ECLI:NL:RBZWB:2023:8644

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
10159255 CV EXPL 22-3247 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van een overeenkomst tot plaatsing van een dakkapel en de betaling daarvan

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser in conventie] en [gedaagde in conventie] over de plaatsing van een dakkapel. [gedaagde in conventie] heeft een dakkapel geplaatst bij [eiser in conventie], waarbij was afgesproken dat deze identiek zou zijn aan de bestaande dakkapel. [eiser in conventie] stelt dat de nieuwe dakkapel niet voldoet aan deze overeenkomst, omdat deze smaller is en de lijsten breder zijn dan de bestaande dakkapel. De kantonrechter heeft de situatie ter plaatse beoordeeld en vastgesteld dat de dakkapel inderdaad smaller is, maar dat dit geen storend verschil oplevert. Echter, de bredere lijsten zijn wel een storend verschil, waardoor [gedaagde in conventie] een vervangende schadevergoeding moet betalen voor de kosten van aanpassing.

Daarnaast is er een geschil over de betaling van de factuur. [eiser in conventie] stelt dat hij een deel van de factuur contant heeft betaald, wat door [gedaagde in conventie] wordt betwist. De kantonrechter oordeelt dat er voldoende bewijs is dat deze betaling heeft plaatsgevonden. De procedure omvatte een mondelinge behandeling en een beoordeling ter plaatse, waarna de kantonrechter tot zijn oordeel kwam. De vordering van [eiser in conventie] tot schadevergoeding wordt gedeeltelijk toegewezen, evenals de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten, maar deze worden beperkt tot het wettelijke tarief. De vorderingen van [eiser in reconventie] worden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10159255 \ CV EXPL 22-3247
Vonnis van 6 december 2023
in de zaak van
[eiser in conventie],
te [plaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie] ,
gemachtigde: [gemachtigde] , werkzaam ten kantore van DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. te Amsterdam,
tegen
[gedaagde in conventie],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
gemachtigde: mr. L.J.J. van Asseldonk, advocaat te Tilburg.
Waar gaat deze zaak over?
[gedaagde in conventie] heeft bij [eiser in conventie] een dakkapel geplaatst. Daarbij is afgesproken dat de dakkapel een kopie moest worden van de al bestaande dakkapel. [eiser in conventie] is van mening dat de dakkapel geen kopie is van de bestaande dakkapel, maar te smal is en dat de lijsten te breed zijn. [gedaagde in conventie] vindt dat door hem geplaatste dakkapel wel voldoende lijkt op de bestaande dakkapel. De kantonrechter heeft de situatie ter plaatste beoordeeld en is van oordeel dat de door [gedaagde in conventie] geplaatste dakkapel smaller is dan de bestaande dakkapel, maar dat dit in deze situatie geen storend verschil is. Dat de lijsten breder zijn is wel een storend en te groot verschil. De kosten voor het vervangen van de kozijnen en het glas moet [gedaagde in conventie] daarom als vervangende schadevergoeding aan [eiser in conventie] betalen. Ook verschillen partijen van mening over de vraag of [eiser in conventie] een deel van de factuur contant aan [gedaagde in conventie] heeft betaald. De kantonrechter gaat er in deze procedure van uit dat deze betaling heeft plaatsgevonden. Hoe de kantonrechter tot dit oordeel is gekomen wordt in dit vonnis toegelicht.

1.Hoe is de procedure verder verlopen?

1.1
Er is eerder een mondelinge behandeling geweest en daarna hebben partijen nog aktes genomen. Hierna heeft de kantonrechter besloten dat er nog een beoordeling ter plaatste nodig was. Hierop is een tussenvonnis gewezen van 12 juli 2023 en heeft de griffier aantekeningen van de descente van 7 november 2023 gemaakt.
1.2
Daarna heeft de kantonrechter besloten voldoende te zijn geïnformeerd zodat vonnis kan worden gewezen.

