ECLI:NL:RBZWB:2023:8581

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
02-057112-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van belaging van meerdere personen en het medeplegen van opruiing

Op 8 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van belaging van meerdere personen en opruiing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, in de periode van 9 juli 2021 tot en met 8 maart 2022, stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers door hen te belagen en te beschuldigen van ernstige misdrijven, waaronder kindermisbruik. De verdachte heeft onder andere via sociale media en in het openbaar beschuldigingen geuit en heeft zich samen met medeverdachten naar de woningen van de slachtoffers begeven, waar hij met een megafoon beschuldigingen heeft geuit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 66 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de slachtoffers en een verbod op het doen van uitlatingen over het 'Verhaal van Lisa'. Daarnaast is er een taakstraf van 150 uur opgelegd, met vervangende hechtenis van 75 dagen bij niet-naleving. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich niet heeft gerealiseerd dat zijn handelen onacceptabel was en dat hij een gevaar vormt voor de slachtoffers, wat heeft geleid tot de strenge strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-057112-22
vonnis van de meervoudige kamer van 8 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 1982 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 1 november 2023. De verdachte is wel verschenen, maar kort na aanvang van het onderzoek ter terechtzitting weloverwogen vertrokken. Het onderzoek is op de zitting van 5 december 2023 gesloten.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
Feit 1
primairhet medeplegen van stalking (juridisch: belaging) van [slachtoffer 1] (verder: [slachtoffer 1] ) en [slachtoffer 2] (verder: [slachtoffer 2] ),
subsidiairhet medeplegen van smaad;
Feit 2
primairhet medeplegen van stalking van [slachtoffer 3] (verder: [slachtoffer 3] ),
subsidiairhet medeplegen van smaad;
Feit 3
het medeplegen van opruiing gericht tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
Het gaat bij deze feiten - kort samengevat - steeds om beschuldigingen van betrokkenheid bij het plegen van sadistisch kindermisbruik in georganiseerd verband.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie komt tot een bewezenverklaring van het medeplegen van belaging van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Zij gaat daarbij uit van de periode van 9 juli 2021 t/m 8 maart 2022. Uit het dossier blijkt dat verdachte de opnames heeft gemaakt van vier bezoeken aan de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , waarbij door [medeverdachte 1] door een megafoon is geroepen dat daar een pedofiel woont. Uit het dossier blijkt voorts dat verdachte de vaste cameraman van [medeverdachte 1] is, waardoor ervan uit kan worden gegaan dat hij ook de opnames van 9 juli, 7, 8, 21 en 25 oktober 2021 heeft gemaakt waarin gesproken wordt over [slachtoffer 3] . Verdachte wist dat het de bedoeling was om deze filmpjes via het internet te verspreiden. Daarnaast acht het Openbaar Ministerie verdachte medeverantwoordelijk voor de grote hoeveelheid berichten die zijn geplaatst via het Twitteraccount van [medeverdachte 1] en via andere social media. Hij heeft dit account tijdens de hechtenis [medeverdachte 1] beheerd en gebruikt om de boodschap over het beweerdelijke hooggeplaatste netwerk van kindermisbruik verder uit te dragen.
Gelet op dat laatste acht het Openbaar Ministerie ook het tenlastegelegde medeplegen van opruiing wettig en overtuigend bewezen. In deze berichten wordt namelijk opgeroepen tot verdere verspreiding van de door verdachten gedane publicaties. Ook brengen deze berichten het risico op gewelddadige reacties richting [slachtoffer 3] en anderen met zich nu kindermisbruik in de maatschappij als zeer verwerpelijk wordt ervaren.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
4.2.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.2.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1, 2 en 3
Het onderzoek Coldenhove heeft zich gericht op het in beeld brengen van mogelijke strafbare feiten gepleegd door verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , oom van verdachte, en [medeverdachte 2] . Dit naar aanleiding van de door [medeverdachte 1] veelvuldig geplaatste berichten op zijn Twitteraccount en op zijn YouTube-kanaal, met daarin al dan niet foto’s en/of video’s opgenomen en apart geplaatste video’s (verder: de berichten en video’s). In deze berichten en video’s worden onder andere de onder de tenlastegelegde feiten genoemde personen gekoppeld aan misbruik van (eigen) kinderen en/of deelname aan een Haags pedofielennetwerk waarin kinderen op brute wijze worden misbruikt. Binnen dat netwerk werden pasgeboren baby’s eveneens misbruikt en vervolgens vermoord. Ook werd dit misbruik door hooggeplaatsten in de maatschappij die ook deelnamen aan dat netwerk via machtsmisbruik dan wel corruptie afgedekt. Deze beschuldigingen zijn gebaseerd op het zogenoemde ‘Verhaal van Lisa ’, gebaseerd op verklaringen van de middelste dochter van [medeverdachte 2] , die in de publiciteit Lisa wordt genoemd. Zij heeft in eerste instantie verklaard over misbruik door haar vader en later over dit vermeende pedofielennetwerk en de daarbij betrokken personen.
