ECLI:NL:RBZWB:2023:8775

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
C/02/416693 / FA RK 23-5714
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 8 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1934. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 5 december 2023, met bijlagen waaronder een beschikking van de burgemeester van Baarle-Nassau en medische verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 december 2023 was het niet mogelijk om de cliënt fysiek te horen vanwege een Norovirus-uitbraak in het verpleeghuis. De cliënt werd telefonisch gehoord, bijgestaan door haar advocaat, en ook psychologen en verplegend personeel gaven hun verklaringen. De advocaat pleitte voor een nadere mondelinge behandeling, omdat de cliënt het telefonisch verhandelde niet goed kon volgen.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door het gedrag van de cliënt, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Dit gedrag leidde tot risico's voor haar eigen veiligheid en die van anderen. De rechtbank concludeerde dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk was om dit nadeel te voorkomen. De machtiging werd verleend tot en met 22 december 2023, met de mogelijkheid voor een nadere behandeling indien de situatie dat toelaat. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. Broeders en is op 8 december 2023 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416693 / FA RK 23/5714
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
Beschikking van 8 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1934 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonadres] ,
maar momenteel verblijvende in de accommodatie van [stichting] ,
[adres] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. J. van Rooijen te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 5 december 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de burgemeester van de gemeente Baarle-Nassau van 4 december 2023;
de medische verklaring van 4 december 2023;
- de CIZ machtiging vertegenwoordiging van 5 juli 2023;
- het besluit tot opname en verblijf (artikel 21 Wzd) van 19 juli 2023;
- het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg dan wel een verklaring als bedoeld in artikel 1 lid 1c Wzd van 6 april 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft op 8 december 2023 plaatsgevonden. In het verpleeghuis waar cliënt verblijft heerste toen het Norovirus. Omdat om die reden een behandeling van het verzoek in de verblijfplaats van betrokkene niet mogelijk was zijn de navolgende personen telefonisch gehoord:
- cliënt, via een andere – gekoppelde – telefonische verbinding bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , psycholoog;
- mevrouw [naam 2] , verpleging.

2.Het verzoek

2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van cliënt te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Mevrouw [naam 2] geeft aan dat cliënt overdag redelijk rustig is. ’s Avonds is dat anders. Cliënt kan dan geheel uit het niets verbaal ineens agressief worden, maar kan ook gaan gooien met spullen. De gehele dag door geeft cliënt aan dat zij naar huis wil. Als cliënt iets wordt gevraagd en zij daarop antwoord geeft blijkt dat zij haar antwoord daarna al weer zeer snel vergeten is.
3.3
Mevrouw [naam 1] geeft hierop aanvullend aan dat cliënt ook op de deur kan gaan staan bonken en kan staan te schreeuwen. Inmiddels is cliënt aangemeld bij een aantal instellingen in de omgeving en staat zij op de wachtlijst voor overplaatsing naar [plaats 1] of [plaats 2] . Totdat cliënt daar naartoe overgeplaatst kan worden kan zij blijven waar zij momenteel verblijft.
3.4
De advocaat voert aan dat hij op 5 december 2023 cliënt voor een voorgesprek in de instelling heeft bezocht. Daarna was dat vanwege het Norovirus niet meer mogelijk. De advocaat constateert dat cliënt het telefonisch verhandelde tijdens de mondelinge behandeling ook niet goed kan volgen. Er gaat veel langs cliënt heen. Dat zo zijnde pleit de advocaat ervoor om, indien de rechtbank oordeelt dat aan de wettelijke vereisten voor toewijzing van het verzoek wordt voldaan, over zo’n twee weken een nadere mondelinge behandeling in te plannen waarop cliënt alsnog fysiek kan worden gehoord en het verzoek voor het overige aan te houden. De advocaat merkt daarbij op dat cliënt op 5 december 2023 tijdens het voorgesprek aangaf het prima te vinden om langer bij [stichting] te verblijven. De advocaat wil de tijdens de mondelinge behandeling gegeven verklaringen van de medewerkers van [stichting] niet in twijfel trekken maar hij kan zich voorstellen dat het verzet van cliënt niet bestendig van aard is en vindt het een gebrek dat niet goed tijdens de zitting met cliënt besproken kan worden in hoeverre er bij haar sprake is van vrijwilligheid. Verdere juridische beletselen om tot toewijzing van het verzoek te komen ziet de advocaat vooralsnog niet.

4.Beoordeling

4.1
Op 4 december 2023 heeft de burgemeester van de gemeente Baarle-Nassau ten behoeve van de cliënt een last tot inbewaringstelling afgegeven.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van de cliënt als gevolg van zijn psychogeriatrische aandoening, te weten de ziekte van Alzheimer, dit ernstig nadeel veroorzaakt.
4.3
Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is gelegen in ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank neemt hierbij met name in aanmerking dat cliënt vaak buitenshuisdwaalt en dat dat ook ’s nachts gebeurt. Zij weet dan de weg terug niet meer te vinden. Daarbij kleedt cliënt zich ook niet warm genoeg voor de huidige buitentemperatuur. Ook zorgt cliënt voor overlast in de wijk, door bij andere appartementen op deurbellen te drukken en met brievenbussen te klepperen.
4.4
Om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden is
voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk. Dit middel is ook geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden en er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.5
De cliënt verzet zich tegen een voortzetting van haar verblijf in de accommodatie.
Uit de verklaringen van de medewerkers van de instelling waar cliënt momenteel verblijft blijkt dat zij vaak aangeeft naar huis te willen.
4.6
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de inbewaringstelling. De machtiging zal daarom worden verleend. Daarbij deelt de rechtbank de mening van de advocaat dat bij de telefonisch gehouden mondelinge behandeling veel langs cliënt heen gaat. Voor haar is dat te lastig te volgen. Om die reden wordt aanleiding gezien om de te verlenen machtiging in duur te beperken tot vooralsnog twee weken en het verzoek voor het overige tot de na te melden mondelinge behandeling aan te houden. De rechtbank gaat er hierbij van uit dat tegen die tijd het fysiek horen van cliënt weer mogelijk zal zijn. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn, gaat de rechtbank er van uit dat [stichting] de rechtbank daarover spoedig zal berichten.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling ten aanzien van
[cliënt], geboren op [geboortedag] 1934 te [geboorteplaats] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 december 2023;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot
woensdag 20 december 2023 te 16.00 uurop de locatie van [stichting] aan de [adres] en roept cliënt en haar advocaat en [stichting] op om alsdan te verschijnen;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als een oproeping voor cliënt en haar advocaat en voor [stichting] ;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders, rechter en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2023 in tegenwoordigheid van Van Dongen als griffier, en op 13 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.