ECLI:NL:RBZWB:2023:8887

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
02/388376 / HA ZA 21-449 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. De Graaf
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake subrogatie en aansprakelijkheid in verzekeringsovereenkomst

In deze zaak, gewezen door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, zijn verschillende partijen betrokken bij een geschil over een verzekeringsovereenkomst en de toepassing van subrogatie. De eiseressen, waaronder Samsung Electronics Europe Logistics B.V. en Samsung Fire & Marine Insurance Co. Ltd., hebben een vordering ingesteld tegen de coöperatie Samsung SDS Global SCL Netherlands Coöperatief UA. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsovereenkomst onder Nederlands recht valt en dat Samsung F&M, na het voldoen van schade aan de eiseressen, gesubrogeerd is in de vordering van de eiseressen op SDS. Hierdoor heeft SELS geen vordering meer op SDS, en wordt de vordering van Samsung F&M toegewezen. De rechtbank heeft het gevorderde bedrag van € 50.164,22, vermeerderd met CMR-rente, toegewezen aan Samsung F&M en SDS veroordeeld in de proceskosten van SELS c.s. Daarnaast is er een vrijwaringszaak aan de orde, waarin Kuehne + Nagel Logistics B.V. en een andere gedaagde zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan SDS. De rechtbank heeft de proceskosten in het incident gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Middelburg
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 6 september 2023
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/02/388376 / HA ZA 21-449 van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAMSUNG ELECTRONICS EUROPE LOGISTICS B.V.,
statutair gevestigd te Rijswijk,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
SAMSUNG ELECTRONICS NORDIC AKTIEBOLAG,
kantoorhoudende te Kista, Zweden,
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
SAMSUNG FIRE & MARINE INSURANCE CO.LTD.,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
eiseressen,
advocaat mr. R. Evers te Zwolle,
tegen
de coöperatie
SAMSUNG SDS GLOBAL SCL NETHERLANDS COÖPERATIEF UA,
gevestigd te Delft,
gedaagde,
advocaat mr. T. van der Valk te Rotterdam,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/02/391594 / HA ZA 21-651 van
de coöperatie
SAMSUNG SDS GLOBAL SCL NETHERLANDS COÖPERATIEF UA,
statutair gevestigd te Delft,
eiseres,
advocaat mr. T. van der Valk te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KUEHNE + NAGEL LOGISTICS B.V.,
statutair gevestigd te Duiven,
gedaagde,
advocaat mr. F.J.H. Krumpelman te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.R. Koppenol te Amsterdam.
Partijen zullen hierna SELS, Samsung Electronics, Samsung F&M, SDS, K+N en [gedaagde sub 2] worden genoemd en eiseressen in de hoofdzaak gezamenlijk SELS c.s.

1.De procedure in de hoofdzaak

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 12 oktober 2022
  • de akte na tussenvonnis van 25 januari 2023 van Samsung F&M
  • de antwoordakte van 8 februari 2023 van SDS.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De procedure in de vrijwaringszaak

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 augustus 2023.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De verdere beoordeling