Naar aanleiding van dat verhaal heeft verdachte, als vaste cameraman van zijn oom, samen met [medeverdachte 1] ook rechtstreeks diverse personen over dit verhaal benaderd, zoals [slachtoffer 3] en een aantal (demissionaire) ministers op het Binnenhof. Daarnaast hebben ze samen meerdere malen de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] bezocht, waar [medeverdachte 1] met een megafoon diverse beschuldigingen heeft geroepen in de straat.
De hiervoor genoemde feitelijke handelingen staan vast op basis van de bewijsmiddelen. Verdachte is op 11 maart 2022 bij de rechter-commissaris gehoord op de vordering tot inbewaringstelling van het Openbaar Ministerie. Op die vordering stonden dezelfde feiten als later op de tenlastelegging. Op dat moment heeft verdachte verklaard dat hij samen met zijn oom, [medeverdachte 1] , actief is op dit front. In een YouTube film van 25 februari 2022 op het kanaal van [medeverdachte 1] komt onder andere het huisbezoek met megafoon aan de orde. [medeverdachte 1] geeft aan geen spijt te hebben van die (grensoverschrijdende) bezoeken en daarna doorgegaan te zijn met zijn meldingen en tweets en het noemen van de naam van die mevrouw (rechtbank: [slachtoffer 1] ). Verdachte zegt later in de YouTube film: “Wij zijn de beuk erin aan het gooien. Wat iemand van ons vindt, doet ons eigenlijk weinig. Als ik zie wat we geproduceerd hebben, dan denk ik toch dat dat revolutionair is. Dat doen weinig mensen ons na. En ja mensen worden zenuwachtig dat wel want het is natuurlijk niet leuk als je naam genoemd gaat worden door ons.” Gelet hierop is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking van verdachte met [medeverdachte 1] bij alle drie de feiten. Bij feit 3 geldt die samenwerking ook voor [medeverdachte 2] . De drie feiten kunnen wettig en overtuigend bewezen worden, zoals hierna onder 4.4 wordt weergegeven.
De rechtbank merkt nog op dat zij voor de bewezenverklaring van de stalking van feit 1 de (combinatie met de) huisbezoeken van doorslaggevend belang vindt. Dat geldt ook voor de (combinatie met de) persoonlijke benadering van [slachtoffer 3] en (demissionaire) ministers.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 9 juli 2021 tot en met 8 maart 2022 te in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , door:
- ( een grote hoeveelheid) twitterberichten te plaatsen waarin hij, en/of zijn mededader voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] in tekst en/of beeld/afbeelding in verband brengt met en/of onder andere beschuldigt van:
- dat die [slachtoffer 2] , zijn drie kinderen misbruikt heeft en/of
- dat die [slachtoffer 2] , lid is van een pedonetwerk dat kinderen verkracht, verhandelt en vermoordt en/of
- dat die [slachtoffer 1] , gehuwd zou zijn met een man die zijn kinderen uit zijn eerdere huwelijk zou hebben misbruikt of laten misbruiken, en dat dit misbruik zou zijn afgedekt door corrupte collega-rechters en/of
- dat die [slachtoffer 1] een zaak tegen haar echtgenoot heeft behandeld en/of
- meermalen foto’s van die [slachtoffer 1] op Twitter te plaatsen en/of
- meermalen, die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , via (social) media en/of twitter middels hashtags in verband te brengen met beschuldigingen omtrent kindermisbruik en/of machtsmisbuik en/of
- meermalen op YouTube en/of andere (social) media kanalen filmpjes te plaatsen waarin verdachte(n) en/of zijn mededader zich negatief en/of belasterend en/of beledigend uitla(a)t(en) over die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
- vier keren zich op te houden op het adres en/of in en/of nabij het woonadres van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
- zich in of nabij het woonadres van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] via de megafoon negatief en/of belasterend en/of beledigend uit te laten over die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(telkens) met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , te dwingen iets te dulden.
