ECLI:NL:RBZWB:2023:8632

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
C/02/415919 / FA RK 23/5314
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Janssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, aansluitend op een eerdere zorgmachtiging, voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1983, lijdt aan verschillende psychische aandoeningen, waaronder een paranoïde psychose en autismespectrumstoornis. De betrokkene heeft aangegeven dat hij de depotmedicatie op vrijwillige basis wil blijven accepteren, maar de rechtbank oordeelt dat de situatie nog te fragiel is om de zorg in een vrijwillig kader te kunnen verlenen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende zorgprofessionals gehoord, waaronder een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, die de noodzaak van verplichte zorg hebben onderbouwd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene gebaat is bij toezicht en controle, vooral gezien het gebruik van speed en de recente verlaging van de medicatiedosering. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen die noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Janssen en schriftelijk uitgewerkt op 14 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/415919 / FA RK 23/5314
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 30 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Kalle te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 13 november 2023, ingekomen ter griffie op 13 november 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag voorbereiding verzoekschrift zorgmachtiging van 11 oktober 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 9 november 2023;
- de medische verklaring van 31 oktober 2023;
- een zorgplan van 2 november 2023;
- een zorgkaart van 6 november 2023;
- het maatschappelijke plan van 3 november 2023;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- het (niet ingevulde) crisissignaleringsplan van 29 juni 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een informatierapport Wvggz van 12 juli 2023 t/m 12 oktober 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 november 2023, in de hierboven genoemde woning van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- dhr. [naam 1] , psychiater;
- mevr. [naam 2] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene vindt dat er geen zorgmachtiging meer nodig is. De zorg kan ook in een vrijwillig kader worden verleend. Betrokkene erkent namelijk dat zijn gezondheidstoestand door de depotmedicatie is verbeterd en daarom wil hij de depotmedicatie op vrijwillige basis blijven accepteren. Betrokkene bevestigt dat er geen discussie komt over de depotmedicatie als er geen zorgmachtiging zal worden verleend. Wel heeft hij last van de bijwerkingen. Betrokkene voelt zich door de depotmedicatie erg afgevlakt. In overleg met de psychiater is de dosering van de depotmedicatie zeer recent verlaagd. Betrokkene hoopt hierdoor minder last te hebben van de bijwerkingen. Wat betreft de vormen van verplichte zorg vindt betrokkene het overbodig en vervelend als ‘opnemen in een accommodatie’ wordt toegewezen. Daarbij komt dat in de voorgaande beschikking was opgenomen dat betrokkene alleen kortdurend mocht worden opgenomen. Hij is echter tijdens de laatste opname voor de duur van vijf weken opgenomen. Dat vindt betrokkene niet kortdurend. Verder wil betrokkene graag dagbesteding, zodat zijn dagen minder leeg zijn en hij minder met de depotmedicatie bezig is. Tot slot geeft betrokkene desgevraagd aan dat hij niet meer zoveel speed gebruikt.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat primair verzocht om het verzoek af te wijzen vanwege het feit dat betrokkene heeft aangegeven vrijwillig de zorg te accepteren. Betrokkene heeft tot nu toe goed meegewerkt, hetgeen de psychiater heeft bevestigd. Subsidiair verzoekt de advocaat om de zorgmodaliteit te weten het ‘opnemen in een accommodatie’ niet toe te wijzen als de zorgmachtiging wordt verleend. De psychiater heeft aangegeven dat hij niet kan inschatten of een opname nodig is. Hij benoemt alleen dat de dosering van de depotmedicatie drastisch is verlaagd en dat het nog onduidelijk is hoe betrokkene daarop gaat reageren. Het kan zo zijn dat de depotmedicatie niet goed genoeg werkt. De advocaat vindt dit onvoldoende voorzienbaar.
3.3
De psychiater heeft toegelicht dat de situatie nog te fragiel is om de zorg in een vrijwillig kader te kunnen verlenen. Betrokkene werkt op dit moment goed mee, maar het is te vroeg om in te schatten of hij ook op de langere termijn op vrijwillige basis blijft meewerken. Betrokkene is zich er bewust van dat hij een psychose heeft gehad en dat de depotmedicatie helpend is, maar de depotmedicatie valt hem zwaar. Vanwege de bijwerkingen is de dosering van de depotmedicatie in goed overleg zeer recent drastisch verlaagd van 600mg naar 300mg. Nu de dosering nog maar zeer recent is verlaagd, is het nog onduidelijk wat de werking van de depotmedicatie gaat zijn en hoe betrokkene hierop gaat reageren. Het kan zijn dat de depotmedicatie niet adequaat genoeg werkt als gevolg waarvan betrokkene in een psychose terecht komt en mogelijk moet worden opgenomen. Daarbij komt dat het speedgebruik nog actueel is, hetgeen een luxerende factor kan zijn voor een psychotische decompensatie. Ook bestaat het risico dat betrokkene, omwille van de bijwerkingen, de depotmedicatie toch gaat weigeren als er geen zorgmachtiging meer is. Er is immers een lijdensdruk bij betrokkene ten gevolge van de depotmedicatie. Als de bijwerkingen niet verminderen, moet er mogelijk worden gewisseld naar een modern depot. Wat betreft de zorgvormen blijft de psychiater bij hetgeen in het zorgplan is opgenomen te weten het toedienen van medicatie, verrichten van medische controles, beperken van de bewegingsvrijheid, aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en opnemen in een accommodatie. Het is niet nodig om het drugsgebruik te controleren. Betrokkene is er open over dat hij speed gebruikt. De overige zorgvormen die verband houden met een mogelijke opname zijn voor nu niet voorzienbaar.
3.4
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige sluit zich aan bij hetgeen de psychiater naar voren heeft gebracht. Het is te vroeg om geen zorgmachtiging meer te verlenen met het risico dat er wordt gestopt met de depotmedicatie. Betrokkene is nog maar net in herstel van zijn laatste psychose.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Door of namens betrokkene is niet betwist dat er sprake is van een psychische stoornis. Betrokkene is bekend met een paranoïde psychose met forse wanen (welke op dit moment in remissie is), speedgebruik en autismespectrumstoornis (ASS).
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene zich eerder tijdens een paranoïde psychose verward, agressief en gewelddadig heeft gedragen. Ook heeft hij overlast veroorzaakt en veelvuldig (hulpverlenings)instanties gebeld. Daarnaast kan er sprake zijn van uitputting en lukt het betrokkene niet langer om voor zichzelf te zorgen.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene – ondanks dat hij op dit moment goed in contact met het FACT-team is, de depotmedicatie accepteert en zijn paranoïde psychose in remissie is – is gebaat bij toezicht en controle. Met name omdat het aanwezige speedgebruik van betrokkene een luxerende factor kan zijn voor een psychotische decompensatie als gevolg waarvan de vrijwilligheid kan wegvallen. Daarbij komt dat de dosering van de depotmedicatie zeer recent drastisch is verlaagd en het nog onduidelijk is wat de werking van de depotmedicatie gaat zijn en hoe betrokkene hierop gaat reageren. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de situatie op dit moment nog niet bestendig genoeg is om de zorg in een vrijwillig kader te verlenen. Daarom is er een zorgmachtiging nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid
– in geval van opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie
– in het geval de andere zorgmodaliteiten niet langer toereikend zijn om stabiel te blijven en/of een psychotische decompensatie te voorkomen of af te wenden.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd hebben verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
30 november 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Janssen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 14 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.