Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verdere verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 27 november 2023.
- de brief van de GI van 1 december 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een jeugdzorgzaak betreffende de minderjarige [minderjarige]. De zaak betreft een herroeping van een eerder verleende spoedmachtiging tot uithuisplaatsing, die op 27 november 2023 was verleend. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI (gecertificeerde instelling) de spoedmachtiging niet heeft kunnen effectueren, waardoor [minderjarige] nog steeds thuis verblijft. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de situatie thuis na het zorgelijke incident op 27 november 2023 niet verder is geëscaleerd. De kinderrechter oordeelt dat de spoedmachtiging niet langer noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige].
De kinderrechter heeft de herroeping van de spoedmachtiging voor de periode van 5 december 2023 tot 11 december 2023 uitgesproken. Tevens heeft de kinderrechter vastgesteld dat het resterende verzoek van de GI is ingetrokken, waardoor daar niet op hoeft te worden beslist. De kinderrechter heeft de restant verzoeken afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.
De zaak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van de minderjarige en de rol van de GI in het proces. De kinderrechter heeft aangegeven dat er op korte termijn overleg zal plaatsvinden om een passende oplossing voor [minderjarige] te vinden, waarbij de veiligheid en stabiliteit van de minderjarige voorop staan.