2
in de periode van 9 juli 2021 tot en met 8 maart 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door:
- ( een grote hoeveelheid) twitterberichten te plaatsen waarin hij, en/of zijn mededader voornoemde [slachtoffer 3] in tekst en/of beeld en/of afbeelding en/of film in verband brengt met en/of onder andere beschuldigt van:
- dat die [slachtoffer 3] meerdere malen seks zou hebben gehad met minderjarigen en/of baby’s en/of baby’s heeft vermoord en/of
- meermalen, die [slachtoffer 3] , via (social) media en/of twitter middels hashtags in verband te brengen met beschuldigingen omtrent kindermisbruik en/of machtsmisbuik en/of
- meermalen op YouTube en/of andere (social) media kanalen filmpjes te plaatsen waarin verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer 3] (publiekelijk) beschuldigen van het verkrachten van minderjarigen en/of baby’s en/of dat die [slachtoffer 3] baby’s heeft vermoord, althans zich negatief en/of belasterend en/of beledigend uitla(a)t(en) over die [slachtoffer 3] en
- meermalen meerdere anderen aan te spreken (waaronder [naam 1] ) en/of (daarbij) te filmen en/of zich daarbij negatief en/of belasterend en/of beledigend uitlaten over die [slachtoffer 3] ,
(telkens) met het oogmerk die [slachtoffer 3] , te dwingen iets te dulden.
3
in de periode 6 september 2021 tot en met 8 maart 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit heeft opgeruid, immers hebben verdachte en zijn mededaders op een twitteraccount meerdere tweets en/of filmpjes (waar onder andere ook [slachtoffer 3] persoonlijk in beeld is en foto’s van [slachtoffer 1] (als rechter) en foto’s van [slachtoffer 2] en foto’s van het huis van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] geplaatst en/of laten plaatsen met daarin (onder meer) de tekst en/of de woorden:
“Bedankt [medeverdachte 2] , wij hebben elkaar nu gevonden en nu komen er allerlei, verhaallijnen bij elkaar! Jullie mogen erover twitteren publiceer alles maar” en
“Aan al mijn volgers: willen jullie mij aub helpen om # HetVerhaalVan Lisa & [slachtoffer 3] # [slachtoffer 3] vandaag weer trending topic te maken? Luister naar [medeverdachte 2] (moeder van Lisa ) die de onthullende verklaring voorleest (uit 2013) van de zus van Lisa ..” en
“Donderdag 7 oktober wil ik aan al mijn volgers vragen om mee te doen aan de actiedag tegen (ritueel) kindermisbruik. Maak op 7/10 # [slachtoffer 3] #kinderhandel # [naam 2] # [slachtoffer 1] trending topic. De afschuwelijke waarheid gaat geopenbaard worden. [medeverdachte 1] (klokkenluider)” en
“WOW, de geest is uit de fles. [medeverdachte 2] (de moeder van Lisa ) heeft [naam 3] @ [gebruikersnaam] benaderd voor een vervolg op ‘het Verhaal van Lisa !’ Lisa wil meewerken! # [slachtoffer 3] is 1 van de hoofdverdachten, samen met de vader van Lisa ! Massaal retweeten aub!
Moeder van lisa twittert: Hai [naam 3] (@ [gebruikersnaam] ). Dank voor de integere en spraakmakende Boos-reportage over # TVOH . Zullen we doorpakken met ‘Het Verhaal van Lisa ’en haar lotgenoten. Lisa , haar broer en zus willen graag meewerken. Vpro.nkl/argos/media/af….”.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie vordert aan verdachte op te leggen een taakstraf van 180 uur te vervangen door 90 dagen hechtenis. Daarnaast vordert zij een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met aftrek van voorarrest. Als bijzondere voorwaarden moeten daar een contactverbod met aangevers en het zich onthouden van het doen van uitlatingen over die aangevers op het internet aan worden verbonden. Tot slot wordt gedurende de proeftijd ook een contactverbod met aangevers via de maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) gevorderd, waarbij voor elke overtreding daarvan twee weken hechtenis kan worden opgelegd met een maximum van zes maanden. De eis is gebaseerd op de richtlijnen van het Openbaar Ministerie en vergelijkbare uitspraken, zoals in de zaak Bodegraven . Daarbij is enerzijds rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten en de gevolgen die de slachtoffers tot de dag van vandaag hiervan ondervinden. Anderzijds is rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals die in het dossier naar voren komen.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan belaging van verschillende personen en opruiing. Deze feiten zijn voortgekomen uit het contact wat tussen verdachte en zijn oom, [medeverdachte 1] , met [medeverdachte 2] is ontstaan naar aanleiding van het ‘Verhaal van Lisa ’ waarvan de strekking hiervoor al is weergegeven.