2.Wat zijn de feiten?

Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
a. In juni 2021 is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen. Voor een bedrag van € 9.500,- inclusief btw plaatst [gedaagde in conventie] een dakkapel bij [eiser in conventie] .
b. In de offerte staat onder andere:
‘dakkapel lopieren (toevoeging kantonrechter: lees ‘kopiëren’) van bestaande dakkapel’
En
‘Wij vragen geen aanbetaling maar bij oplevering contante betaling. Of u dient op de datum van plaatsing voor 12 uur het bedrag op onze rekening te hebben gestort.’
c. Op 6 november 2021 heeft [gedaagde in conventie] de dakkapel bij [eiser in conventie] geplaatst. In de keuken van het appartement van [eiser in conventie] zit de bestaande 3-raams dakkapel. In de slaapkamer was dit een kleinere dakkapel met één raam. De kleine dakkapel is door [gedaagde in conventie] vervangen door een 3-raams dakkapel.
d. De dagen na het plaatsen van de dakkapel worden er tussen partijen verschillende appberichten gestuurd. Op 6 november 2021 stuurt [gedaagde in conventie] onder andere aan [eiser in conventie] :
‘En had net gekeken op de bank maar er is nog niets over gestord na mijn bank heb jij ook Rabo bank?’
e. Daarop heeft [eiser in conventie] een screenshot gestuurd van een bankoverschrijving van een bedrag van € 5.000,- naar [gedaagde in conventie] .
f. Hierop reageert [gedaagde in conventie] in een app met:
‘Oh ing dan duurt dat wat langer’
g. Op 7 november 2021 19:02 uur schrijft [eiser in conventie] onder andere aan [gedaagde in conventie] :
‘Hoi [naam 1]
De dakkapel staat waarschijnlijk prima op de spanten. Bij de originele hebben ze de afwerking met Trespa verder van de wand af gemonteerd. Waarschijnlijk beiderzijds gevuld met isolatiemateriaal. Jouw kapel is 30 ! cm smaller aan de buitenkant.
(…)
Het spijt me verschrikkelijk, je wist dat er één ding ernstig belangrijk was en dat staat ook in de offerte, namelijk dat hij identiek moet zijn.
Daar ben ik al 4 jaar mee bezig met advocaten om dit geregeld te krijgen. Ook in het vonnis is dit benoemd: identiek en dan op die voorwaarde kreeg ik toestemming.
(…)’
h. Op 7 november 2021 19:19 uur reageert [gedaagde in conventie] met het volgende appbericht:
‘ [naam 2] ik wist zeker wat de bedoeling was en op de offertes ie van buiten identiek er uit zou zien (…) je kan de wand geen 15 cm na buiten bouwen om de dakkapel 30 cm breder te maken wand dan moet je ook het dak open zagen voorbij de spanten ! Dat kan helemaal niet ! Maar nog maals dit is in overleg met jou gedaan ook de kozijnen en daar stonden m’n personeel bij gisteren dit wordt een eindeloze discussie ,en dan van mij te verlangen dat ik de dakkapel breder ga maken dat gaat m niet worden ! Heb de dakkapel volgens afspraak geplaatst afspraak was op de spanten plaatsen dat heb ik gedaan en nogmaals in t werk met jou overlegd bij het plaatsen van de dakkapel(…)’

