ECLI:NL:RBZWB:2023:8631

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
C/02/416174 / JE RK 23-5440
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om zorgmachtiging aansluitend op voortzetting crisismaatregel bij wijze van noodmaatregel

Op 8 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek om zorgmachtiging. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en had betrekking op een betrokkene, geboren in 1965, die momenteel verblijft in een accommodatie van Stichting GGz Breburg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, die leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene was niet bereid om zich te laten horen tijdens de mondelinge behandeling en heeft de rechter gewraakt, wat leidde tot een behandeling zonder zijn aanwezigheid.

De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg erkend, gezien de afwezigheid van vrijwillige zorgmogelijkheden en de ernstige toestand van de betrokkene. De rechtbank heeft besloten de zorgmachtiging te verlenen, maar de duur te beperken tot één maand, in afwachting van de uitkomst van een wrakingsverzoek. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en is op 11 december 2023 schriftelijk uitgewerkt.

De rechtbank heeft de betrokkene en zijn advocaat, evenals de GGz Breburg en de curator, opgeroepen om opnieuw te verschijnen voor verdere behandeling van de zaak. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416174 / FA RK 23/5440
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 8 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonadres] ,
maar momenteel verblijvende in de accommodatie van Stichting GGz Breburg, [adres ] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.H.P.M. Verhagen te Breda.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de heer [naam 1] , gevestigd te [plaats] , curator van betrokkene.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 21 november 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 17 november 2023;
- de medische verklaring van 17 november 2023;
- een zorgplan van 10 november 2023;
- een (blanco) zorgkaart;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- de door zijn advocaat overgelegde brief van betrokkene.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 december 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- Mr. J.H.P.M. Verhagen namens betrokkene;
- mevrouw [naam 2] , arts in opleiding tot specialist;
- mevrouw [naam 3] , curator bij [bewindvoering] (via beeldbellen).
1.4
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen.
Betrokkene gaf aan de Nederlandse rechtspraak niet te erkennen. Naar zijn mening dient een rechter in toga te verschijnen en dient een mondelinge behandeling van een verzoek bovendien in een gerechtsgebouw plaats te vinden. Betrokkene heeft de rechter vervolgens gewraakt. Op de vraag van de rechter of hij bij de mondelinge behandeling aanwezig wilde zijn antwoordde hij ontkennend. Hij wilde niet met de rechter in gesprek. Ook een poging tot overreding daartoe van zijn advocaat bleek tevergeefs. Met goedvinden van de advocaat heeft de mondelinge behandeling vervolgens plaatsgevonden zonder betrokkene in persoon.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 6 maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
De arts geeft aan dat sinds de opname van betrokkene wordt gezien dat hij niet in contact treedt tot een gesprek. Sinds vorige week is daar een licht positieve kentering in gekomen. Betrokkene vertelt echter nog veel onnavolgbare verhalen. Betrokkene kent nog steeds paranoïde wanen. Zo had hij hier eerder het idee dat hij vergiftigd werd. Betrokkene at daardoor toen weinig. Ook had betrokkene vaak het idee dat hij achtervolgd werd. Met betrokkene valt enkel functioneel in contact te komen, bijvoorbeeld als aan hem een korte vraag gesteld wordt. Daarna wordt betrokkene al snel onnavolgbaar in zijn verhalen en laat hij veel achterdocht zien. Een mondelinge behandeling draagt daar ook niet in positieve zin aan bij. De spanningen bij betrokkene nemen dan toe. Sinds afgelopen week laat betrokkene dus een lichte verbetering in het contact zien. De psychose bij betrokkene is zeker nog aanwezig.
Voor wat betreft de verzochte verplichte vormen van zorg acht ik “het toedienen van vocht en voeding” niet nodig. Insluiten acht ik wel nodig. Ook “het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen” acht ik nodig, alhoewel ik niet verwacht dat betrokkene binnen enkele weken naar huis zal kunnen.
3.2.
De advocaat voert aan dat hij betrokkene al heel erg lang kent. Betrokkene heeft al meerdere zorgmachtigingen gehad. Hij had daarbinnen veel vrijheid. Hij mocht op grote schepen varen in de binnenvaart. Dat ging lange tijd erg goed, totdat betrokkene stopte met diens medicatie. Betrokkene is toen binnen zeer korte tijd in een neerwaartse spiraal terechtgekomen en is vereenzaamd geraakt en is aan het wegkwijnen.
Voor wat betreft het verzoek kan ik u namens betrokkene inhoudelijk mededelen dat hij naar huis wil. Betrokkene verzoekt de machtiging te weigeren.
3.3.
De curator brengt naar voren dat zij in het afgelopen jaar heeft geconstateerd dat betrokkene ver is afgegleden. De curator sluit aan bij hetgeen de advocaat zojuist heeft verwoord dat betrokkene met medicatie jarenlang erg goed gefunctioneerd heeft. Op dit moment is betrokkene erg angstig, ook als hij thuis is. Hij kwam dan niet meer naar buiten en had geen sociale contacten meer. De curator verzet zich niet tegen het verzoek.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken, in het bijzonder de medische verklaring, en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank overweegt hierbij met name dat betrokkene in de thuissituatie zijn eigen woning niet meer in durfde, omdat hij bang was voor straling in zijn huis. Om die reden zwierf hij over straat. Ook is betrokkene ervan overtuigd vergiftigd te worden via zijn voeding, waardoor hij flink was afgevallen.
Met het huidige (paranoïde) beeld dat betrokkene laat zien is hij niet in staat om te werken of een anderszins zinnige rol te spelen in de maatschappij en glijdt hij steeds verder af.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank overweegt hierbij dat betrokkene in de thuissituatie gestopt was met zijn medicatie. Ook was hij uit zorg gegaan, contacten met de GGz en zijn curator hield hij af. Zijn verblijf in het psychiatrische ziekenhuis wil betrokkene niet voortzetten. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank overweegt hierbij dat zij de verplichte vorm van zorg “het toedienen van vocht en voeding” niet zal overnemen in de zorgmachtiging, nu betrokkene dat volgens de arts niet nodig heeft.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend, met dien verstande dat aanleiding wordt gezien om de maatregel in duur te beperken tot 1 maand en het verzoek voor het overige aan te houden, in afwachting van de uitkomst van de behandeling van het wrakingsverzoek.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 januari 2024;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de mondelinge behandeling van
[datum]en roept betrokkene en zijn advocaat, de GGz Breburg en de curator op om alsdan weer te verschijnen bij de GGz Breburg aan de [adres ];
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als een oproeping voor betrokkene en zijn advocaat, voor de GGz Breburg en voor de curator;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders, rechter en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2023 in tegenwoordigheid van Van Dongen als griffier, en op 11 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.