ECLI:NL:RBZWB:2023:8817

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
C/02/416233 / FA RK 23-5467
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging na voortzetting crisismaatregel

Op 8 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene, geboren in 2003, die momenteel verblijft in een GGZ-accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een ernstige psychische stoornis, met name een vitaal depressief beeld en suïcidaliteit, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en automutilatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 december 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat en zorgprofessionals. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de verzochte zorgmachtiging verleend voor de duur van 3 maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De overige verzochte vormen van zorg zijn afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en is op 15 december 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416233 / FA RK 23/5467
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 8 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2003 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonadres] ,
maar momenteel verblijvende in de accommodatie van de GGZ WNB, [locatie] , [adres]
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.A. Breewel-Witteveen te Bergen op Zoom.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 22 november 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 november 2023;
- de medische verklaring van 20 november 2023;
- een zorgplan van 15 november 2023;
- een (blanco) zorgkaart;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 december 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam 1] , psychiater tevens zorgverantwoordelijke;
- mevrouw [naam 2] , psychiater in opleiding.
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- de heer [naam 3] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 6 maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1.
Betrokkene geeft aan dat het met haar met ups en downs gaat. Zij ziet zij in dat zij voor haar problematiek zorg nodig heeft, maar dat verplichte zorg bij haar juist ook kan tegenwerken. Zo merkt betrokkene dat wanneer van haar teveel de regie wordt overgenomen, zij dan juist heftiger reageert. Desgevraagd geeft betrokkene aan dat bij haar dagelijks de gedachte leeft om zich te moeten automutileren.
3.2.
De psychiater io brengt naar voren dat het de bedoeling was dat betrokkene therapie zou gaan volgen bij [GGZ-instelling] , maar dat was vanwege de hoge mate van suïcidaliteit bij betrokkene niet langer een optie. Betrokkene is toen overgeplaatst naar de accommodatie van de GGZ WNB waar zij momenteel verblijft. Eigenlijk had betrokkene opgenomen moeten worden in haar eigen regio, maar betrokkene wilde dat niet, omdat zij daar slechte ervaringen had opgedaan. Inmiddels verblijft betrokkene enkele weken bij de GGZ WNB, en dat verloopt met ups en downs. Betrokkene is nog altijd erg suïcidaal, depressief en laat zware automutilaties zien. Bij betrokkene is persoonlijkheidsproblematiek aan de orde. Ook wordt bij haar een complex trauma gezien waaraan zij nog niet heeft kunnen werken. In contact is betrokkene heel erg adequaat, maar zodra bij haar de spanning oploopt gaat ze trillen en heeft ze geen grip meer op zichzelf. Betrokkene wil op zulke momenten zelf de regie behouden, maar dat lukt haar dan niet. Betrokkene doet dan dingen die niet goed voor haar zijn, zoals zwaar bonken met haar hoofd, gillen, schreeuwen en automutileren. Wanneer betrokkene dan in holding moet worden gehouden, verzet zij zich daartegen maar dan geeft zij achteraf aan dat het helpend was. Sinds haar verblijf bij de GGZ WNB gaat het met betrokkene wat beter. Ze is er nog lang niet. De bedoeling is om betrokkene over te plaatsen naar het CIB in Den Haag, maar dat kan bij die instelling enkel met een rechterlijke machtiging.
3.3.
De psychiater geeft aan dat bij betrokkene niet zozeer een persoonlijkheidsstoornis of een eetstoornis op de voorgrond staat, maar dat betrokkene een ernstig vitaal depressief beeld laat zien. Van daaruit laat betrokkene suïcidaliteit zien. Daaronder bevindt zich een post traumatische stressstoornis. Op vrijwillige basis heeft de psychiater er onvoldoende vertrouwen in dat de veiligheid van betrokkene kan worden gewaarborgd. Naar zijn mening kan aan de behandeling van betrokkene dan onvoldoende vorm worden gegeven. De psychater verwacht dat de overplaatsing van betrokkene naar het CIB in Den Haag binnen enkele dagen gerealiseerd kan zijn. Desgevraagd geeft de psychiater aan dat hij de verplichte vormen van zorg het ”toedienen van vocht en voeding”, “insluiten”, “het uitoefenen van toezicht” en “onderzoek aan kleding of lichaam” niet benodigd acht.
3.4
De advocaat voert aan dat betrokkene inziet zorg nodig te hebben. Zij had gehoopt bij [GGZ-instelling] de benodigde zorg te kunnen krijgen, maar tevergeefs. Tegen verlening van een zorgmachtiging en de overplaatsing naar het CIB in Den Haag heeft betrokkene geen bezwaar. Echter is nog niet geheel duidelijk welke zorg voor betrokkene aangewezen zal zijn. Om deze redenen pleit de advocaat voor toewijzing van de verzochte machtiging, maar verzoekt zij om deze in duur te beperken tot 3 maanden. De advocaat pleit er daarbij voor in elk geval de verzochte zorgvormen “insluiten” en “het uitoefenen van toezicht” af te wijzen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van depressieve-stemmingsstoornissen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de psychiater in dit verband verklaard dat betrokkene een ernstig vitaal depressief beeld laat zien en dat deze stoornis bij betrokkene bovenliggend is. Vanuit deze stoornis laat betrokkene suïcidaliteit zien. Daaronder bevindt zich bij betrokkene een post traumatische stressstoornis.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat bij betrokkene onverminderd nog sprake is van suïcidegevaar. Verder is sprake van ernstige automutilatie.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank overweegt hierbij dat de vrijwilligheid van betrokkene onvoldoende bestendig van aard is om haar in een vrijwillig kader van de voor haar noodzakelijke zorg te voorzien. Bij ontslag uit het psychiatrische ziekenhuis wordt het risico op suïcide hoog ingeschat. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, nu tijdens de mondelinge behandeling door de behandelend psychiater is verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend. Conform het verzoek van de advocaat van betrokkene zal de rechtbank voor een kortere termijn verlenen, waarbij de rechtbank van belang acht dat gelet op de komende overplaatsing van betrokkene naar het CIB in Den Haag, die veranderingen met zich meebrengt en mogelijk extra spanningen bij betrokkene zal veroorzaken, het nodig kan maken op kortere termijn dan in het verzoek voorzien opnieuw te beoordelen of een wijziging van de machtiging noodzakelijk is. De machtiging zal worden verleend voor de duur van 3 maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2003 te ' [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 maart 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders, rechter en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2023 in tegenwoordigheid van Van Dongen als griffier, en op 15 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.