Verdachte en zijn medepleger(s) hebben hierover veelvuldig berichten en video’s op twitter en internet gedeeld waarin onder meer [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] als deelnemers van het Haags pedofielennetwerk en daders van dat misbruik worden genoemd. Daarbij hebben verdachte en [medeverdachte 1] het niet gelaten. Zij zijn samen ook vier keer naar de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toegegaan. Daar is niet alleen aangebeld, maar ook door een megafoon geroepen dat [slachtoffer 2] een pedofiel is en [slachtoffer 1] een corrupte rechter die zaken van haar man heeft behandeld. Van dit optreden zijn opnames gemaakt door verdachte die optrad als vaste cameraman [medeverdachte 1] . Die beelden zijn vervolgens op internet via de sociale media Twitter en YouTube gedeeld. Daarnaast hebben verdachte en [medeverdachte 1] niet alleen [slachtoffer 3] zelf in het openbaar aangesproken op het verhaal van Lisa , maar ook ministers op het binnenhof, waaronder [naam 1] . Hiervan zijn eveneens opnames gemaakt die zijn gedeeld op Twitter en YouTube. Tot slot hebben verdachte en zijn medeplegers in berichten en video’s ook meerdere malen opgeroepen tot verdere verspreiding en bekendmaking daarvan.
Verdachte en zijn oom zijn hierbij klakkeloos meegegaan in het Verhaal van Lisa . Of er nu wel of geen strafrechtelijk onderzoek naar de genoemde personen had plaatsgevonden, speelde voor hen geen rol. Zij hebben er simpelweg voor gekozen om voor eigen rechter te gaan spelen door in de berichten en video’s hun eigen persoonlijke vonnissen over de drie genoemde personen uit te spreken. Dat deden zij niet alleen over [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , maar zelfs ook over [slachtoffer 1] , terwijl zij helemaal niet in het verhaal van Lisa voorkomt. Toch wordt zij er door verdachte en zijn mededader(s) bijgesleept en voor hun trein gegooid. Verdachte en zijn medeverdachten zijn hier heel ver in gegaan door zich niet alleen op [slachtoffer 1] persoonlijk te richten, maar ook haar integriteit in haar werk als rechter daarbij te betrekken en haar daarin te diskwalificeren.
De drie genoemde personen zijn door verdachte en zijn medepleger(s) publiekelijk veroordeeld en aan de schandpaal genageld, waarbij hen de mogelijkheid is ontnomen om zich daartegen te kunnen verweren. De door verdachte en zijn medeplegers gedane uitlatingen zijn ongefundeerd en zeer grievend. Daarbij is ook vastberaden te werk gegaan door [slachtoffer 3] persoonlijk te benaderen en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] met gebruik van een megafoon thuis op te zoeken, dat via opnames vast te leggen en vervolgens direct op twitter en internet te publiceren. Uit de verklaring van [slachtoffer 3] blijkt dat het handelen van verdachte en zijn medepleger(s) het doen van doodsbedreigingen door anderen aan zijn adres heeft aangewakkerd. Uit de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] blijkt dat het handelen een grote impact op hun persoonlijke leven heeft gehad en zij er bang voor zijn dat anderen hun voorbeeld zullen volgen. Voor de rechtbank zijn de huisbezoeken en persoonlijke benaderingen van aangevers dan ook een zwaarwegend aspect bij de ernst van de feiten. Daarbij komt dat de uitlatingen van verdachte en zijn mededader(s) ook via het internet zijn gedaan, waarvan bekend is dat het daar altijd zal blijven circuleren. Temeer nu door verdachte en zijn medeplegers ook nog eens is opgeruid om deze uitlatingen verder te verspreiden door de video’s en berichten te delen en retweeten. Het voor de rest van hun leven geconfronteerd kunnen worden met de gedane uitlatingen is zeer ingrijpend voor de slachtoffers.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Voor wat betreft de proceshouding van de niet eerder veroordeelde verdachte lijkt hij in zijn verhoor bij de rechter-commissaris van 11 maart 2022 inzicht en besef te hebben dat wat hij had gedaan niet door de beugel kan. Maar in de korte tijd dat verdachte dit jaar op zitting aanwezig is geweest, is overduidelijk geworden dat van dat inzicht en besef niets meer over is. Verdachte is er zelfs van overtuigd dat zijn handelen gerechtvaardigd is geweest en heeft dat in duidelijke woorden gezegd. Hij heeft de zitting dan ook niet gebruikt om verantwoording voor zijn handelen te nemen en blijk te geven van enig inzicht in de impact daarvan op de slachtoffers. Verdachte heeft de zitting alleen gebruikt voor zijn eigen doelen door zich negatief uit te spreken over het onderzoek Coldenhove en de organisatie en structuur van justitie en heeft vervolgens het vertrouwen in het Openbaar Ministerie opgezegd. Zodra hij zijn ‘statement’ had gemaakt, heeft hij de zittingszaal verlaten en weloverwogen ingestemd met een verdere voortzetting van de behandeling van zijn zaak zonder zijn aanwezigheid. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte op geen enkele wijze open staat voor een andere mening of visie dan die van hemzelf.