3.Het geschil in conventie

Wat is het standpunt van [eiser in conventie] ?
3.1
[eiser in conventie] stelt dat [gedaagde in conventie] niet heeft voldaan aan de overeenkomst en zegt daarover het volgende. Afgesproken is dat de te plaatsen dakkapel identiek moest zijn aan de 3-raams dakkapel die al in de keuken van het appartement aanwezig is. Dit vanwege de eisen van de VvE. Het appartement van [eiser in conventie] is onderdeel van een complex dat zich bevindt in een voormalig klooster. Er wordt veel waarde gehecht aan de uitstraling van het complex en het behoud van eenheid. [eiser in conventie] heeft toestemming gekregen voor het plaatsen van de dakkapel, als deze identiek zou zijn aan de dakkapel die er al zit. [gedaagde in conventie] was hier ook van op de hoogte. Na het plaatsen van de nieuwe dakkapel bleek dat deze 30 cm smaller is dan de bestaande dakkapel in de keuken. Ook zit er een verschil in lijstdikte. In de bestaande dakkapel in de keuken hebben de lijsten inclusief kozijn een dikte van 12 cm. In het nieuwe door [gedaagde in conventie] geplaatste kozijn is dit 15 cm. Daardoor is het raam zowel aan de zijkanten als de boven en onderkant 6 cm smaller. Nog dezelfde avond dat de nieuwe dakkapel is geplaatst heeft [eiser in conventie] laten weten dat de nieuwe dakkapel niet identiek is aan de bestaande dakkapel en hij niet tevreden is. Ook heeft de VvE laten weten niet akkoord te zijn met de nieuwe dakkapel. Er zijn teveel optische verschillen met de bestaande dakkapel. [eiser in conventie] is genoodzaakt de nieuwe dakkapel aan te laten passen, zodat deze identiek is aan de bestaande dakkapel. [eiser in conventie] houdt [gedaagde in conventie] aansprakelijk voor de kosten die hij daarvoor moet maken.
In de akte houdende uitlating bewijs tevens houdende vermeerdering van eis, genomen na de mondelinge behandeling, stelt [eiser in conventie] ook het volgende. De zijwanden van de dakkapel zijn 5,5 cm dik. Dat is inclusief de afwerking. Dit betekent dat er voor isolatie dan ongeveer 4 cm overblijft. Volgens het bouwbesluit vereist een goede isolatie een Resistance Construction (hierna: RC) waarde van 3,5 en dat kan in die 4 cm niet zijn gehaald. Ter onderbouwing van zijn stelling legt [eiser in conventie] een offerte van Godschalk bouw- en adviesbureau van 7 mei 2023 over. In deze offerte wordt het punt over de isolatie opgemerkt. Ook op dit punt is er sprake van wanprestatie voor [gedaagde in conventie] .
3.2
[eiser in conventie] vordert -samengevat- veroordeling van [gedaagde in conventie] tot betaling van € 14.598,44 in hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2022 en de buitengerechtelijke kosten van € 898,93.
Wat is het standpunt van [gedaagde in conventie] ?
3.3
[gedaagde in conventie] voert verweer en brengt het volgende naar voren. Het klopt dat de nieuwe dakkapel smaller is dan de bestaande dakkapel in de keuken, maar dit kan niet anders. De dakkapel kan niet voorbij het ijzeren spant worden gebouwd. Daarbij moet aan de buitenkant de maat van de dakpannen worden aangehouden. Je kunt dakpannen niet smaller zagen, dan krijg je lekkage. Als je de dakkapel over de dakpannen heen zou bouwen om deze breder te maken, dan sluit je de dakpannen helemaal af. Mocht er een reparatie aan de dakpannen nodig zijn, kom je daar nooit meer bij. Toen de nieuwe dakkapel werd geplaatst is dit ook besproken met [eiser in conventie] . [eiser in conventie] heeft toen gezegd dat het akkoord is dat de nieuwe dakkapel smaller zou worden. Wat betreft de dikte van de lijsten is van te voren niet aangegeven dat dit belangrijk is. Er is ook niet samen opgemeten hoe dik de lijsten van de bestaande dakkapel waren. Er is besproken dat de bestaande dakkapel nagemaakt moest worden, maar daarbij zijn zaken als kleur en het puntje op de dakkapel van belang. [gedaagde in conventie] vindt dat hij heeft voldaan aan de overeenkomst en de bestaande dakkapel zo goed mogelijk heeft nagemaakt.
[gedaagde in conventie] betwist dat de isolatie in de wand van de nieuwe dakkapel niet voldoende zou zijn en niet aan het bouwbesluit zou voldoen.
De beoordeling in conventie
Wat hebben partijen afgesproken?
4.1
Tussen partijen is niet in geschil dat is afgesproken dat de nieuw te plaatsen dakkapel een kopie moest worden van de bestaande dakkapel. Partijen zijn het niet eens over de vraag wanneer er sprake is van een kopie. Naar het oordeel van de kantonrechter moet het dan gaan om grote gelijkenis. Er mogen geen storende visuele verschillen zijn. Het bereiken van grote gelijkenis met de bestaande dakkapel moet bouwtechnisch met de nu verkrijgbare materialen wel mogelijk zijn.
De breedte van de dakkapel
4.2
