In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 december 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 7 juni 2023 en zou aflopen op 7 december 2023. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om een verlenging van zes maanden, tot 7 juni 2024, vanwege de aanhoudende spanningen tussen de ouders die een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van de kinderen. De ouders, die beiden werkzaam zijn in de luchtvaart, hebben moeite om constructief met elkaar te communiceren, wat leidt tot een onduidelijke zorgregeling voor de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders nog niet in staat zijn om zelfstandig een ouderschapsplan op te stellen en dat de betrokkenheid van de GI noodzakelijk blijft.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2023 zijn de ouders en een vertegenwoordiger van de GI verschenen. De kinderrechter heeft kennisgenomen van eerdere correspondentie en gesprekken met de minderjarigen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds bedreigd wordt door de conflicten tussen de ouders en dat er een dringende noodzaak is voor verbetering van de communicatie en samenwerking tussen hen. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om samen te werken aan een ouderschapsplan en heeft de GI de opdracht gegeven om hen hierin te ondersteunen.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ouders zijn verplicht om binnen de gestelde termijn te werken aan de communicatie en het opstellen van een ouderschapsplan, met de GI als ondersteunende factor. De beslissing is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 14 december 2023.