Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1949. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van de noodzaak voor de cliënt, die lijdt aan een mengbeeld van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie, om 24 uur per dag zorg, begeleiding en toezicht te ontvangen. De cliënt heeft aangegeven dat zij niet wil worden opgenomen in een verpleegtehuis en dat zij niet vergeetachtig is, maar de casemanager en de echtgenoot van de cliënt hebben verklaard dat de zorg voor de cliënt te veel is geworden en dat opname noodzakelijk is.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 november 2023 zijn de cliënt, haar echtgenoot, haar zoon en de casemanager aanwezig geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan ernstige dementie, wat leidt tot desoriëntatie, geheugenproblemen, hallucinaties en agressief gedrag. De rechtbank concludeert dat de opname en het verblijf in een zorginstelling noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen, aangezien de thuissituatie onhoudbaar is geworden. De rechtbank verleent de machtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 24 mei 2024, en benadrukt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter Gremmen, met mr. Wallerbos als griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.