ECLI:NL:RBZWB:2023:8945
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, handelend onder de naam '[bedrijf]', had verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 15 maart 2023, waarin de huurovereenkomst tussen partijen werd ontbonden en de opposant werd veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde vanwege huurachterstand. De opposant vorderde dat hij werd ontheven van de veroordelingen in het verstekvonnis en dat de geopposeerde niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn vorderingen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig en op de juiste wijze was ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 augustus 2023 is de opposant bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A. Gungormez, terwijl de geopposeerde werd vertegenwoordigd door mr. J.N. Reijn. De geopposeerde had in de dagvaarding gevorderd de huurovereenkomst te ontbinden en de opposant te veroordelen tot betaling van een huurachterstand van € 20.031,74, alsmede tot ontruiming van het gehuurde.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de huurachterstand substantieel was en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De opposant had onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stellingen dat er een betalingsregeling was getroffen en dat de huurachterstand niet opeisbaar was. De rechter heeft geoordeeld dat de belangen van de geopposeerde bij beëindiging van de huurovereenkomst zwaarder wogen dan de belangen van de opposant bij continuering van de overeenkomst. Het verzet is ongegrond verklaard en het verstekvonnis is bekrachtigd, waarbij de opposant werd veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure.