te [geboorteplaats] [land] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
29 november 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 6 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.