Uitspraak
1.[gedaagde partij sub 1] ,
gemachtigde: mr. M.J.S. Spanjersberg, advocaat te Zoetermeer,
2.de besloten vennootschap [gedaagde partij sub 2] B.V,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
6 december 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Alwel, de eisende partij, en twee gedaagde partijen, waaronder een bewindvoerder. De zaak betreft de ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van een woning, waarbij Alwel stelde dat er een tekortkoming was in de nakoming van de huurovereenkomst door de gedaagde partij sub 1, die in de woning drugs had opgeslagen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad een tekortkoming was, aangezien er 247 gram hasj en 100 gripzakjes in de woning zijn aangetroffen. Echter, de rechter oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren dat deze tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst niet rechtvaardigde. De kantonrechter heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van gedaagde partij sub 1, die onder bewind staat en psychische problemen heeft. De rechter concludeerde dat het belang van de huurder in dit geval zwaarder weegt dan het belang van Alwel om de huurovereenkomst te ontbinden. De vordering tot ontbinding en ontruiming werd afgewezen, maar de kantonrechter waarschuwde dat dit als een laatste kans moet worden beschouwd. Alwel werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.