Partijen zijn het er over eens dat de bestaande dakkapel aan de buitenkant 30 cm breder is dan de nieuwe dakkapel. Aan de binnenkant van het appartement zijn de dakkapellen even breed. Tijdens de descente heeft de kantonrechter de situatie met partijen bekeken. Toen is gezien dat de bestaande dakkapel in de keuken aan de buitenkant breder is gemaakt door over de dakpannen heen te bouwen. Een manier van bouwen die door [gedaagde in conventie] niet wenselijk wordt gevonden. Naar het oordeel van de kantonrechter is het verschil in breedte van de beide dakkapellen niet storend. Tijdens de descente is de situatie aan de buitenkant van het appartementencomplex bekeken. Toen is gezien dat er op het dakvlak meerdere dakkapellen aanwezig zijn met verschillende breedtes. Dat de nieuwe dakkapel smaller is dan de bestaande dakkapel is een verschil, maar geen visueel storend verschil.
De dikte van de lijsten
4.3
Anders dan de breedte van de dakkapel, is de kantonrechter van oordeel dat de dikte van de witte raamlijsten wel een storend visueel verschil is. De raamlijsten contrasteren qua kleur met de ombouw. Het gaat om een verschil van 3 cm per lijst aan elke kant van het raam. Dit maakt dat ook het (glas)raam zelf kleiner is. Dit is een groot verschil ten aanzien van de bestaande dakkapel en ook de andere ramen in het appartementencomplex. Bij de opdracht om een kopie van de bestaande dakkapel te maken, had [gedaagde in conventie] de dikte van de lijsten moeten meten. Deze zijn mede bepalend voor het wel of niet identiek zijn.
4.4
[gedaagde in conventie] is tekortgeschoten in het nakomen van zijn verplichtingen uit de overeenkomst. [gedaagde in conventie] heeft niet, zoals was afgesproken, een kopie van de bestaande dakkapel geplaatst. Al snel na het plaatsten van de dakkapel door [gedaagde in conventie] is er tussen partijen discussie ontstaan over of de nieuwe dakkapel wel of niet een kopie is van de bestaande dakkapel. Hieruit bleek dat [gedaagde in conventie] zich op het standpunt stelde dat hij had voldaan aan de overeenkomst en niet van plan was de geplaatste dakkapel aan te passen. Daarmee is er ook zonder ingebrekestelling sprake van verzuim aan de kant van [gedaagde in conventie] . [eiser in conventie] heeft een offerte van VABO Geveltechniek in het geding gebracht van € 5.005,- inclusief btw. Zij kunnen aluminium kozijnen en beglazing leveren en monteren met een stijldikte van 122 mm. Dit is nagenoeg identiek aan de stijldikte van 12 cm van de bestaande dakkapel. Naar het oordeel van de kantonrechter is [gedaagde in conventie] gehouden het bedrag van deze offerte als vervangende schadevergoeding aan [eiser in conventie] te voldoen..
De isolatie in de dakkapel
4.5
Tussen partijen is ook in geschil of de isolatiewaarde van de dakkapel voldoende is en voldoet aan het bouwbesluit. Deze stelling is voor het eerst na de mondelinge behandeling door [eiser in conventie] ingebracht. Dat is laat. Los daarvan is de stelling onvoldoende onderbouwd. [eiser in conventie] heeft de werkelijke RC waarde in de dakkapel niet laten onderzoeken. Uit de offerte van Godschalk bouw- en adviesbureau is dit niet af te leiden. Ook is in deze procedure niet op andere wijze vast te stellen dat de RC waarde te laag zou zijn. De stelling dat er in de isolatiewaarde van de dakkapel een gebrek zit, is dus onvoldoende onderbouwd.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.6
[eiser in conventie] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde in conventie] heeft tegen deze vordering geen afzonderlijk verweer gevoerd. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is op grond van artikel 6:96 BW alleen toewijsbaar, als deze kosten in redelijkheid zijn gemaakt, ook de hoogte van de gevorderde kosten moet redelijk zijn. Nu een substantieel deel van de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (in de zin van artikel 6:2 BW) om het toepasselijke wettelijke tarief te bepalen aan de hand van de gevorderde hoofdsom. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag. De vordering van € 898,93 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 756,55 bij € 5.005,- in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom € 756,55 toe.
Wat wordt in conventie toegewezen?
4.7
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag in conventie wordt toegewezen:
Offertebedrag VABO Geveltechniek € 5.005,00
Buitengerechtelijke incassokosten
€ 756,55
Totaal € 5.761,55
Proceskosten
4.8
[gedaagde in conventie] is de partij die overwegend ongelijk krijgt en wordt daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) veroordeeld. Omdat een gedeelte van de gevorderde hoofdsom wordt toegewezen, wordt het griffierecht en het gemachtigdensalaris op basis van het toe te wijzen bedrag worden berekend. Hierdoor zal een deel van het betaalde griffierecht voor rekening van [eiser in conventie] blijven.
4.9
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten in conventie aan de zijde van [eiser in conventie] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
135,89
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
528,00
(4 punten × € 132,00)
- nakosten
132,00
Totaal
1.039,89
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.Het geschil in reconventie

