ECLI:NL:RBZWB:2023:8829
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 november 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige 1]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 4 november 2020 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, de moeder en hun advocaten aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming.
De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van 12 maanden, omdat de ontwikkeling van [minderjarige 1] nog steeds bedreigd wordt. De moeder heeft significante vooruitgang geboekt sinds haar ontslag uit een zorginstelling, maar er zijn nog zorgen over de omgang met de vader, die ook een rol wil spelen in het leven van [minderjarige 2], het zusje van [minderjarige 1]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader als belanghebbende moet worden aangemerkt, gezien zijn juridische status en betrokkenheid bij de minderjarige.
De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling te verlengen. De moeder heeft begeleiding nodig om de omgang met de vader te faciliteren, en de GI blijft betrokken om de situatie te monitoren. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.