ECLI:NL:RBZWB:2023:8703

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
02-141469-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel en verzoek tot beëindiging

Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel opgelegd aan een veroordeelde. De veroordeelde, geboren in 1985 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Vught, had een verzoek ingediend tot beëindiging van de ISD-maatregel. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de intramurale behandeling tot nu toe weinig effect heeft gehad op het recidiverisico. De rechtbank heeft vastgesteld dat het nog lange tijd kan duren voordat er een beslissing wordt genomen in de procedure tot ongewenstverklaring van de veroordeelde, en dat dit geen zelfstandige grond vormt om de ISD-maatregel te beëindigen. De rechtbank heeft de Penitentiaire Inrichting Vught wel nadrukkelijk in overweging gegeven om te starten met het extramurale traject, ondanks de lange duur van de procedure tot ongewenstverklaring.

De rechtbank heeft de officier van justitie en de raadsvrouw van de veroordeelde gehoord. De officier van justitie was van mening dat het verzoek te vroeg was, gezien het nog aanwezige recidiverisico. De raadsvrouw heeft betoogd dat de procedure tot ongewenstverklaring nog jaren kan duren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen omstandigheden zijn die het voortijdig beëindigen van de ISD-maatregel rechtvaardigen. De beslissing om de ISD-maatregel voort te zetten is genomen met inachtneming van het advies van de deskundige en de huidige situatie van de veroordeelde.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-141469-22
Beslissing tussentijdse beoordeling ISD-maatregel d.d. 13 december 2023
Aan veroordeelde
[veroordeelde]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985
niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen ingeschreven
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Vught
is de ISD-maatregel opgelegd.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 5 oktober 2022 waaruit blijkt dat aan veroordeelde de ISD-maatregel is opgelegd voor de duur van 2 jaar;
- het verzoek van de verdediging tot tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel;
- een evaluatierapportage ISD van de [trajectbegeleider] van de PI te Vught d.d. 4 november 2023 inhoudende het advies tot voortzetting van de ISD maatregel;
- alle overige stukken.

2.De procesgang

Tijdens het onderzoek ter zitting van de rechtbank van veroordeelde is de officier van justitie gehoord. Tevens is de raadsvrouw mr. B.W.C. van Geet gehoord, advocaat te Tilburg. Voorts is gehoord de [deskundige] , senior casemanager.

3.Het advies van de PI en de deskundige

In de evaluatierapportage ISD-maatregel van de PI te Vught d.d. 4 november 2023 wordt geadviseerd tot voortzetting van de ISD-maatregel. Een opheffing van de maatregel op dit moment betekent dat het recidiverisico onverminderd hoog is, dat een terugval in middelengebruik en daarmee ook delictgedrag zeer waarschijnlijk zal optreden.
De [deskundige] heeft daar ter zitting nog aan toegevoegd dat de PI door de langlopende procedure tot ongewenstverklaring bij de IND op dit moment niets extramuraals opstart omdat dat het beleid van de PI is. Alles wat er nu gebeurt is intramuraal en op die wijze wordt geprobeerd veroordeelde minder spanningsklachten te laten ervaren en wordt gewerkt aan de drugsproblematiek bij veroordeelde binnen de PI. Veroordeelde is volgens de deskundige wel toe aan de extramurale fase, maar de PI wil eerst duidelijkheid hebben dat veroordeelde in Nederland mag blijven. Indien hij nu vrij zou komen is er nog een flink recidiverisico. Het advies is dat er nog steeds vorm gegeven kan worden aan de opgelegde ISD-maatregel en dat er eerst duidelijkheid moet komen van de IND. Daarom dient de maatregel volgens de deskundige te worden voortgezet. Desgevraagd heeft zij ook meegedeeld dat het klopt dat het extramurale traject op dit moment zou kunnen worden opgestart.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het verzoek van veroordeelde te vroeg is omdat er nog geen concrete data zijn van de IND. Omdat de deskundige aangeeft dat het recidiverisico bij beëindiging van de maatregel op dit moment nog hoog is, verzoekt de officier van justitie de rechtbank het advies van de deskundige te volgen en de ISD-maatregel voort te zetten.

5.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft ter zitting gepersisteerd bij haar verzoek tot beëindiging van de ISD-maatregel en aangevoerd dat de procedure tot ongewenstverklaring nog jaren kan duren.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft kunnen constateren dat het nog lange tijd kan duren alvorens in de procedure tot ongewenstverklaring van veroordeelde een beslissing wordt genomen. Door het gevoerde beleid van de PI Vught heeft dat tot gevolg dat veroordeelde nu slechts intramuraal wordt behandeld. Die intramurale behandeling lijkt weinig effect te hebben en heeft nog onvoldoende invloed gehad op het terugdringen van het recidiverisico. Dat recidiverisico is dan ook nog steeds aanwezig en de rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat er een procedure tot ongewenstverklaring loopt geen zelfstandige grond is om de ISD-maatregel op dit moment te beëindigen. Het verzoek van de verdediging is naar het oordeel van de rechtbank dan ook te vroeg en de rechtbank ziet op dit moment geen omstandigheden die het voortijdig beëindigen van de ISD-maatregel rechtvaardigen.
Wel wil de rechtbank de PI Vught nog uitdrukkelijk in overweging geven dat het enkele feit dat de procedure tot ongewenstverklaring nog lang kan duren, geen reden mag zijn om niet nu aan te vangen met het extramurale traject. Naar verwachting zal het immers nog lange tijd duren voor een eventuele ongewenstverklaring onherroepelijk is.

7.De beslissing

De rechtbank
- beslist dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel is vereist;
- wijst het verzoek tot beëindiging van de ISD-maatregel af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Breeman, voorzitter, mr. M. van de Wetering en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier F.J.M. Nouws en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 december 2023.