ECLI:NL:RBZWB:2023:8847

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
C/02/416481 / FA RK 23/5600
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden, referteverklaring

Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 29 november 2023, om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden aan een betrokkene, geboren in 1937. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene heeft een referteverklaring ondertekend, waarin zij instemt met de zorgmachtiging en afziet van het recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en besloten dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent de zorgmachtiging met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De machtiging is geldig tot en met 21 december 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/416481 / FA RK 23/5600
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 21 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1937 te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 29 november 2023, ingekomen ter griffie op 29 november 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 28 november 2023;
- de medische verklaring van 22 november 2023;
- een zorgplan van 23 oktober 2023;
- een zorgkaart van 16 november 2023;
- het maatschappelijke plan van 20 november 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- de beschikking van 11 januari 2023 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg op het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging.
1.2
Op 11 december 2023 heeft mr. Van de Voorde per e-mail de op 7 december 2023
door betrokkene en mr. Van de Voorde ondertekende referteverklaring bij de griffie van de
rechtbank doen inkomen.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Beoordeling

3.1
Uit de referteverklaring van betrokkene leidt de rechtbank af dat betrokkene het verzoekschrift met bijlagen heeft besproken met haar advocaat en dat betrokkene erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek met de daarin opgenomen vormen van verplichte zorg wordt voldaan. Ook volgt uit de referteverklaring dat betrokkene afziet van het recht te worden gehoord en het recht een advocaat voor haar het woord te laten voeren tijdens de mondelinge behandeling. Gelet op de referteverklaring en de inhoud van de stukken acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
3.2
De rechtbank stelt gelet op de referteverklaring vast dat betrokkene ermee instemt dat de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden wordt verleend met daarbij de vormen van verplichte zorg zoals door de officier van justitie zijn verzocht met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen. Hierbij verzoekt betrokkene aan de rechtbank om wat betreft de vormen van verplichte zorg aansluiting te zoeken bij de beschikking van 11 januari 2023.
3.3
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene is bekend met ernstige paranoïde psychoses en overmatige achterdocht.
3.4
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene eerder overlast in haar woonomgeving heeft veroorzaakt en als gevolg daarvan op de zwarte lijst van de woningbouwvereniging is gezet. Daarnaast leeft betrokkene een geïsoleerd leven en kan zij met haar gedrag agressie van derden oproepen.
3.5
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel.
3.6
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene volgens het zorgplan een chronische afkeer heeft tegen de medicatie en de hulpverlening. Zij isoleert zich van de buitenwereld, waardoor de samenwerken kan wegvallen. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene ten tijde van een psychotische decompensatie naar verwachting niet (langer) bereid is om op vrijwillige basis mee te werken aan de noodzakelijk geachte zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
3.7
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Anders dan in het verzoekschrift zijn de navolgende vormen van verplichte zorg te weten het toedienen van vocht, het toedienen van voeding en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen niet in de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur opgenomen. Deze vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank dan ook niet noodzakelijk geacht om het ernstig nadeel af te wenden nu de noodzakelijkheid daarvan in de overgelegde stukken niet (afdoende) is gemotiveerd. Hierbij wordt tevens aansluiting gezocht bij de nu geldende zorgmachtiging die voor de duur van twaalf maanden is verleend op 11 januari 2023.
3.8
Gelet op het voorgaande en de referteverklaring van betrokkene zal de rechtbank de zorgmachtiging verlenen met daarbij de volgende vormen van verplichte zorg:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
3.9
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.1
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.11
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
3.12
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1937 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 3.8 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
21 december 2024.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2023 door mr. De Beer, rechter in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.