In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de echtscheiding van partijen, die op 18 april 2006 in Amsterdam zijn gehuwd. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.A. Broekman - de Feijter, heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken en om nevenvoorzieningen te treffen met betrekking tot de minderjarige kinderen. De man, vertegenwoordigd door mr. R.H. Wormhoudt, stemt in met de echtscheiding en de verzoeken van de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft de echtscheiding toegewezen. Tevens is het hoofdverblijf van de minderjarige kinderen bij de vrouw bepaald, en is de man veroordeeld tot betaling van een kinderbijdrage van € 25,- per kind per maand. De rechtbank heeft partijen doorverwezen naar een hulpverleningstraject om te werken aan een zorgregeling en communicatie tussen hen. De beslissing over de zorgregeling is aangehouden voor zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De rechtbank heeft ook de Raad voor de Kinderbescherming betrokken in het proces, met het verzoek om te rapporteren over de voortgang van het hulpverleningstraject.