ECLI:NL:RBZWB:2023:8553

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
C/02/415040 / FA RK 23/4886
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 22 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats]. Deze beschikking volgt op een eerder verleende zorgmachtiging van 8 november 2023, die gold voor de duur van twee weken. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Tijdens de mondelinge behandeling op 22 november 2023 heeft betrokkene aangegeven dat hij geen zorgmachtiging wil, maar dat hij het niet erg vindt als deze als stok achter de deur fungeert. Betrokkene heeft een geschiedenis van psychische problemen, waaronder een psychotische stoornis, en heeft in het verleden medicatie geweigerd. De psychiater en sociaal psychiatrisch verpleegkundigen hebben echter aangegeven dat er zorgen zijn over de huidige toestand van betrokkene, die in toenemende mate paranoïde en geagiteerd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie toegewezen en een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 8 mei 2024. De rechtbank heeft daarbij de verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld die kunnen worden toegepast, met de nadruk op het kiezen van de minst ingrijpende maatregelen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en is openbaar uitgesproken op 22 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/415040 / FA RK 23/4886
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Nadere beschikking van 22 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. F.M.M.M. Vogels te Amsterdam.

1.Het nadere procesverloop

1.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 8 november 2023 is ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging verleend voor de duur van twee weken, onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek. De rechtbank verwijst naar die beschikking.
1.2
De nadere mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 november 2023, op het bij de rechtbank bekende woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens die mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, via een telefonische verbinding bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , psychiater;
- de heer [naam 2] en de heer [naam 3] , sociaal psychiatrisch verpleegkundigen;
- mevrouw [naam 4] , curator.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoeken aan kleding of lichaam;
- het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
2.2
Ter beoordeling is nu nog het resterende deel van het verzoek tot een zorgmachtiging, te weten voor de periode van 22 november 2023 tot en met 8 mei 2024.

3.De nadere standpunten

3.1
Betrokkene geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat hij het liefst geen zorgmachtiging wil, maar dat evenwel niet erg vindt als stok achter de deur. Betrokkene legt uit dat hij al jaren ups en downs heeft en voorheen opgenomen is geweest. In [stichting] is hij kapot gemaakt en dat wil hij niet nogmaals meemaken. Betrokkene legt uit dat het op dit moment goed met hem gaat. Hij is niet paranoïde en heeft geen last van belevingen of stemmen in zijn hoofd. Zijn middelengebruik is fors verminderd en hij verzorgt zichzelf goed. Hij leidt eigenlijk gewoon zijn leven en valt daarmee niemand lastig. Verder benoemt betrokkene dat hij openstaat voor de zorg en altijd wel in samenwerking is. Hij heeft regelmatig contact met zijn arts en gebruikt dagelijks diverse soorten orale medicatie, onder meer voor zijn psychotische ontregeling. Hij voelt zich nu veel beter dan toen hij eerder depotmedicatie toegediend kreeg. Daar kreeg hij nare bijwerkingen en nachtmerries van. Betrokkene wil geen depotmedicatie meer toegediend krijgen en wil evenmin gedwongen medicatie innemen. Hij zal dat wel accepteren als het echt nodig is. Betrokkene wil er alles aan doen om een opname te voorkomen en zal zich zoveel mogelijk inzetten voor het onderhouden van contact met het FACT-team. Er moet dan ook wel begrip bij de hulpverlening zijn als een afspraak hem een keer niet goed uitkomt.
3.2
De advocaat van betrokkene stemt namens betrokkene in met het voorliggende verzoek. Betrokkene is akkoord met de zorgmachtiging.
3.3
De psychiater geeft aan dat het verzoek moet worden toegewezen. Er zijn de laatste tijd veel zorgen om betrokkene. Betrokkene heeft na afloop van de eerdere zorgmachtiging op 9 augustus 2023 zijn depotmedicatie geweigerd. Sindsdien is betrokkene in toenemende mate paranoïde en geagiteerd. Er is tevens sprake van verwaarlozing en het is de afgelopen tijd erg lastig geweest om met betrokkene in contact te komen. Betrokkene doet de deur niet open voor het FACT-team. De medicatie die betrokkene stelt dagelijks in te nemen, betreft daarnaast geen voorgeschreven medicatie. De psychiater legt uit dat de mogelijkheden ten aanzien van de inzet van medicatie de komende tijd moeten worden onderzocht. Een gedwongen opname wordt pas als laatste redmiddel ingezet. Ingeval het tot een opname komt, zijn alle daarmee samenhangende (en verzochte) zorgmodaliteiten ook aan de orde. Betrokkene verzet zich dan namelijk overal tegen.
3.4
De sociaal psychiatrisch verpleegkundigen sluiten zich aan bij de psychiater. Betrokkene is belast met een psychotische ontregeling. Als gevolg daarvan is hij al enige tijd in toenemende mate geagiteerd, paranoïde en achterdochtig. Het is gelet daarop de afgelopen tijd niet goed mogelijk geweest om betrokkene op een veilige manier thuis te bezoeken. Om die reden werd een opname eerder noodzakelijk bevonden.
3.5
De curator stemt in met het verzoek. Een zorgmachtiging is nodig om ervoor te zorgen dat betrokkene zijn medicatie inneemt. Betrokkene neemt nu al enige tijd geen medicatie in en is daardoor dreigend en achterdochtig. Mede als gevolg daarvan is er de afgelopen tijd bijna geen contact met betrokkene mogelijk geweest. De curator benoemt verder dat een gedwongen opname van betrokkene zo lang mogelijk moet worden uitgesteld, maar wellicht nodig is om betrokkene opnieuw in te stellen op medicatie.

4.De verdere beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene al enige tijd belast is met een psychotische kwetsbaarheid in het kader van schizofrenie.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene zonder de inzet van medicatie en onder invloed van verdovende middelen psychotisch decompenseert. In dat geval is betrokkene niet (meer) voor reden vatbaar, reageert hij geagiteerd, wordt hij oninvoelbaar en kan hij fors fysiek en verbaal agressief en overlastgevend gedrag vertonen richting zijn omgeving. Het is de rechtbank voorts gebleken dat betrokkene op dit moment in een zeer ernstig vervuilde, bouwvallige woning woont, welke hij dreigt kwijt te raken. Daarnaast bestaat er een vergrote kans op zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat het lastig is om met betrokkene in contact te komen en afspraken te maken en dat betrokkene de voor hem noodzakelijk bevonden medicatie weigert. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank gaat ervan uit dat de zorgverleners telkens voor de minst ingrijpende vorm van verplichte zorg zullen kiezen en de toegewezen zorgmodaliteiten niet langer dan noodzakelijk zullen aanwenden, nu uitgangspunt en voorwaarde in de Wvggz voor de toepassing van verplichte zorg is dat verplichte zorg altijd zo beperkt mogelijk moet worden toegepast.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor het resterende deel van de (verzochte) duur van zes maanden, te weten met ingang van heden en tot en met 8 mei 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
8 mei 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 6 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.