Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2023, hierna te noemen: [minderjarige] .
3.Het geschil in conventie en reconventie
- zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag voor iedere dag dat de vrouw het in deze te wijzen vonnis niet nakomt;
- een voorlopige contactregeling op te leggen ex artikel 1:377a BW op de wijze zoals in het schema op pagina’s 8 en 9 van de dagvaarding is opgenomen;
- en vanaf 30 januari tot de datum waarop de rechtbank in de hoofdprocedure een contactregeling heeft bepaald:
- een voorlopige zorgregeling vast te stellen ex artikel 1:377a BW tussen de man en [minderjarige] als de rechtbank in goede justitie mocht vermenen te behoren, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat de vrouw nadat het vonnis is betekend nalatig blijft aan het door u Edelachtbare heer/vrouwe voorzieningenrechter in dit vonnis bepaalde te voldoen;
- de vrouw te veroordelen om de man te informeren als volgt:
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het kind;
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund.
- de (gezagdragende) ouders zorgen voor afspraken en beslissingen die in het belang zijn van het kind; (lichte interventie);
- het kind en de (gezagdragende) ouders hebben onbelast contact met elkaar;