ECLI:NL:RBZWB:2023:8569

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
C/02/411507 / FA RK 23/3176
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot rechterlijke machtiging voor opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 20 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt, geboren in 1964. Het verzoek was ingediend voor een periode van zes maanden op basis van artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek gehouden bij de cliënt thuis, waarbij de cliënt en zijn advocaat aanwezig waren, evenals de echtgenote van de cliënt. De behandelaar van de cliënt was echter niet verschenen, maar de rechtbank oordeelde dat zij voldoende geïnformeerd was om de zaak te behandelen.

De rechtbank verwees naar een eerdere beschikking van 21 juli 2023, waarin het verzoek was aangehouden in afwachting van een onafhankelijk deskundigenonderzoek. Dit onderzoek, uitgevoerd op 20 september 2023, concludeerde dat de cliënt leed aan een combinatie van een depressieve stoornis en een apathiesyndroom, en dat een specialistisch centrum voor de ziekte van Huntington de meest geschikte plek zou zijn voor observatie en behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling werd door de cliënt en zijn advocaat naar voren gebracht dat de cliënt bereid was zich vrijwillig te laten opnemen voor observatie, en dat een gedwongen opname niet noodzakelijk was.

De rechtbank oordeelde dat het van groot belang was dat de cliënt tijdelijk ter observatie werd opgenomen, maar dat hij dit ook vrijwillig wilde doen. Gezien de verbeterde situatie van de cliënt en het feit dat hij de noodzakelijke zorg in een vrijwillig kader zou accepteren, besloot de rechtbank het verzoek om een rechterlijke machtiging af te wijzen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van ernstig nadeel en dat de cliënt in staat was om zelf zorg te dragen voor zijn situatie, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/411507 / FA RK 23/3176
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 20 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1964 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Het (verdere) procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank d.d. 21 juli 2023, met de daarin genoemde stukken;
- de rapportage van het expertiseonderzoek d.d. 20 september 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2023 bij betrokkene thuis.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- de echtgenote van cliënt.
1.4.
Hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen bij de beschikking van deze rechtbank d.d. 21 juli 2023, is de behandelaar van cliënt niet verschenen. De rechtbank heeft tijdens de mondelinge behandeling gepoogd om via het [verpleeghuis] (alsnog) een behandelaar te spreken, hetgeen niet tot een ander resultaat heeft geleid. De rechtbank heeft daarop besloten de mondelinge behandeling doorgang te laten vinden in afwezigheid van de behandelaar, nu zij zich voldoende voorgelicht achtte en, met instemming van de advocaat, van oordeel is dat cliënt hierdoor niet in zijn belangen is geschaad.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank verwijst naar de beschikking d.d. 21 juli 2023. Bij voornoemde beschikking heeft de rechtbank het verzoek van het CIZ aangehouden in afwachting van een nader onafhankelijk deskundigenonderzoek, nu zij zich onvoldoende geïnformeerd achtte om op het voorliggende verzoek te kunnen beslissen. Thans ligt aldus nog voor het verzoek van het CIZ om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.
2.2.
Uit het expertiseonderzoek van 20 september 2023 komt naar voren dat bij cliënt sprake is van gecombineerde klachten van zowel een depressieve stoornis als een apathiesyndroom zoals die bij de ziekte van Huntington wordt gezien. Een specialistisch centrum voor patiënten met de ziekte van Huntington is de meest geschikte plek om het beeld te observeren en vast te stellen wat de bovenliggen problematiek is, om daarna ook de juiste behandeling daarop te kunnen afstemmen. In het geval van cliënt heeft [zorglocatie] in [plaats] de voorkeur. Bij de onafhankelijk psychiater rijst de vraag of er nog sprake is van ernstig nadeel, nu het beter gaat met cliënt en zijn vrouw de zorg op zich kan nemen, alsook of een onvrijwillige opname gerechtvaardigd is.
2.3.
In reactie op het expertiseonderzoek wordt door en namens cliënt tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat het de vraag is of de opname in een verplicht kader moet. Cliënt denkt dat het goed is om zich vrijwillig te laten opnemen ter observatie, waarbij hij een periode van twee tot drie weken - zoals voorgesteld in de rapportage - te overzien vindt. Een definitieve opname zou veel impact hebben op het leven van cliënt. De bereidwilligheid van cliënt gaat ver en hij heeft inzicht in zijn aandoening. De advocaat van cliënt onderschrijft de constatering van de onafhankelijk psychiater of ernstig nadeel aan de orde is. De echtgenote kan voor cliënt zorgen; zij lijdt hier allerminst onder. Ook heeft cliënt een aangepast huis. Een rechterlijke machtiging zou het doel voorbijschieten. De echtgenoot van cliënt vult aan dat ze bang is cliënt kwijt te raken. De aanleiding om te komen tot onderhavig verzoek zit de echtgenote dwars.
2.4.
De rechtbank oordeelt als volgt. De rechtbank acht het, in lijn met de uitkomst van het expertiseonderzoek, van groot belang dat cliënt tijdelijk ter observatie wordt opgenomen, zodat er een oorzaak van de klachten van cliënt kan worden gevonden en de behandeling vervolgens hierop kan worden afgestemd. Uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht is de rechtbank gebleken dat cliënt de noodzakelijk geachte tijdelijke opname ter observatie in een vrijwillig kader wil accepteren. De rechtbank heeft er voldoende vertrouwen in dat cliënt dit ook nakomt. Nu cliënt in het vrijwillig kader de noodzakelijk geachte zorg zal accepteren, zal de rechtbank het verzoek aldus afwijzen.
Voorts is de rechtbank genoegzaam gebleken dat het beter gaat met cliënt, in vergelijking met zijn situatie begin van de zomer van 2023. De door de onafhankelijke psychiater geuite twijfel bij het zich voordien van ernstig nadeel, wordt door de rechtbank herkend en onderkend. Reden temeer om het verzoek om een rechterlijke machtiging af te wijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp, rechter en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink als griffier, en op 3 november 2023 uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.