Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2009, hierna te noemen: [minderjarige] .
3.Het geschil in conventie en reconventie
- de Raad te gelasten een (beschermings)onderzoek uit te voeren naar de (on)mogelijkheden van (herstel van) contact tussen [minderjarige] en de vrouw;
- de vrouw te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,- per dag of dagdeel dat de vrouw in gebreke blijft met het voldoen van het onder I en II gevorderde;
- de vrouw te veroordelen in de kosten van deze procedure.
- te bepalen dat de afspraken in het ouderschapsplan d.d. 11 december 2018, de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Breda d.d. 13 maart 2018 bekend onder rolnummers C/02/339221 / FA RK 17-6955 en C/02/339225 / FA RK 17-6957 en de omgang tussen de man en [minderjarige] worden opgeschort c.q. geschorst in afwachting van het raadsonderzoek en strafrechtelijk onderzoek, althans een regeling die de rechtbank juist acht;
- te bepalen dat [minderjarige] wordt toevertrouwd aan de vrouw;
- te bepalen dat de man het paspoort van [minderjarige] afgeeft aan de vrouw op straffe van een dwangsom van € 250,- euro per dag met een maximum van € 10.000,-;
- de man te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de (na)kosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis – en- voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
- een en ander, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad en op alle dagen en uren.