ECLI:NL:RBZWB:2023:8906
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023, wordt het verzoek van belanghebbende om een veroordeling van de inspecteur in de proceskosten beoordeeld. Belanghebbende had haar beroep tegen het besluit van de inspecteur van 28 september 2022 ingetrokken, waarbij zij aanslagen inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen over de jaren 2016 tot en met 2019 had betwist. De inspecteur had op 30 januari 2023 medegedeeld dat de boetebeschikkingen waren vernietigd, wat betekende dat de inspecteur gedeeltelijk tegemoet was gekomen aan het beroep van belanghebbende.
De rechtbank heeft de inspecteur de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. De inspecteur stelde dat er geen aanleiding was voor een integrale proceskostenvergoeding, omdat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand door een derde en er geen bijzondere omstandigheden waren die een vergoeding rechtvaardigden. De rechtbank heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen.
De rechtbank concludeert dat, hoewel de inspecteur gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan belanghebbende, er geen basis is voor een proceskostenveroordeling. De kosten die belanghebbende heeft gemaakt voor advies bij belastingadviseurs zijn niet aannemelijk gemaakt als kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank wijst er wel op dat de inspecteur verplicht is het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden, waarvoor belanghebbende zich tot de inspecteur moet wenden.