ECLI:NL:RBZWB:2023:8579

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
C/02/416159 / FA RK 23/5434
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2005 en afkomstig uit Polen. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 20 november 2023 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, zijn advocaat mr. F.E.R.M. Verhagen, en verschillende zorgverleners aanwezig. De betrokkene vertoonde verward gedrag en had een geschiedenis van psychiatrische problemen, waaronder vermoedelijke schizofrenie en het gebruik van antipsychotica. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voorgestelde zorg noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 15 december 2023, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Gremmen, rechter, en is op 6 december 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416159 / FA RK 23/5434
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 24 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2005 in [geboorteland] ,
wonende aan [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , aan [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. F.E.R.M. Verhagen te Breda.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 21 november 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 20 november 2023 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Breda tot het nemen van de crisismaatregel van 20 november 2023;
  • een episodejournaal;
  • de medische verklaring van 20 november 2023;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en de Wvggz;
  • een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 november 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Verhagen en [naam 1] , tolk in de Poolse taal;
  • dr. [naam 2] , kinder- en jeugdpsychiater;
  • [naam 3] , coassistente;
  • [naam 4] , groepsbegeleidster.
1.4.
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en is dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene heeft, samengevat, aangegeven dat het soms goed en soms minder goed met hem gaat. Hij wil in de accommodatie blijven. Terug naar Polen wil hij niet want hij heeft geen contact meer met familie. Daarnaast wil hij graag Engels leren praten met anderen, omdat hij momenteel moeilijk met hen kan communiceren.
3.2.
De psychiater heeft, samengevat, aangegeven dat betrokkene elf dagen geleden vanuit Polen naar Nederland is gekomen. Op 20 november 2023 is hij in verwarde toestand aangetroffen, waarbij hij verwarde uitspraken deed en hij last had van forse spasmen en krampen. In de dagen daarna is gezien dat hij, met name in de avonden, erg onrustig en angstig is. Volgens de psychiater lijkt voormeld gedrag voort te komen uit een psychotische stoornis, maar onduidelijk is in hoeverre de taalbarrière bij de verwarde uitspraken meespeelt. Omdat er geen zorgdossier over betrokkene beschikbaar is, moeten de behandelaren momenteel uitgaan van alleen de informatie vanuit betrokkene zelf. Hij heeft aangegeven dat hij een belast verleden heeft, dat hij kampt met trauma’s en dat hij in Polen meermaals opgenomen is geweest in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij zou daar een zeer hoge dosering antipsychotica hebben ontvangen (boven de in Nederland maximale toegestane waarden) en is daar onlangs mee gestopt. Gelet op het voorgaande vermoedt de psychiater dat de psychose voortkomt uit onbehandelde schizofrenie dan wel dat zijn problemen voortkomen uit (het plotseling stoppen met) het gebruik van antipsychotica. Nadat betrokkene in de accommodatie is opgenomen, is gestart met het toedienen van antipsychotica (in een lage dosering) en rustgevende medicatie (in een hoge dosering). Hij neemt zijn medicatie niet altijd vrijwillig in. Aan de medische controles werkt hij wel mee. De behandelaren gunnen betrokkene om terug te keren naar Polen, maar daarvoor dient eerst de medicatie goed te worden ingesteld. Volgens de psychiater is betrokkene wisselend in het accepteren van de medicatie. Hoewel betrokkene nu aangeeft dat hij graag in de accommodatie wil blijven, is het onduidelijk wat hij zal doen indien de rustgevende medicatie die hij ontvangt wordt afgebouwd en/of zijn angsten zullen toenemen. Desgevraagd geeft de psychiater aan dat er wordt ingezet op 1-op-1 begeleiding en dat insluiting als verplichte vorm van zorg te allen tijde wordt voorkomen, maar dat het op basis van de nu beschikbare informatie moeilijk te voorspellen is hoe betrokkene zich in de komende periode zal gedragen.
3.3.
De advocaat heeft, samengevat, aangevoerd dat het lastig om namens betrokkene een standpunt in te nemen, omdat hij wisselend verklaart over wat hij wil. De advocaat refereert zich daarom aan de beslissing van de rechtbank op het verzoek. Daarnaast heeft de advocaat aangegeven dat betrokkene graag een Nederlands-Engels (woorden)boek wil hebben, zodat hij met anderen kan communiceren.

4.De beoordeling

4.1.
Bij beschikking van de burgemeester van de gemeente Breda van 20 november 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in bovengenoemde accommodatie.
4.2.
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.3.
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstige verwaarlozing en acute maatschappelijke teloorgang. Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank overweegt in dat verband dat betrokkene verward gedrag heeft vertoond. Hij deed verwarde uitspraken, was niet aanspreekbaar, sprak onsamenhangend en reageerde boos en geagiteerd door te schreeuwen en te roepen. Daarnaast had hij last van forse spasmen en krampen en hij had een hele dag niet gegeten en gedronken. Hij kon ook niet aangeven wat er met hem aan de hand was of wat hij wilde. Hoewel het onduidelijk is in hoeverre de verwarde uitspraken van betrokkene voortkomen uit de taalbarrière tussen hem en de behandelaren, is het vermoeden dat het verwarde gedrag van betrokkene voortkomt uit een psychotische stoornis in de vorm van schizofrenie dan wel dat zijn problemen (ook) voortkomen uit (het plotseling stoppen met) het gebruik van antipsychotica.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
  • toedienen van medicatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • opnemen in een accommodatie.
De rechtbank zal het verzoek voor zover dat ziet op het voortzetten van de overige in de crisismaatregel opgenomen vormen van verplichte zorg afwijzen, omdat daartoe naar het oordeel van de rechtbank geen noodzaak bestaat en het op dit moment onvoldoende voorzienbaar is dat deze vormen van verplichte zorg in de komende periode noodzakelijk zullen zijn.
4.5.
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Hoewel betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat hij op vrijwillige basis in de accommodatie wil blijven, is de rechtbank van oordeel dat die toezegging onvoldoende betrouwbaar is omdat het onduidelijk is wat hij zal doen wanneer de dosering van de rustgevende medicatie die hij ontvangt wordt afgebouwd en/of zijn angsten zullen verergeren.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de (maximale) duur van drie weken, tot en met 15 december 2023.

5.De beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2005 in [geboorteland] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.4. kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 december 2023;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2023 door mr. Gremmen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op 6 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.