ECLI:NL:RBZWB:2023:8582

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
C/02/415723 / FA RK 23/5220
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1967. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, aansluitend op een eerdere machtiging, vanwege een psychische stoornis. Betrokkene ontkende te lijden aan een psychische stoornis en vond de zorgmachtiging niet nodig. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 november 2023 waren betrokkene, zijn advocaat mr. Z. Yeral, en een psychiater aanwezig. De psychiater bevestigde dat betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder agressief gedrag en zwerfgedrag. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot 24 november 2024. De rechtbank achtte de voorgestelde vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en beperkingen in de vrijheid, noodzakelijk en evenredig. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Gremmen, rechter, en schriftelijk uitgewerkt op 7 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/415723 / FA RK 23/5220
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 24 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Z. Yeral te Roosendaal.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 november 2023. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 3 november 2023;
  • de medische verklaring van 2 november 2023;
  • een zorgplan van 2 november 2023;
  • een zorgkaart van 18 oktober 2023;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en de Wvggz;
  • een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 november 2023, op het thuisadres van betrokkene.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Yeral;
  • dr. [naam 1] , psychiater en zorgverantwoordelijke;
  • [naam 2] , casemanager.
1.4.
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en is dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een zorgmachtiging aansluitend op een eerdere zorgmachtiging voor betrokkene te verlenen, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
  • toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene geeft, samengevat, aan dat hij een aansluitende zorgmachtiging niet nodig vindt. Hij is met een helm op geboren en weet daardoor al wat de uitkomst is van deze zitting. Hij ontkent aan een psychische stoornis te lijden. Betrokkene is naar eigen zeggen “gezond achterdochtig”. Hij vindt het dan ook niet nodig om antipsychotica in te nemen. Hoewel de huisarts heeft aangegeven dat er een goede, werkzame stof in de antipsychotica zit en hij het daarmee eens is, weet hij niet of hij die medicatie op vrijwillige basis zal blijven innemen. Hij heeft geen hulp nodig, zijn tante helpt hem. Desgevraagd zal hij de gesprekken met het f-act team wel blijven accepteren.
3.2.
De advocaat voert, samengevat, aan dat betrokkene een aansluitende zorgmachtiging niet nodig vindt. Hoewel betrokkene wel eens de wens heeft geuit om te stoppen met het innemen van zijn medicatie, heeft hij de medicatie in de afgelopen periode steeds geaccepteerd. Hij verzet zich dan ook niet tegen de noodzakelijk geachte zorg. De advocaat verzoekt daarom, namens betrokkene, primair om afwijzing van het verzoek. Subsidiair wordt verzocht om de zorgmachtiging te bekorten tot drie maanden.
3.3.
De psychiater heeft, samengevat, aangegeven dat er sprake is van een patroon, waarbij de psychotische klachten van betrokkene toenemen wanneer hij stopt met het innemen van zijn medicatie en dat die klachten afvlakken wanneer hij zijn medicatie (weer) inneemt. Wanneer betrokkene psychotisch decompenseert, vertoont hij agressief en gewelddadig gedrag richting anderen. Daarnaast heeft hij zich onttrokken aan de noodzakelijk geachte zorg door naar België te vluchten en kampt hij met grootheidswanen. Hoewel er in de afgelopen periode geen incidenten hebben plaatsgevonden en het momenteel goed met betrokkene gaat, verwacht de psychiater dat betrokkene op vrijwillige basis zal stoppen met het innemen van zijn medicatie met als gevolg dat zijn psychotische klachten wederom zullen toenemen. De psychiater verwacht dat de behandeling over een jaar, mits het herstel van betrokkene doorzet, mogelijk wel kan worden voortgezet op vrijwillige basis. Over drie maanden, zoals de advocaat aanvoert, zal het herstel van betrokkene daarvoor nog te kwetsbaar zijn. Naar de mening van de psychiater zijn enkel het toedienen van medicatie en het verplicht toelaten van de behandelcontacten vanuit het f-act team noodzakelijk als verplichte vormen van zorg.

4.De beoordeling

4.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 9 juni 2023 is voor betrokkene een zorgmachtiging verleend, tot en met 9 december 2023.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Hoewel betrokkene ontkent dat hij lijdt aan een chronische psychotische stoornis en hij vindt dat hij slechts “gezond achterdochtig” is, heeft hij die stelling niet onderbouwd. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan het medisch oordeel van de onafhankelijke psychiater die betrokkene in het kader van het opstellen van de medische verklaring in deze zaak feitelijk heeft onderzocht en de betrokken behandelaren op dit punt. De rechtbank betrekt hierbij dat voornoemde diagnose van betrokkene al langere tijd jaarlijks wordt bevestigd.
4.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Onder invloed van bovengenoemde psychische stoornis kampt betrokkene met auditieve hallucinaties en grootheidswanen. Wanneer hij psychotisch decompenseert, vertoont hij bovendien verbale en fysieke agressie en geweld naar andere mensen. Daarnaast vertoont hij zwerfgedrag. Zo is hij in het verleden naar België gevlucht, waarbij hij zich heeft onttrokken aan de noodzakelijk geachte zorg.
4.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.5.
Gebleken is dat er sprake is van een patroon, waarbij de psychotische klachten van betrokkene toenemen wanneer hij stopt met het innemen van zijn medicatie en die klachten afvlakken wanneer hij zijn medicatie (weer) inneemt. Hoewel het momenteel met betrokkene goed gaat, bestaat de verwachting dat hij op vrijwillige basis zal stoppen met het innemen van zijn medicatie met als gevolg dat zijn psychotische klachten wederom zullen toenemen. Betrokkene is, naar de mening van de behandelaren, op dit moment nog onvoldoende hersteld waardoor er nog onvoldoende basis wordt gezien om de noodzakelijk geachte behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De rechtbank zal het verzoek voor zover dat ziet op het opnemen van de overige vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging afwijzen, omdat daartoe naar het oordeel van de rechtbank geen noodzaak bestaat en het onvoldoende voorzienbaar is dat deze vormen van verplichte zorg in de komende periode noodzakelijk zullen zijn.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9.
Gelet op het voorgaande wordt, naar het oordeel van de rechtbank, voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Aangezien bij de behandelaren niet de verwachting bestaat dat betrokkene over drie maanden voldoende zal zijn hersteld, volgt de rechtbank de advocaat niet in het subsidiaire standpunt om de zorgmachtiging te verlenen voor (maximaal) drie maanden. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, te weten tot 24 november 2024.

5.De beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 november 2024;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2023 door mr. Gremmen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op 7 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.