Wat is het standpunt van [eiser in reconventie] ?
5.1
[eiser in reconventie] stelt dat hij geen volledige betaling heeft ontvangen van [gedaagde in reconventie] . Overeengekomen is een bedrag van € 9.500,- inclusief btw. [gedaagde in reconventie] heeft een bedrag van € 5.000,- per bank overgemaakt. Het restant van € 4.500,- moet hij nog betalen. Er zijn geen andere afspraken gemaakt over de hoogte van het bedrag en [gedaagde in reconventie] heeft ook niets contant aan [eiser in reconventie] betaald.
5.2
[eiser in reconventie] vordert veroordeling van [gedaagde in reconventie] tot betaling van een € 4.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 november 2021.
Wat is het standpunt van [gedaagde in reconventie] ?
5.3
[gedaagde in reconventie] voert verweer en brengt het volgende naar voren. Volgens de offerte moest het hele bedrag contant worden voldaan of op de dag van de werkzaamheden voor 12.00 uur op de rekening van [eiser in reconventie] staan. Dat vond [gedaagde in reconventie] niet prettig. Daarom is afgesproken dat [gedaagde in reconventie] € 5.000,- per bank zou overmaken en € 3.900,- (in plaats van € 4.500,-) na oplevering contant zou betalen. Dit laatste bedrag zou zonder btw zijn en daarom is er een korting van € 600,- afgesproken. [eiser in reconventie] zou daarbij hebben gezegd dat hij met dat contante bedrag zijn werknemers meteen uit zou betalen, dan hadden zij een extraatje voor het weekend. De dakkapel is op een zaterdag geplaatst. De betaling heeft volgens deze afspraak plaatsgevonden. Nadat de dakkapel is geplaats, heeft [gedaagde in reconventie] € 3.900,- aan [eiser in reconventie] voldaan. De betaling heeft plaatsgevonden in de keuken, daar heeft [gedaagde in reconventie] de biljetten uitgeteld en aan [eiser in reconventie] gegeven. Ter onderbouwing van zijn stelling legt [gedaagde in reconventie] een bankafschrift over waaruit blijkt dat hij op 5 november 2021 om 17:59 uur een bedrag van € 4.000,- heeft opgenomen. Ook wijst [gedaagde in reconventie] op het app contact van 6 november 2021. Daarin vraagt [eiser in reconventie] naar een bewijs van betaling. Toen [gedaagde in reconventie] een bewijs van betaling van een bedrag van € 5.000,- stuurde, heeft [eiser in reconventie] niet aangegeven dat het bedrag niet zou kloppen. [eiser in reconventie] gaf alleen aan dat een bankoverschrijving van de ING wat langer zou duren. Ook in het app contact de dagen daarna, heeft [eiser in reconventie] niet aangegeven dat [gedaagde in reconventie] nog niet volledig aan zijn betalingsverplichting zou hebben voldaan.

