ECLI:NL:RBZWB:2023:8585

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
C/02/416260 / FA RK 23/5483
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2002. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 22 november 2023 opgelegde crisismaatregel, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank overwoog dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, maar dat een langdurige gedwongen opname niet doelmatig is. De behandelaars gaven aan dat het beter is om, indien nodig, in een korte periode meerdere crisismaatregelen te verlenen in plaats van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor maximaal drie weken. De rechtbank concludeerde dat er voldoende mogelijkheden zijn om de opname en het verblijf van de betrokkene op vrijwillige basis voort te zetten. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Gremmen, met mr. Wallerbos als griffier. De beschikking is op 6 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416260 / FA RK 23/5483
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 24 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie van GGZ-WNB aan de [adres] , op de afdeling High Intensive Care (HIC),
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. Bronsveld te Bergen op Zoom.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 november 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 22 november 2023 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom tot het nemen van de crisismaatregel van 22 november 2023;
  • de medische verklaring van 22 november 2023;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en de Wvggz;
  • een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 november 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, telefonisch bijgestaan door mr. Bronsveld;
  • dr. [naam 1] , psychiater;
  • [naam 2] , behandelaar (telefonisch).
1.4.
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen en is dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene geeft aan dat het ‘geweldig’ met haar gaat. Op de vraag van de rechter of betrokkene in de accommodatie wil blijven, reageert betrokkene door met haar hoofd te schudden.
3.2.
De behandelaar heeft tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, aangegeven dat betrokkene momenteel een moeilijke fase in haar leven doormaakt en dat zij niet kan aangeven wat zij nodig heeft. Betrokkene krijgt binnenkort een puppy als hulphond. Dat is het lichtpuntje in haar leven dat zij nodig heeft. Naar verwachting zal zij tot die tijd in de accommodatie moeten verblijven. Op 22 november 2023 is er ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen, omdat zij toen voortdurend aangaf dat zij weg wilde uit de accommodatie. Inmiddels is de situatie enigszins tot rust gekomen. Hoewel betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat zij niet in de accommodatie wil blijven, moet die reactie volgens de behandelaar worden gezien als een hulpkreet en niet als een vorm van verzet tegen haar opname en verblijf in de accommodatie. De behandelaar vindt het belangrijk dat betrokkene in haar kracht wordt gezet en dat er telkens weer gezocht wordt naar samenwerking. In dat licht bezien vindt de behandelaar het voortzetten van de crisismaatregel niet helpend. In plaats van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor (maximaal) drie weken, vindt de behandelaar het dan ook doelmatiger om, indien nodig, in een korte tijd meerdere crisismaatregelen voor betrokkene te verlenen.
3.3.
De advocaat heeft, samengevat, aangevoerd dat hij het standpunt van de behandelaar onderschrijft. Betrokkene heeft toegezegd dat zij bereid is om vrijwillig in de accommodatie te verblijven. Indien nodig kan er alsnog een crisismaatregel worden verleend en, indien mogelijk, kan de opname en verblijf van betrokkene een dag later weer op vrijwillige basis worden voortgezet. De advocaat vindt het belangrijk om deze lijn in de behandeling van betrokkene voort te zetten. Voortzetting van de crisismaatregel vindt de advocaat dan ook niet doelmatig. Het verzoek dient, naar de mening van de advocaat, dan ook te worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
Bij beschikking van de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom van 22 november 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in bovengenoemde accommodatie, op de HIC-afdeling.
4.2.
Naar aanleiding van de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, overweegt de rechtbank dat er een ernstig vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en dat er sprake is van daaruit voortkomend onmiddellijk (dreigend) ernstig nadeel voor betrokkene en voor anderen. Echter, gebleken is dat een langdurige gedwongen opname van betrokkene niet doelmatig is. Betrokkene is al langere tijd bekend bij de GGZ met deze problematiek en ervaring leert dat een gedwongen opname voor betrokkene zeer traumatisch is. Om die reden wordt het door de behandelaren doelmatiger geacht om, indien nodig, in een korte periode meerdere crisismaatregelen te verlenen in plaats van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor (maximaal) drie weken. Daarnaast worden er op dit moment voldoende mogelijkheden gezien om de opname en het verblijf van betrokkene op vrijwillige basis voort te zetten. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden tot voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank zal het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel daarom afwijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2023 door mr. Gremmen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op 6 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.