in de hoofdzaak

3.1.
Bij het tussenvonnis van 12 oktober 2022 (hierna: het tussenvonnis) is Samsung F&M in de gelegenheid gesteld zich uit te laten omtrent het op de verzekeringsovereenkomst toepasselijke recht en om de verzekeringsovereenkomst in het geding te brengen. Samsung F&M heeft dat gedaan. SDS heeft daarop gereageerd.
3.2.
Uit de overgelegde verzekeringsovereenkomst blijkt dat deze wordt beheerst door Nederlands recht. Dit houdt in dat op de subrogatie ook Nederlands recht van toepassing is. Nu vast staat dat Samsung F&M de schade aan SELS heeft voldaan, is Samsung F&M op grond van artikel 7:962 BW gesubrogeerd in de vordering die SELS op SDS heeft ter zake van de door SDS veroorzaakte schade. De rechtbank verwijst in dit verband naar rechtsoverweging 5.11. van het tussenvonnis.
3.3.
De vordering die SELS op SDS had is als gevolg van de subrogatie overgegaan op Samsung F&M. SELS heeft als gevolg daarvan niet langer een vordering op SDS. De vordering van SELS zal dus worden afgewezen. Omdat de vordering van SELS is overgegaan op Samsung F&M zal de rechtbank de vordering van Samsung F&M toewijzen. Nu de vordering aan Samsung F&M wordt toegewezen zal de rechtbank de vordering van Samsung Electronics bij gebrek aan belang afwijzen.
3.4.
De hoogte van het door SELS c.s. gevorderde bedrag is geen onderwerp van het debat tussen partijen geweest. Gevorderd is SDR 40.900,30. Omgerekend in euro’s per de datum van dit vonnis is dit gelijk aan € 50.164,22 zodat de rechtbank dit bedrag zal toewijzen vermeerderd met de gevorderde CMR-rente met ingang van 21 oktober 2019.
3.5.
De rechtbank zal SDS als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten. De rechtbank passeert de stelling van SDS dat SELS en Samsung Electronics in de proceskosten moeten worden veroordeeld omdat zij kennelijk al bij het uitbrengen van de dagvaarding geen vorderingsrecht hadden. De rechtbank verwijst naar rechtsoverweging 5.4. en 5.5. van het tussenvonnis. De proceskosten van SELS c.s. worden begroot op:
  • dagvaarding € 98,52
  • griffierecht € 2.076,00
  • salaris advocaat € 2.366,00 (2 punten x tarief € 1.183,00)
  • nakosten
Totaal € 4.713,25,
vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 14 dagen na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling te vermeerderen, onder de voorwaarde dat SDS niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis.
in de vrijwaringszaak
3.6.
Het CMR-verdrag is ook op het geschil in vrijwaring van toepassing. De rechtbank Zeeland-West-Brabant is bevoegd om van dit geschil kennis te nemen en Nederlands recht is aanvullend van toepassing. De rechtbank verwijst naar de rechtsoverwegingen 5.1., 5.2. en 5.3. van het tussenvonnis.
3.7.
K+N en [gedaagde sub 2] hebben ter afwering van de vordering van SDS verweer gevoerd. Dit verweer komt er, evenals het door SDS in de hoofdzaak gevoerde verweer, op neer dat SELS geen vordering heeft op SDS omdat Samsung F&M haar schade heeft voldaan, niet duidelijk is of aan de vereisten voor subrogatie in de vordering door Samsung F&M is voldaan en niet is gebleken dat Samsung Electronics enige schade zou hebben geleden. SELS c.s. procedeert bovendien in Denemarken tegen K+N in welke procedure zij veroordeling van K+N in de volledige schade vordert.
3.8.
De rechtbank verwerpt de verweren van K+N en [gedaagde sub 2] . De rechtbank verwijst naar de rechtsoverwegingen 5.4., 5.5. en 5.10. laatste zin van het tussenvonnis, en voor wat betreft het verweer met betrekking tot de subrogatie van Samsung F&M in de vordering van SELS naar rechtsoverweging 3.2. van dit vonnis.
3.9.
K+N en [gedaagde sub 2] doen voorts een beroep op de in artikel 17 lid 2 CMR genoemde ontheffingsgrond. De rechtbank passeert dit beroep. Voor zover K+N en [gedaagde sub 2] stellen dat de schade is ontstaan door een opdracht van de rechthebbende verwijst de rechtbank naar rechtsoverweging 5.8. van het tussenvonnis. De rechtbank is voorts van oordeel dat door [gedaagde sub 2] niet alle te vergen maatregelen zijn genomen om diefstal te voorkomen. De rechtbank verwijst naar de rechtsoverwegingen 5.9. en 5.10. van het tussenvonnis voor zover die daarop zien.
3.10.
De rechtbank zal gelet op het vorenstaande de vordering van SDS jegens K+N en [gedaagde sub 2] toewijzen.
3.11.
K+N en [gedaagde sub 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partijen, hoofdelijk, worden veroordeeld in de proceskosten van SDS. De proceskosten van SDS worden begroot op:
  • dagvaarding € 196,50
  • salaris advocaat € 2.366,00 (2 punten x tarief € 1.183,00)
  • nakosten
Totaal € 2.735,50,
vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 14 dagen na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling te vermeerderen, onder de voorwaarde dat SDS niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis.
in het incident in de hoofdzaak
3.12.
De rechtbank ziet aanleiding om in het incident de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident in de hoofdzaak
4.1.
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
4.2.
veroordeelt SDS tot betaling aan Samsung F&M van € 50.164,22 vermeerderd met de CMR-rente met ingang van 21 oktober 2019;
4.3.
veroordeelt SDS tot betaling in de proceskosten aan de zijde van SELS c.s. begroot op € 4.713,25, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 14 dagen na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling te vermeerderen, onder de voorwaarde dat SDS niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in de vrijwaringszaak
4.6.
veroordeelt K+N en [gedaagde sub 2] , hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling van al datgene waartoe SDS in de hoofdzaak is veroordeeld, de proceskosten daaronder begrepen;
4.7.
veroordeelt K+N en [gedaagde sub 2] , hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten aan de zijde van SDS begroot op € 2.735,50, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 14 dagen na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling te vermeerderen, onder de voorwaarde dat SDS niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. De Graaf en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023.