6.De beoordeling in reconventie

6.1
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde in reconventie] volgens een nadere afspraak tussen partijen een bedrag van € 3.900,- contant aan [eiser in reconventie] heeft betaald. Het werkelijke antwoord op deze vraag, weten alleen partijen zelf. De kantonrechter is van oordeel dat het er in deze procedure voor moet worden gehouden dat er is betaald door [gedaagde in reconventie] . Hierbij wordt het volgende overwogen.
6.2
[gedaagde in reconventie] heeft een bankafschrift overgelegd waaruit volgt dat hij de dag voor het plaatsen van de dakkapel om 17:59 uur een bedrag van € 4.000,- heeft gepind. [gedaagde in reconventie] heeft een feitelijke weergave gegeven van waar er is betaald en hoe dit is gebeurd, het uittellen van de bankbiljetten in de keuken. Over de situatie heeft [gedaagde in reconventie] ook aangegeven dat [eiser in reconventie] zou hebben gezegd dat het een extraatje voor zijn werknemers voor het weekend was. Tegenover deze feitelijke weergave van de situatie, onderbouwd met een bewijs van de pintransactie, heeft [eiser in reconventie] enkel een blote ontkenning gegeven. [eiser in reconventie] heeft geen nadere toelichting gegeven. Zo heeft [eiser in reconventie] bijvoorbeeld niet toegelicht waarom hij in het app contact [gedaagde in reconventie] er niet op heeft gewezen dat het overgeschreven bedrag van € 5.000,- niet het volledige bedrag zou zijn.
6.3
In het licht van het verweer van [gedaagde in reconventie] , heeft [eiser in reconventie] zijn vordering met onvoldoende feiten en omstandigheden onderbouwd. In deze procedure staat daarom voldoende vast dat [gedaagde in reconventie] op basis van een nadere afspraak tussen partijen contant heeft betaald aan [eiser in reconventie] en daarmee aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan. De vorderingen van [eiser in reconventie] worden afgewezen.
Proceskosten
6.4
[eiser in reconventie] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [gedaagde in reconventie] worden tot dit vonnis vastgesteld op één salarispunt passend bij het gevorderde bedrag, dat is € 264,-.

7.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
1. veroordeelt [gedaagde in conventie] om aan [eiser in conventie] te betalen een bedrag van € 5.761,55, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 3 juli 2022 tot de dag dat alles is betaald,
2. veroordeelt [gedaagde in conventie] in de proceskosten van € 1.039,89, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Als [gedaagde in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde in conventie] ook de kosten van betekening betalen,
3. veroordeelt [gedaagde in conventie] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
4. verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
5. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6. wijst de vorderingen van [eiser in reconventie] af,
7. veroordeelt [eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 264,-,
8. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023.