De straf
Dit alles afwegend en daarbij de rol van verdachte in verhouding tot de rollen van de medepleger(s) en de aan hen opgelegde straffen in aanmerking genomen, maakt dat de rechtbank tot een wat zwaardere straf en combinatie van strafmodaliteiten komt dan door het Openbaar Ministerie is geëist. De rechtbank is van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf van 66 dagen met aftrek van voorarrest moet worden opgelegd. Zij zal daarvan 60 dagen voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van twee jaar. Dat betekent een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en die is bij verdachte op zijn plaats.
Het voorwaardelijke deel moet verdachte ervan weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen en benadrukt de aard en ernst van de feiten en de impact daarvan op de slachtoffers. Aan dat voorwaardelijk deel zullen de bijzondere voorwaarden gekoppeld worden van een contactverbod met aangevers en een verbod op het doen van uitlatingen over het ‘verhaal van Lisa ’ en personen die daar direct of indirect een rol in spelen, zoals hierna in het dictum opgenomen.
Daarnaast acht de rechtbank nog de oplegging van een taakstraf van 150 uur, bij niet voldoen te vervangen door 75 dagen hechtenis, passend en geboden.
Omdat verdachte er van overtuigd is dat zijn handelen is gerechtvaardigd, zal de rechtbank tot slot ook een maatregel opleggen strekkende tot beperking van zijn vrijheid ex artikel 38v Sr ter voorkoming van strafbare feiten. Deze maatregel houdt eveneens een contactverbod met aangevers in en geldt ook voor de duur van twee jaar. Voor elke overtreding van het contactverbod zal vervangende hechtenis worden opgelegd van twee weken tot een maximum van zes maanden.
Gelet op zijn houding op zitting moet er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens een bepaald persoon of bepaalde personen. Daarom zal de rechtbank deze maatregel uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

7.De benadeelde partijen

[benadeelde 1] en [benadeelde 2] hebben zich als benadeelde partij middels een schadevergoedingsformulier gevoegd in de zaak van verdachte maar verdachte wordt niet vervolgd voor de feiten waarvan zij aangifte hebben gedaan. De rechtbank verklaart
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] daarom niet-ontvankelijk in hun vordering.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 38v, 38w, 47, 57, 131 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair:Medeplegen van belaging, meermalen gepleegd;
feit 2 primair:Medeplegen van belaging;
feit 3:Medeplegen van het in het openbaar, mondeling/bij geschrift/bij afbeelding opruien tot enig strafbaar feit, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 66 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1967;
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1961;
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 1947;
zo lang het openbaar ministerie dit noodzakelijk acht. De politie ziet toe op handhaving van deze contactverboden;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het in het openbaar, waaronder op het internet en/of via social media, doen van uitlatingen over “het Verhaal van Lisa” en over personen die in "het Verhaal van Lisa" direct of indirect een rol spelen, in het bijzonder over: [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . De politie ziet toe op handhaving van deze voorwaarde;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen;
Maatregel
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van de proeftijd
op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1967, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1961 en [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 1947;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van zes maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. D.L.J. Martens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. de Jonge, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 december 2023.